55
Vertaling van de originele handleiding
Fig. 1 – 1
Fig. 1 – 13
Fig. 1 ROLLER’S Centro S1
Fig. 2 ROLLER’S Centro S3
Fig. 3 ROLLER’S Centro S2/3,5
Fig. 4 ROLLER’S Centro S1,
ROLLER’S Centro S3,
ROLLER’S Centro SR,
handbediend droogboren met
aanboorhulp
Fig. 5 Plugbevestiging van de
boorstandaard in beton met
slaganker
Fig. 6 Plugbevestiging van de
boorstandaard in metselwerk
met stutanker
(ankerschalen)
Fig. 7 Typeplaatje ROLLER’S Centro S3
Fig. 8 Typeplaatje ROLLER’S Centro
S2/3,5
Fig. 9 ROLLER’S Centro SR
Toerentalinstelling voor
ROLLER’S Centro SR
Beton, gewapend beton
Metselwerk en andere
materialen
Toerental
Instelling schakelgreep (39)
Instelling instelschijf (57)
Fig. 10 ROLLER’S Centro DP,
droogboren uit de vrije hand
met aanboorhulp
Fig. 11 ROLLER’S Bohrständer S2,
montage waterafzuigvoorzie-
ning
Fig. 12 ROLLER’S Bohrständer T,
montage waterafzuigvoorziening
Fig. 13 Toebehoren
1 Boorzuil
2 Geleidingsslede
4 Bedieningshendel
(geïsoleerde handgrepen)
5 Stelbouten
6 Grondplaat
7 Sleuf
8 Imbusbout
10 Spanhoek
11 Aandrijfas
12 Tegenhouder (geïsoleerde
handgrepen)
13 Spanhals
14 Deksel
15 Watertoevoervoorziening
16 Controlelampje aardlekschakelaar
PRCD
17 Knop RESET
18 Knop TEST
19 Aardlekschakelaar PRCD
20 Motorgreep (geïsoleerde
handgrepen)
21 Veiligheidstipschakelaar
(ROLLER’S Centro S1, ROLLER’S
Centro S3, ROLLER’S Centro SR,
ROLLER’S Centro DP)
21a Wipschakelaar
(ROLLER’S Centro S2 / 3,5)
22 Adapter
23 Slaganker
24 Zetijzer
25 Draadstang
26 Schijf
27 Snelspanmoer
28 Stutanker
29 Spankop
30 Contramoer
31 Schroeven
32 Vleugelschroef
33 Draadspindel
34 Cilinderkopschroef
37 Zeskantschroef
38 Afstandshouderset
39 Schakelgreep
40 Steunen
41 Slangaansluiting
42 Afdekplaat
43 Dichtring
44 Waterafzuigvoorziening
45 Gummischijf
46 Zuigrotor
47 Boorkronenaansluiting UNC 1¼
en G ½
48 Diamantkernboorkroon
49 Aanboorhulp
50 Boorkronenverlenging
51 Waterdrukreservoir
52 Schroeven
53 Geleiding
54 Ontkoppelingsring
55 Slijpsteen
56 Ronde waterpas
57 Instelschijf
58 Laser-boormiddenaanwijzer
59 Bevestigingsschroef voor
aardleiding
60 Draadgat
61 Beugel
62 Snelspanset 160
63 Snelspanset 500
64 Boorsjabloon ROLLER’S
Bohrständer T
65 Hardmetalen steenboor Ø 15 mm
SDS-plus
66 Hardmetalen steenboor Ø 20 mm
SDS-plus
67 Vacuümpomp
68 Aansluiting zuigslang
69 Stelring micro-impuls-techniek
Algemene veiligheidsinstructies voor elektrisch
gereedschap
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Lees alle veiligheidsinstructies, aanwijzingen, opschriften en technische
gegevens waarvan dit elektrische gereedschap voorzien is. Als de onderstaande
aanwijzingen niet correct worden nageleefd, kan dit tot een elektrische schok, brand
en/of tot ernstige letsels leiden.
Bewaar alle veiligheidsinstructies en aanwijzingen voor latere raadpleging.
Het in de veiligheidsinstructies gebruikte begrip ‘elektrisch gereedschap’ heeft
betrekking op elektrische gereedschappen op netvoeding (met netsnoer) of elektri-
sche gereedschappen op accu’s (zonder netsnoer).
1) Veiligheid op de werkplek
a) Houd uw werkplek schoon en goed verlicht. Een rommelige of onverlichte
werkplek kan tot ongevallen leiden.
b) Werk met het elektrische gereedschap niet in een omgeving waar zich
brandbare vloeistoffen, gassen of stoffen bevinden en dus explosiegevaar
bestaat. Elektrische gereedschappen produceren vonken, die het stof of de
dampen kunnen ontsteken.
c) Houd kinderen en andere personen uit de buurt tijdens het gebruik van het
elektrische gereedschap. Als u wordt afgeleid, kunt u gemakkelijk de controle
over het elektrische gereedschap verliezen.
2) Elektrische veiligheid
a) De aansluitstekker van het elektrische gereedschap moet in de contactdoos
passen. De stekker mag op geen enkele wijze worden veranderd. Gebruik
geen verloopstekkers bij elektrische gereedschappen met randaarding.
