64
nld nld
ROLLER’S Protector M, worden gebruikt. Neem de nationale voorschriften in
acht.
Bevestig de boorstandaard op een van de manieren die onder 3.3. beschreven
zijn. Let op! Bij het boren met ROLLER’S Centro DP is vacuümbevestiging niet
toegestaan. Steek de spanhals (13) van de aandrijfmachine in de opname van
de spanhoek (10) en draai de inbusbout(en) (8) met een inbussleutel SW 6
vast. Schroef de gekozen diamantkernboorkroon op de aandrijfas (11) van de
aandrijfmachine en draai deze handmatig met een lichte zwaai vast. Aandraaien
met een steeksleutel is niet nodig. Schakel de micro-impuls-techniek in. Draai
hiervoor de stelring micro-impuls-techniek (fi g. 10 (69)) in de vergrendelde positie,
zodat de rode markeringen overeenstemmen. Bij het boren in metselwerk en
andere materialen kan de micro-impuls-techniek worden uitgeschakeld. Draai
hiervoor de stelring micro-impuls-techniek (69) in de vergrendelde positie, zodat
de rode markeringen niet overeenstemmen.
Sluit een geschikte veiligheidszuiger/ontstoffer, bijv. ROLLER’S Protector M,
op ROLLER’S Centro DP aan (zie 2.4.2.). Indien het stof dat bij het droogboren
ontstaat, niet wordt afgezogen, kan de diamantkernboorkroon door oververhit-
ting beschadigd raken. Bovendien bestaat verwondingsgevaar, wanneer het
boorstof in de spleet wordt samengeperst en de diamantkernboorkroon blok-
keert. Neem de nationale voorschriften in acht.
Let erop dat de zuigslang van de veiligheidszuiger/ontstoffer geen knik maakt,
omdat dit de stofafzuiging hindert. Let er ook op dat er geen losgekomen
brokken steen of andere voorwerpen klem raken in de diamantkernboorkroon,
zuigrotor van de aandrijfmachine en/of zuigslang. Het stofreservoir van de
veiligheidszuiger/ontstoffer moet op tijd worden leeggemaakt en het fi lter dient
regelmatig te worden gereinigd of vervangen. Neem de handleiding van de
veiligheidszuiger/ontstoffer in acht.
Schakel de aandrijfmachine met de veiligheidstipschakelaar (21) in. Om te
vergrendelen moet bij ingedrukte veiligheidstipschakelaar (21) de vastzetknop
naast de veiligheidstipschakelaar (21) worden ingedrukt. Duw de diamant-
kernboorkroon met de bedieningshendel (4) aan de geïsoleerde handgrepen
langzaam vooruit en boor voorzichtig aan. Bij het aanboren kan het nuttig zijn
om de micro-impuls-techniek uit te schakelen. Wanneer de diamantkernboor-
kroon rondom gegrepen heeft, kan de voortbewegingsdruk worden verhoogd.
Als de aandrijfmachine stopt door een te hoge voortbewegingsdruk of blokkeert
door weerstand in de boorspleet, reduceert de multifunctie-elektronica de
motorstroom en zo het toerental van de aandrijfmachine tot een minimum. De
aandrijfmachine wordt echter niet uitgeschakeld. Als de voortbewegingsdruk
weer afneemt, neemt het toerental van de aandrijfmachine weer toe. De aandrijf-
machine wordt hierbij niet beschadigd, ook niet als het proces meermaals wordt
herhaald. Indien de motor ondanks een verlaging van de voortbewegingsdruk
nog altijd blijft stilstaan, moet de aandrijfmachine worden uitgeschakeld en
moet de diamantboorkroon met de hand worden losgedraaid (zie 5.).
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Netstekker uitnemen!
LET OP
LET OP
Gewapend beton met ROLLER’S Universal-diamantkernboorkronen en
ROLLER’S Universal-diamantkernboorkronen LS alleen natboren!
