23
Nederlands
FM / FM-stereo-ontvangst
Zet de BAND SELECTOR (15) om de FM-modus voor MONO ontvangst.
Zet de BAND SELECTOR (15) om de FM ST-modus voor FM STEREO-ontvangst. De Ste-
reo-indicator licht op om de FM ST-modus.
Voor een betere ontvangst
Richt de FM-antenne (11) voor een betere ontvangst.
Richt het apparaat beter AM-ontvangst te krijgen.
TAPE ACTIVITEITEN
1. Stel de functieschakelaar (12) op "TAPE" stand.
2. Druk op de TAPE STOP / EJ toets (21) om de cassettehouder te openen en plaats uw
tape.
3. Sluit de cassettehouder (10).
4. Druk op de TAPE PLAY (24) om te beginnen met het spelen van tape.
5. Stel het volume (13) op het gewenste niveau.
6. Druk op TAPE FFW KNOP (22) / TAPE RW KNOP (23) tot een snelle band beginnen
vooruit of achteruit kronkelende. Druk op TAPE PLAY (24) om te beginnen met het spe-
len van tape.
7. Druk op de TAPE PAUZE KNOP (20) als u wilt stoppen met spelen tijdelijk gebruik
schoonmaken.
8. Druk op de TAPE STOP / EJ KNOP (21) als u klaar bent. Druk nogmaals op om de cas-
settehouder te openen nadat de band spoelen stoppen met draaien.
EEN CD AFSPELEN
Om te starten
1. Kies uit CD door FUNCTIEKEUZE (12) te gebruiken.
2. Druk op de knop OPEN/CLOSE (19) om de Cd lade te openen.
3. Voer een Cd in met de bedrukte zijde naar boven gericht en sluit de lade.
4. De Cd wordt geladen en de LCD display (8) geeft het totale aantal tracks en de totale
afspeelduur weer. De Cd wordt afgespeeld.
5. Om het afspelen te onderbreken, dient er eenmaal op de STOPKNOP (5) te worden
gedrukt. Het aantal tracks verschijnt op de LCD display. Druk nogmaals op de SPEEL/
PAUSE KNOP (4) om terug te keren naar de normale afspeelmodus.
Overslaan/zoeken omhoog of omlaag (skip/search up / skip/search down)
Als er op de VOLGENDE KNOP (1) wordt gedrukt in de afspeelmodus of pauzemodus,
gaat het apparaat naar de volgende track en geeft het nummer van de track weer; de
afspeelmodus of pauzemodus blijft behouden.
Als er op de VORIGE KNOP (2) knop wordt gedrukt in de afspeelmodus of pauzemodus,
gaat het apparaat naar het begin van de track en geeft het oorspronkelijke nummer van de
track weer; de afspeelmodus of pauzemodus blijft behouden.
Door na stap 2 opnieuw op de VORIGE KNOP (2) te drukken, gaat het apparaat naar de
vorige track, maar blijft in de afspeelmodus of pauzemodus.
Tijdens het afspelen van een CD/MP3 bestand dient de SLA OVER/ZOEK ACHTERUIT/
VOORUIT KNOP (1)/(2) te worden ingedrukt om de snel vooruit of snel achteruit functie te
activeren. Om deze functie te deactiveren, dient deze knop te worden losgelaten.