Scirocco 50
Scirocco 80
Luchtontvochtiger/bouwdroger met koelmiddel R-290
220 – 240 V~; 50 Hz
220 – 240 V~; 50 Hz
760 W; 3,5 A
680 W; 3,0 A
Beschermklasse I
Beschermklasse I
Condenstank met pomp
100 – 240 V~; 50 – 60 Hz 100 – 240 V~; 50 – 60 Hz
12 V –
---
12 V –
---
Bedrijfsurenteller en stroomverbruikmeter
230 V~; 50 Hz
≤ 3680 W
Beschermklasse I
Beschermingsgraad IP20
4,5 V –
---
1.5. Gegevens koelmiddel
Neem het typeplaatje in acht!
Koelmiddel
R-410A R-407C
GWP
2088
1774
CO
2
overeenkomstig
0,6682 t
1,455 t
Vulniveau
0,320 kg
0,820 kg
Bedrijfsdruk lagedrukzijde
≤ 18 bar
≤ 10 bar
Bedrijfsdruk hogedrukzijde
≤ 36 bar
≤ 25 bar
Koelmiddel
R-290 R-290
GWP
3
3
CO
2
overeenkomstig
0,0006 t
0,0009 t
Vulniveau
0,182 kg
0,300 kg
Bedrijfsdruk lagedrukzijde
≤ 12 bar
≤ 10 bar
Bedrijfsdruk hogedrukzijde
≤ 24 bar
≤ 22 bar
1.6. Afmetingen l × b × h
385 × 320 × 595 mm
540 × 530 × 1 040 mm
(15,2" × 12,6" × 23,4")
(21,3" × 20,9" × 40,9")
1.7. Gewicht
21 kg (46 lbs)
51 kg (112 lbs)
1.8. Geluidsinformatie
Emissiewaarde op de werkplek L
pA
= 57 dB (A)
L
pA
= 63 dB (A)
K = 3 dB (A)
K = 3 dB (A)
2. Inbedrijfstelling
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
Transportgewichten van meer dan 35 kg moeten door ten minste 2 personen
worden gedragen.
LET OP
LET OP
ROLLER’S Scirocco 50, ROLLER’S Scirocco 80 alleen staand transporteren/
opslaan. Niet neerleggen! Na het transport
ROLLER’S Scirocco 50, ROLLER’S
Scirocco 80 ten minste 1 uur laten staan alvorens in gebruik te nemen.
ROLLER’S Scirocco 50 met koelmiddel R-290 alleen in een voldoende
geventileerde ruimte met een
minimale grootte van 9 m
2
gebruiken/opslaan.
ROLLER’S Scirocco 80 met koelmiddel R-290 alleen in een voldoende geven-
tileerde ruimte met een
minimale grootte van 14 m
2
gebruiken/opslaan.
2.1. Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Neem de netspanning in acht! Vóór de aansluiting van het apparaat of de
condenstank met pomp of de bedrijfsurenteller en stroomverbruikmeter dient te
worden gecontroleerd of de op het typeplaatje vermelde spanning overeenkomt
met de netspanning. Sluit apparaten van de beschermklasse I uitsluitend aan
op contactdozen of verlengkabels met een functionerend aardcontact. Op
bouwplaatsen, in vochtige omgevingen, in binnen- en buitenruimten of bij
soortgelijke opstellingen, bij duurzame aansluiting op een vast gelegde leiding
mag het apparaat resp. de condenstank met pomp uitsluitend op het net worden
aangesloten via een aardlekschakelaar (FI-schakelaar) die de stroomtoevoer
onderbreekt zodra de lekstroom naar de aarde gedurende 200 ms de 30 mA
overschrijdt.
2.2. Montage van de handgreep aan het onderstel van staalbuis van de
ROLLER’S Scirocco 80
Zie fig. 1.
2.3. Opstellen van apparaat met afvoer van het condensaat naar een externe
tank resp. direct in een afvoerleiding
2.3.1.
ROLLER’S Scirocco 50 centraal in de te ontvochtigen ruimte met een mini-
male grootte van 9 m
2
op een effen ondergrond plaatsen. De minimale afstand
tot de wand moet 200 mm bedragen. Deuren en ramen naar buiten sluiten.
Wartelmoer (fig. 6 (19)) afschroeven. Stop (20) verwijderen. Slang naar de
condensaatafvoer (4) door de boring van de wartelmoer steken totdat hij de
flens van de slang raakt. Wartelmoer opschroeven en vastdraaien. De slang
voor de condensaatafvoer (4) naar een geschikte tank leiden ofwel verbinden
met een slang die direct naar een afvoerleiding loopt.
Bedrijfsurenteller (fig. 9 (7)) en stroomverbruikmeter (fig. 9 (8)) (toebehoren,
art.nr. 132132).
2.3.2.
ROLLER’S Scirocco 80 centraal in de te ontvochtigen ruimte met een mini-
male grootte van 14 m
2
op een effen ondergrond plaatsen. De minimale
afstand tot de wand moet 200 mm bedragen. Deuren en ramen naar buiten
sluiten. De afneembare aansluitkabel uit het opbergvak (1) nemen en aansluiten.
De achtergrondverlichting van het display (2) licht kort op. Boven op de klep
van de condenstank (3) drukken, om deze te openen. De slang voor de
condensafvoer (4) van binnen naar buiten door het gat van de kast steken. De
slang voor de condensaatafvoer (4) naar een geschikte tank leiden ofwel
verbinden met een slang die direct naar een afvoerleiding loopt. De schakelaar
van de condenstank (5) in de richting van het symbool ‘doorgestreepte tank’
zetten. De klep van de condenstank (3) sluiten.
