RTG6 Digitale Bandenspannings- en Profieldieptemeter
Gebruiksaanwijzingen
Bandenspanningsmeter
Raadpleeg de autohandleiding om de juiste spanning voor de voor- en achterwielen te bepalen.
Controleer de bandenspanning wanneer de banden koud zijn.
Verwijder voor gebruik de display beschermer.
Wanneer u de meter voor de eerste keer gebruikt, moet de batterijscheiding worden verwijderd. Met een
kleine kruiskopschroevendraaier verwijdert u de schroef, neemt u de batterijen uiteen en verwijdert u de
kunststof schijf. Vervolgens weer samenbouwen en de schroef niet te vast draaien.
Vul lucht bij / laat lucht uit om de spanning te corrigeren ten einde minder brandstof te verbruiken en om
de CO² uitstoot te reduceren.
Indien gebruikt in het donker, druk op om het LED kijklampje te doen oplichten. Het licht schakelt
zichzelf na 60 seconden automatisch uit.
De bandenspanningsmeter mag niet gebruikt worden wanneer het voertuig in beweging is. Zorg ervoor
dat u geparkeerd staat op een veilige plek, van de weg, met de auto op de handrem en dat u
persoonlijke veiligheid niet in gevaar is.
Schroef het ventieldopje van de band en bewaar het goed. Druk op de Aan knop (•) waarna de psi-
waarde 0,0 zal worden weergegeven. Om de drukinstelling te veranderen, druk op de Aan knop om te
switchen tussen de drukinstelling in psi,bar, kpa and Kg/cm2. Druk de spanningsmeter stevig op het
ventiel en behoud deze positie gedurende 3-4 seconden voor het meten van de spanning en verwijder
het vervolgens. De bandenspanningsmeter schakelt zichzelf 60 seconden na de laatste meting
automatisch uit.
Om de bandenspanning van de overige banden te controleren, sluit de meter aan op het ventiel waarna
het automatisch zal resetten en de nieuwe aflezing zal weergeven.
Plaats het ventieldop terug
Profieldieptemeter voor autobanden
Verschuif de schakelaar aan de voorzijde van de bandenspanningsmeter om de profieldieptemeter te
activeren.
De Britse wettelijke minimum profiel diepte voor auto’s en lichte aanhangwagens (incl. caravans) tot een
brutogewicht van 3500 kg en/of 8-persoons voertuigen met inbegrip van de bestuurder, is minimaal
1,6mm in een ononderbroken lijn over de gehele bandomtrek op het middelste driekwart van de
spoorbreedte (zie illustratie).