Gewapend beton met ROLLER’S diamantkernboorkronen voor droog-
boren LS alleen droogboren met kernboormachines met micro-impuls-
techniek. Het hierbij geproduceerde boorstof moet met een geschikte
veiligheidszuiger/ontstoffer worden weggezogen! Neem de nationale
voorschriften in acht.
3.5 Natboren met boorstandaard
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
ROLLER’S Centro DP wordt zonder aardlekschakelaar PRCD geleverd en is
alleen voor droogboren geschikt. Natboren en de aansluiting van een waterslang
op ROLLER’S Centro DP is niet toegestaan. Er bestaat het risico van een
elektrische schok.
ROLLER’S Centro S1, ROLLER’S Centro S3 en ROLLER’S Centro SR
Boorstandaard volgens een van de bij 3.3 beschreven manieren bevestigen.
Spanhals (13) van de aandrijfmachine in de opname van de spanhoek (10)
steken en imbusbout(en) (8) met zeskantstiftsleutel SW 6 vastzetten. Schroef
de gekozen ROLLER’S Universal-diamantkernboorkroon of ROLLER’S Universal-
diamantkernboorkroon LS op de aandrijfas (11) van de aandrijfmachine en
draai deze handmatig met een lichte zwaai vast. Aandraaien met steeksleutel
is niet nodig.
Watertoevoervoorziening aansluiten (zie 2.5.). De aandrijfmachine met de
veiligheidstipschakelaar (21) inschakelen. Om te vergrendelen moet bij inge-
drukte veiligheidstipschakelaar (21) de vastzetknop naast de veiligheidstip-
schakelaar (21) worden ingedrukt. Duw de diamantkernboorkroon met de
bedieningshendel (4) aan de geïsoleerde handgrepen langzaam vooruit en
boor voorzichtig aan met geringe watertoevoer. Heeft de diamantkernboorkroon
rondom gepakt, dan kan de voortgangsdruk verhoogd worden. Waterdruk zo
instellen, dat matig, maar constant water uit het boorgat loopt. Te lage waterdruk,
waarbij het afgevoerde materiaal eerder papperig uit het boorgat loopt, is net
zo nadelig voor de arbeidsvoortgang en standtijd van de diamantkernboorkroon
als te hoge waterdruk, waarbij het spoelwater helder uit het boorgat loopt. Zuig
het boorwater bij voorkeur af met een geschikte droog- en natzuiger, bijv.
ROLLER’S Protector L of ROLLER’S Protector M.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Erop letten dat bij werking geen water in de motor van de aandrijfmachine
komt. Levensgevaar!
Blijft de aandrijfmachine op grond van te hoge voortgangsdruk staan of blok-
keert wegens weerstand in de boorspleet, dan reduceert de multifunctie-
elektronica de motorstroom en daarmee het toerental van de aandrijfmachine
tot een minimum. De aandrijfmachine schakelt echter niet uit. Wordt de voort-
gangsdruk verminderd, dan stijgt het toerental van de aandrijfmachine weer.
De aandrijfmachine loopt bij deze voortgang, ook wanneer meerdere malen
herhaald, geen schade op. Blijft echter ondanks reducering van de voortgangs-
druk de motor staan, dan moet de aandrijfmachine uitgeschakeld worden en
de diamantboor kroon moet met de hand losgemaakt worden (zie 5).
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Netstekker uitnemen!
ROLLER’S Centro S2/3,5
ROLLER’S Bohrständer T op een van de onder 3.3 beschreven manieren
bevestigen. De beide schroeven (52) aan de fl ens van ROLLER’S Bohrständer
T losdraaien, ROLLER’S Centro S2/3,5 in de geleiding (53) plaatsen. De
aandrijfmachine vasthouden en de schroeven (52) aandraaien. De tegenmoeren
vastdraaien. De gekozen diamantkernboorkroon op de aandrijfas (11) van de
aandrijfmachine schroeven en handmatig met een lichte zwaai vastdraaien.
Aandraaien met een steeksleutel is niet nodig.