ROLLER’S Scirocco 80 is met een bedrijfsurenteller (7) en vanaf productie-
datum 2020 (typeplaatje) met een MID-conforme stroomverbruikmeter (8)
uitgerust.
2.4. Plaatsing van het apparaat met afvoer van het condensaat naar de
condenstank (9) resp. de condenstank met pomp (fig. 7, 8)
2.4.1.
ROLLER’S Scirocco 50 centraal in de te ontvochtigen ruimte met een mini-
male grootte van 9 m
2
op een effen ondergrond plaatsen. De minimale afstand
tot de wand moet 200 mm bedragen. Deuren en ramen naar buiten sluiten.
Controleren of de wartelmoer (fig. 6 (19)) en de stop (20) gemonteerd zijn.
Monteer deze indien nodig. Bij het gebruik van de condenstank met pomp
Scirocco 50 (toebehoren artikelnr. 132129) slang voor de condensaatafvoer
aan aansluitstuk (fig. 7 (21)) van de pomp bevestigen. Condenstank (9) verwij-
deren. Condenstank met pomp Scirocco 50 erin schuiven. Laat de condenspomp
niet droog lopen.
Bedrijfsurenteller (fig. 9 (7)) en stroomverbruikmeter (fig. 9 (8)) (toebehoren,
art.nr. 132132).
2.4.2.
ROLLER’S Scirocco 80 centraal in de te ontvochtigen ruimte met een mini-
male grootte van 14 m
2
op een effen ondergrond plaatsen. De minimale
afstand tot de wand moet 200 mm bedragen. Deuren en ramen naar buiten
sluiten. De afneembare aansluitkabel uit het opbergvak (1) nemen en aansluiten.
De achtergrondverlichting van het display (2) licht kort op. Boven op de klep
van de condenstank (3) drukken om deze te openen. Bij het gebruik van de
condenstank met pomp Scirocco 80 (toebehoren artikelnr. 132121) de slang
voor de condensaatafvoer door de boring van de behuizing van buitenaf naar
binnen steken en vervolgens aan het aansluitstuk (fig. 8 (21)) van de conden-
stank bevestigen. Condenstank (9) (toebehoren artikelnr. 132100) resp.
condenstank met pomp Scirocco 80 (toebehoren artikelnr. 132121) in het vak
plaatsen (fig. 5), zodat de ruiter van de vlotter zich binnen de beugel van de
fotocelbewaking (10) bevindt. De slang voor de condensaatafvoer (4) in de
opening van de 11,5 l-condenstank steken. De schakelaar van de condenstank
(5) in de richting van het symbool ‘niet doorgestreepte tank’ zetten. De klep
van de condenstank (3) sluiten. Bij het gebruik van de condens tank met pomp
Scirocco 80 de klep van de condenstank (3) tegen de magneten plaatsen,
zodat de aansluitleiding van de pomp naar buiten kan worden geleid. Laat de
condenspomp niet droog lopen.
ROLLER’S Scirocco 80 is met een bedrijfsurenteller (7) en vanaf productie-
datum 2020 (typeplaatje) met een MID-conforme stroomverbruikmeter (8)
uitgerust.
2.5. Luchtafvoerset Scirocco 80 gebruiken (toebehoren, artikelnr. 132104)
De afvoerlucht kan met de luchtafvoerslang (11) worden gebruikt voor het
verdelen van de afvoerlucht in de ruimte, voor het ontvochtigen van holle
ruimten, bijv. boven een verlaagd plafond, en voor het aanvullend aanblazen
van natte oppervlakken. De aansluitflens (12) met de 4 bijgeleverde schroeven
op de
ROLLER’S Scirocco 80 bevestigen (fig. 2). De luchtafvoerslang (11)
op de kraag van de aansluitflens schuiven en met een spanband bevestigen.
Voor het ophangen/bevestigen van de luchtafvoerslang zijn bevestigingsringen
aangebracht.
3. Bedrijf
Een luchtontvochtiging/bouwdroging kan meerdere weken in beslag nemen,
voor het vocht uit bijv. beton, metselwerk, pleister of estrik is verwijderd. Daarbij
kan de omgevingstemperatuur licht oplopen. Voor de aanvullende controle van
de luchtvochtigheid een hygrometer gebruiken.
3.1.
ROLLER’S Scirocco 50 met de aan-/uitknop (fig. 6 (13)) inschakelen. De
ventilator start. Met de knop ‘ventilatorsnelheid’ (22) kunt u kiezen tussen twee
snelheidsstanden. De gekozen ventilatorsnelheid wordt door middel van de
leds (23) aangegeven. De indicator ‘temperatuur/tijdschakelklok’ (24) toont de
actueel gemeten temperatuur. Met de knop ‘temperatuureenheid’ (25) kan de
temperatuureenheid ‘graden Celsius’ of ‘graden Fahrenheit’ worden gekozen
De indicator ‘luchtvochtigheid’ (14) toont de actueel gemeten relatieve luchtvocht-
igheid. Het apparaat is standaard ingesteld op 60 % relatieve luchtvochtigheid.
Met de beide knoppen (15) de gewenste luchtvochtigheid tussen 30 - 90 %
instellen. Met een korte druk op de knop wordt de waarde 5 % veranderd;
daarbij knippert de indicator voor de luchtvochtigheid (14). Na het instellen
verandert de luchtvochtigheidsindicator (14) automatisch en wordt weer de
nld nld
30