5- GEBRUIK
5.1
Voor de pneumatische aansluiting van de toevoerlucht zie 4.1.
5.2
Controleer voordat u het pistool hanteert altijd:
5.2.1
De opening van de luchtstroomregelaar van het toevoersysteem
5.2.2
De opening van de drukregelaar op het pistool.
5.3
Voor de bevoorrading van worsten of kokers zie 4.2. en volgende.
5.4
Om het pistool te activeren en met het werk te beginnen, oefent u druk uit op de trekker.
5.5
Koppel het pistool na gebruik los van de luchttoevoer. Als de koker nog niet leeg is, is het aanbevolen om deze aan de
voorkant te sluiten om te voorkomen dat het product binnenin uitdroogt.
6- INSTELLING
6.1
Instelling van de extrusiesnelheid en het luchtinlaatdebiet.
Draai de ring van de stroomregelaar met de klok mee aan voor een graduele sluiting van de luchtdoorgang en een daarmee
samenhangende lagere extrusiesnelheid. Draai de ring daarentegen tegen de klok in los voor een graduele opening van de
luchtdoorgang en een daarmee samenhangende hogere extrusiesnelheid.
6.2. Instelling van de stuwkracht van het pistool.
De standaard gebruiksdruk van het pistool ligt tussen de 4 en 8 bar afhankelijk van de dichtheid van het materiaal. Bij extrusie
van
materiaal met een zeer hoge dichtheid of een hogere dichtheid van het product als gevolg van een lage temperatuur in de
werkomgeving, kunt u rechtstreeks de drukverlager van het toevoersysteem bedienen. Verhoog de luchtdruk voor een grotere
stuwkracht van het pistool.
7- RESTRISICO'S
• Luchtstraal: doet zich met name voor op het moment dat de trekker wordt ontkoppeld, wanneer de lucht in de materiaalhouderbuis
uit de ontluchtingsopeningen wordt gedrukt. Let op dat u niet te dicht met uw ogen en oren in de buurt komt. Let ook op de
nabije aanwezigheid van poeder of gevaarlijke vluchtige substanties. Gebruik altijd een veiligheidsbril. Gebruik bij aanwezigheid
van vluchtig poeder geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen voor het ademhalingsapparaat en controleer de
doeltreffendheid ervan in verband met de gebruikte substanties.
• Letsel aan de handen: doet zich met name voor tijdens de laad- en/of periodieke onderhoudswerkzaamheden. De schroefdraden
en het gebruik van gereedschap voor het openen van de kokers en worsten kunnen snij- en schaafwonden veroorzaken. Gebruik
daarom altijd beschermende handschoenen.
• Zweepslag van de slang: doet zich met name voor tijdens het loskoppelen van het pistool van het hoofdsysteem. De van het
pistool losgekoppelde slang maakt een onverwachte en ongecontroleerde beweging. Gebruik daarom altijd de
scheidingsschakelaar op het hoofdsysteem voordat u het pistool loskoppelt.
8- REINIGING EN PERIODIEK ONDERHOUD
door de bediener.
Alle reinigings- en periodieke onderhoudswerkzaamheden mogen uitsluitend worden uitgevoerd wanneer het pistool is
losgekoppeld van het luchttoevoersysteem.
Dutch
20
4.4 Herstellen van de worstinstelling (Mod RC118N)
door de bediener.
4.4.1
Koppel het pistool los van de luchttoevoer of zet deze uit. Draai de ring vooraan (2) tegen de klok in los en verwijder deze van het pistool.
4.4.2
Verwijder de koker uit de materiaalhouderbuis (7).
4.4.3
Draai de ring vooraan (2) voor de zekerheid weer een paar slagen met de klok mee vast. Draai de drukregelaar tegen de
klok in tot het einde los. Sluit het pistool aan op de luchttoevoer en draai terwijl u de trekker ingedrukt houdt de drukregelaar
langzaam met de klok mee vast totdat de zuiger en de adapter naar voren komen. Wanneer deze de ring vooraan bereiken,
koppelt u de luchttoevoer los of zet deze uit.
4.4.4
Draai de ring vooraan tegen de klok in los.
4.4.5
Verwijder voorzichtig de adapter.
4.4.6
Neem een inbussleutel van 5 mm en draai de kegel voor het aandrukken van de worst met de klok mee tot het einde aan
zonder deze te stevig vast te draaien.
4.4.7
Draai de ring vooraan (2) met de klok mee vast.
7
4.4.1
4.4.2
4.4.3
4.4.6
4.4.7
4.4.4/5
*
**
(*) Voor pistool RC118N
Lagedruklucht