De watertoevoer aansluiten (zie 2.5.). De aandrijfmachine met de wipschakelaar
(21a) inschakelen. Duw de diamantkernboorkroon met de bedieningshendel
(4) aan de geïsoleerde handgrepen langzaam vooruit en boor voorzichtig aan
met geringe watertoevoer. Wanneer de diamantkernboorkroon rondom gegrepen
heeft, kan de voortbewegingsdruk worden verhoogd. De waterdruk zodanig
instellen, dat matig maar constant water uit het boorgat loopt. Een te lage
waterdruk, waarbij het uitgeboorde materiaal vrij modderig uit het boorgat loopt,
is even nadelig voor het werk en de standtijd van de diamantkernboorkroon
als een te hoge waterdruk, waarbij het spoelwater helder uit het boorgat loopt.
Zuig het boorwater bij voorkeur af met een geschikte droog- en natzuiger, bijv.
ROLLER’S Protector L of ROLLER’S Protector M.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Erop letten dat bij werking geen water in de motor van de aandrijfmachine
komt. Levensgevaar!
Blijft de aandrijfmachine op grond van te hoge voortgangsdruk staan of blok-
keert wegens weerstand in de boorspleet, dan reduceert de multifunctie-
elektronica de motorstroom en daarmee het toerental van de aandrijfmachine
tot een minimum. De aandrijfmachine schakelt echter niet uit. Wordt de voort-
gangsdruk verminderd, dan stijgt het toerental van de aandrijfmachine weer.
De aandrijfmachine loopt bij deze voortgang, ook wanneer meerdere malen
herhaald, geen schade op. Blijft echter ondanks reducering van de voortgangs-
druk de motor staan, dan moet de aandrijfmachine uitgeschakeld worden en
de diamantboor kroon moet met de hand losgemaakt worden (zie 5).
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Netstekker uitnemen!
3.6 Verwijderen van de boorkern
LET OP
LET OP
Bij verticaal doorboren b.v. een plafond, komt de boorkern normaal gesproken
vanzelf los en valt uit het plafond! Maatregelen treffen, dat geen persoons- of
materiaalschade ontstaat!
Blijft de boorkern na de kernboring in de diamantkernboorkroon hangen, dan
moet de diamantkernboorkroon van de aandrijfmachine geschroefd worden en
de boorkern met een staaf uitgestoten worden.
LET OP
LET OP
In geen geval mag met metaaldelen, b.v. hamer of steeksleutel, op de mantel
van de boorbuis geslagen worden om de boorkern te lossen. Daardoor wordt
de boorkern naar binnen gedeukt en een toekomstig klemmen van de boorkern
begunstigd. De diamantkernboorkroon kan daardoor onbruikbaar worden.
Bij niet doorgaande kernboringen kan de boorkern vanaf een boordiepte 1,5 x Ø
gebroken worden wanneer b.v. een beitel in de boorspleet gestoken wordt. Kan
de boorkern niet gepakt worden, dan kan b.v. met een boorhamer een schuin gat
in de boorkern geboord worden om deze dan met een staaf te pakken.
3.7 Verlenging van de diamantkernboorkroon
Is de slag van de boorstandaard of de bruikbare boordiepte van de diamant-
kernboorkroon niet voldoende, dan kan er een boorkronenverlenging ((50)
toebehoren art.nr. 180155) gebruikt worden. Daarna kan men zo ver boren als
mogelijk.
Bij niet toereikende slag van de boorstandaard en een boringsdiepte binnen de
bruikbare boordiepte van de diamantkernboorkroon gaat men als volgt te werk:
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Netstekker uitnemen! Diamantkernboorkroon niet uit de kernboring trekken.
Netstekker uitnemen!
Netstekker uitnemen!
Diamantkernboorkroon van de aandrijfmachine halen (zie 2.3.2.). Aandrijfma-
chine zonder diamantkernboorkroon terugtrekken. Boor kroonverlenging ((50)
toebehoren art.nr. 180155) tussen diamantkernboorkroon en aandrijfma chine
monteren.