Onveranderde stekkers en passende contactdozen verminderen het risico van
een elektrische schok.
b) Vermijd lichamelijk contact met geaarde oppervlakken zoals buizen,
radiatoren, fornuizen en koelkasten. Er bestaat een verhoogd risico van een
elektrische schok, als uw lichaam geaard is.
c) Houd het elektrische gereedschap uit de buurt van regen of vocht. Het
binnendringen van water in elektrisch gereedschap verhoogt het risico van een
elektrische schok.
d) Gebruik de aansluitleiding niet oneigenlijk om het elektrische gereedschap te
dragen, op te hangen of om de stekker uit de contactdoos te trekken. Houd
de aansluitkabel uit de buurt van hitte, olie, scherpe randen of bewegende
onderdelen. Beschadigde of in de knoop geraakte aansluitleidingen verhogen
het risico van een elektrische schok.
e) Als u met een elektrisch gereedschap in de openlucht werkt, mag u uitslui-
tend verlengsnoeren gebruiken die voor buitengebruik geschikt zijn. Het
gebruik van een verlengsnoer dat voor buitengebruik geschikt is, vermindert het
risico van een elektrische schok.
f) Als het bedrijf van het elektrische gereedschap in een vochtige omgeving
onvermijdelijk is, dient u een aardlekschakelaar te gebruiken. Het gebruik
van een aardlekschakelaar vermindert het risico van een elektrische schok.
3) Veiligheid van personen
a) Wees aandachtig tijdens het gebruik van elektrisch gereedschap. Let op wat
u doet en werk met verstand. Gebruik geen elektrisch gereedschap, als u
moe bent of als u onder invloed bent van drugs, alcohol of medicijnen. Een
moment van onoplettendheid tijdens het gebruik van het elektrische gereedschap
kan ernstige letsels tot gevolg hebben.
b) Draag persoonlijke beschermingsmiddelen en altijd een veiligheidsbril.
Het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen zoals stofmasker, slipvaste
veiligheidsschoenen, veiligheidshelm of gehoorbescherming, naargelang de aard
en het gebruik van het elektrische gereedschap, vermindert het risico van letsels.
c) Voorkom een onbedoelde inschakeling van het gereedschap. Verzeker u
ervan dat het elektrische gereedschap uitgeschakeld is, alvorens u het
op het stroomnet en/of de accu aansluit, opneemt of draagt. Als u bij het
dragen van het elektrische gereedschap uw vinger aan de schakelaar houdt of
als u het elektrische gereedschap op de elektrische voeding aansluit terwijl het
ingeschakeld is, kan dit ongevallen veroorzaken.
d) Verwijder instelgereedschap of schroefsleutels, voor u het elektrische
gereedschap inschakelt. Gereedschappen of sleutels die zich in een draaiend
onderdeel van het elektrische gereedschap bevinden, kunnen letsels veroorzaken.
e) Vermijd een abnormale lichaamshouding. Zorg ervoor dat u stabiel staat en
te allen tijde uw evenwicht kunt bewaren. Zo kunt u het elektrische gereed-
schap in onverwachte situaties beter controleren.
f) Draag geschikte kleding. Draag geen wijde kleding of sieraden. Houd haar
en kleding verwijderd van bewegende onderdelen. Losse kleding, sieraden
of lange haren kunnen door bewegende onderdelen worden gegrepen.
g) Als stofafzuig- en -opvanginrichtingen kunnen worden gemonteerd, dienen
deze aangesloten en correct gebruikt te worden. Gebruik van een stofafzuiging
kan risico’s door stof verminderen.
h) Let op dat u zich niet ten onrechte veilig voelt en negeer nooit de veilig-
heidsregels voor elektrisch gereedschap, ook niet wanneer u na veelvuldig
gebruik zeer goed met het elektrische gereedschap vertrouwd bent. Achteloos
handelen kan in een fractie van een seconde tot ernstig letsel leiden.
4) Gebruik en behandeling van elektrisch gereedschap
a) Overbelast het elektrische gereedschap niet. Gebruik bij uw werk het
elektrische gereedschap dat daarvoor bedoeld is. Met het juiste elektrische
gereedschap werkt u beter en veiliger binnen het aangegeven vermogensbereik.
b) Gebruik geen elektrisch gereedschap met een defecte schakelaar. Elektrisch
gereedschap dat niet meer kan worden in- of uitgeschakeld, is gevaarlijk en moet
worden gerepareerd.
c) Trek de stekker uit de contactdoos en/of verwijder de afneembare accu,
voordat u instellingen van het apparaat wijzigt, inzetgereedschappen
vervangt of het elektrische gereedschap weglegt. Deze voorzorgsmaatregel
voorkomt dat het elektrische gereedschap onbedoeld start.
d) Bewaar ongebruikt elektrisch gereedschap buiten het bereik van kinderen.
Laat het elektrische gereedschap niet gebruiken door personen die er niet
vertrouwd mee zijn of die deze instructies niet gelezen hebben. Elektrisch
gereedschap is gevaarlijk, als het door onervaren personen wordt gebruikt.
e) Onderhoud elektrische gereedschappen en inzetgereedschap zorgvuldig.
Controleer of beweeglijke onderdelen vlekkeloos functioneren en niet
klemmen en of bepaalde onderdelen eventueel gebroken of zodanig
beschadigd zijn, dat het elektrische gereedschap niet meer correct werkt.
Laat beschadigde onderdelen repareren voordat u het elektrische gereed-
schap weer gebruikt. Veel ongevallen zijn te wijten aan slecht onderhouden
elektrisch gereedschap.
f) Houd snijgereedschappen altijd scherp en schoon. Zorgvuldig onderhouden
snijgereedschappen met scherpe snijkanten gaan minder snel klemmen en
kunnen gemakkelijker worden geleid.
g) Gebruik elektrisch gereedschap, inzetgereedschap, inzetgereedschappen
enz. uitsluitend in overeenstemming met deze instructies. Houd daarbij
rekening met de werkomstandigheden en uit te voeren werkzaamheden. Het
gebruik van elektrisch gereedschap voor andere dan de beoogde toepassingen
kan tot gevaarlijke situaties leiden.
nld nld