2351
7
NL
REGELING VAN DE VERBRANDING
Conform de Richtlijn Rendement 92/42/EEG, moeten de toepassing van de brander op de ketel,
de regeling en de testen worden uitgevoerd volgens de handleiding van de ketel. Hieronder valt
ook de controle van de CO en CO
2
concentratie en de rookgassen, de temperatuur van de rook-
gassen en de gemiddelde temperatuur van het water van de ketel.
Naargelang het vermogen van de ketel worden de sproeier, de druk van de pomp, de regeling van
de branderkop en de regeling van de luchtklep bepaald volgens de tabel hieronder.
AANGEWEZEN SPROEIERS:
Monarch type R
Delavan type W - B
Steinen
type S - Q
Danfoss type S
DRUK
:
12 bar : De pomp verlaat de fabriek afgesteld op die waarde.
14 bar : Geeft een betere vlamhaking. Aanbevolen voor ontsteking bij
lage temperatuur.
REGELING VAN DE VERBRANDINGSKOP
: Dat gebeurt wanneer men de sproeier plaatst,
met gedemonteerd kanon. De regeling is af-
hankelijk van het debiet van de brander. Draai
aan de regelstang tot het uiteinde van het ka-
non overeenkomt met de inkeping die in de ta-
bel is aangegeven.
Sproeier
Pompdruk
Debiet
brander
Regeling
Branderkop
Regeling
luchtklep
GPH
Hoek
bar
kg/h
±
4%
Merkteken
Merkteken
1,10
60
°
12
4,7
2
3
1,25
60
°
12
5,4
2,5
3,4
1,50
60
°
12
6,4
3
3,8
1,75
60
°
12
7,5
4
4,5
2,00
60
°
12
8,6
5
5,5
2,25
60
°
12,5
10,0
6
8
1
2
3
4
1
Voor sproeiers met debiet 2,00 -
2,25 GPH, indien mogelijk, volle
kegel gebruiken.
2
3
Op de tekening hiernaast is de kop gere-
geld voor een debiet van 1,50 GPH, bij
12 bar.
De sluiter staat wel degelijk op stand 3
zoals is aangegeven in de tabel.
Kanon
Regelstang
Sluiter
Uiteinde van het kanon
D5398
2
1
3
5