2351
8
NL
De regeling van de branderkop, zoals in de tabel is aangegeven, geldt in de meeste gevallen.
Het ventilatordebiet wordt slechts bereikt door de luchtklep.
De branderkop eventueel bijstellen door met een Engelse sleutel van 6 mm (2) aan de stang (1) te
draaien. Ga als volgt te werk:
NAAR RECHTS DRAAIEN: (+ teken),
Om de hoeveelheid lucht in de verbrandingskamer te verhogen en de druk aan de verbrandings-
kop te verlagen. De hoeveelheid CO
2
vermindert en de vlam haakt beter aan.
(Regeling aan te
raden voor ontsteking bij lage temperatuur).
NAAR LINKS DRAAIEN: (– teken)
Om de hoeveelheid lucht in de verbrandingskamer te verminderen en de druk aan de verbran-
dingskop te verhogen. De hoeveelheid CO
2
verhoogt en de vlam haakt minder goed aan.
(Rege-
ling af te raden voor ontsteking bij lage temperatuur).
De regeling van de branderkop mag in geen geval meer dan één inkeping verschillen dan de
waarde die op de tabel is aangeduid. Elke inkeping stemt overeen met drie toeren van de stang.
Een opening (3) op het uiteinde vereenvoudigt het tellen van de toeren.
REGELING VAN DE LUCHTKLEP
:
De beweegbare luchtklep (A), die door de vijzel (B) bediend wordt, opent de luchttoevoer volledig.
Na dat de schroeven (D) werden losgedraaid kan men met de vaste luchtklep (C) het luchtdebiet
regelen. Eenmaal alles optimaal geregeld is, de schroeven (D) van de luchtklep opnieuw vast-
draaien; men moet ze helemaal vastdraaien opdat de beweegbare luchtklep (A) vrij zou kunnen
functioneren.
De vaste luchtklep is in de fabriek reeds voorgeregeld op stand 3.
De regelingen die in de tabel zijn weergegeven zijn van toepassing voor een brander met de kap
erop gemonteerd en met een onderdruk nul. Ze zijn louter indicatief.
Elke installatie heeft haar eigen werkingsvoorwaarden die men niet op voorhand kan bepalen: het
effectief debiet van de sproeier, druk of onderdruk in de verbrandingskamer, teveel lucht enz. Al
die voorwaarden kunnen een andere regeling van de luchtklep vereisen.
D
C
D5555
D
A
B
1
2
3
6
D5671
4