2902006
6
NL
4.
WERKING
4.1 REGELING VERBRANDING
Conform de EN267, moeten de montage van de brander op de ketel, de regeling en de testen worden uitgevoerd
volgens de handleiding van de ketel. Hieronder valt ook de controle van de CO en CO
2
in de rookgassen, de
temperatuur van de rookgassen en de gemiddelde temperatuur van het water van de ketel.
In functie van het nodige ketelvermogen, worden de verstuiver, de pompdruk, de regeling van branderkop en
luchtklep bepaald volgens de tabel hieronder.
De in de tabel vermelde waarden zijn verkregen op CEN ketels (volgens EN267). Ze hebben betrekking op
12,5% CO
2
, op zeeniveau en met temperatuur van de omgeving en van de stookolie op 20 °C
.
4.2 AANGEWEZEN VERSTUIVERS:
Delavan type
W
- B ; Danfoss type S - B -
H
Monarch type R -
NS
; Steinen type S - Q -
H
Voor ontsteking bij lage temperatuur
(lager dan + 8 °C)
dient men als volgt te werk gaan:
O
Gebruik verstuivers van het type holle of half-
volle verstuivingskegel:
Delavan type
W
; Danfoss type
H;
Monarch type
NS
; Steinen type
H
, of ver-
hoog
(als alternatief)
de pompdruk tot
14 bar
.
O
Indien nodig beide oplossingen toepassen.
ONDERHOUDSPOSITIE
KUNT DE SPROEIER, DE VLAMHAKER EN DE
ELECTRODES OP TWEE MANIEREN BEREI-
KEN:
Fig. 10
y
Schroef de bevestigingsmoer van de flens
los, en schuif de brander uit de ketel.
y
Hang de brander vast aan de flens (1), draai
de schroeven (3) los en verwijder de brander-
kop (2).
y
Maak de kabels van de electrodes (4) los, ver-
wijder de houder van de vlamhaker (5) van de
verstuiverlijn nadat u de schroef (3, fig. 12,
blz. 7) losdraaide.
y
De verstuiver (6) correct vastdraaien, zoals
aangeduid op de tekening.
Verstuiver
Pompdruk
Debiet
brander
Afstelling
branderkop
Regeling
luchtklep
GPH
Hoek
bar
kg/h ± 4%
Merkteken
Merkteken
0,50
80°
9,5
1,8
1
0,8
0,50
60°/80°
12
2,0
1,5
1,2
0,60
60°
12
2,4
1,7
2,9
0,65
60°
12
2,6
2
4,5
0,75
60°
13,5
3,2
2
6,7
A
Fig. 10
2
5
4
3
6
1
S7481
A