2306
3
NL
3.
INSTALLATIE
DE BRANDER MOET GEÏNSTALLEERD WORDEN VOLGENS DE PLAATSELIJK GELDENDE WETTEN EN
NORMEN.
3.1
BEVESTIGING OP DE KETEL
➤
Schroef en twee moeren in de flens (1) aanbrengen, (zie fig. 3).
➤
Indien nodig, de gaten in de flensdichting (5) vergroten.
➤
Bevestig de flens (1) op de ketelplaat (4) met behulp van de schroeven (2) en
(indien nodig)
de moeren
(3) en
voeg de flensdichting (5) ertussen
, (zie fig. 2).
3.2
BRANDSTOFTOEVOER
In de fabriek werd de brander voorzien om de brandstoftoevoerleidingen langs beide zijden te kunnen aanslui-
ten. Afhankelijk van de uitgang van de flexibels - links of rechts - kan het nodig zijn om de plaatsing van het be-
vestigingsplaatje
(1)
en het afdekplaatje
(2)
om te wisselen, (zie fig. 4).
Fig. 2
Fig. 3
S7209
Fig. 4
1
D4075
1
2
Summary of Contents for RG2 377T1
Page 22: ......
Page 32: ......
Page 45: ...2306 3 GR 3 3 1 1 3 5 4 1 2 3 5 2 3 2 1 2 4 2 3 S7209 1 D4075 1 2 4...
Page 51: ...2306 9 GR 6 3 1 1 L1 N 7 5...
Page 52: ......