nld nld
2.3. Montage (wisselen) van de perskoppen (14) bij axiaalpersen (Fig. 11)
11
11
Accu uitnemen. Alleen systeemconforme perskoppen gebruiken. ROLLER’S
perskoppen zijn met hoofdletters ter herkenning van het drukhulssysteem en
met een getal ter herkenning van de afmeting gekenmerkt. De inbouw- en
montagehandleiding van de fabrikant/aanbieder van het gebruikte systeem
montagehand
montagehand
moet worden gelezen en nageleefd. Nooit met niet passende perskoppen
(drukhulssysteem, afmeting) persen. De verbinding kan onbruikbaar zijn en de
machine en de perskoppen kunnen beschadigd worden.
Gekozen perskoppen (14) helemaal insteken, hiertoe draaien tot deze vastklikken
(kogelborging). Perskoppen en opnamegaten in de persvoorziening schoon
houden.
2.4. Montage (vervanging) van de optrompvoorziening (15), optrompkop (16)
bij ROLLER’S Akku-Exparo 22 V ACC (fi g. 10)
10
10
Kies de bij de optrompkop (16) passende optrompvoorziening (15). Gebruik
bij de ROLLER’S optrompkoppen Cu de optrompvoorziening Cu. Gebruik bij
de ROLLER’S optrompkoppen P de optrompvoorziening P. Gebruik bij de
ROLLER’S optrompkoppen P-CEF de optrompvoorziening P-CEF. Gebruik
uitsluitend systeemspecifi eke optromkoppen. ROLLER’S optrompkoppen P en
ROLLER’S optrompkoppen P-CEF zijn voorzien van een letter die het drukhuls-
systeem aangeeft en een cijfer dat de grootte aangeeft; ROLLER’S optromp-
koppen Cu zijn alleen voorzien van een cijfer dat de grootte aangeeft. De
inbouw- en montagehandleiding van de fabrikant/aanbieder van het gebruikte
systeem moet worden gelezen en nageleefd. Gebruik nooit een niet-passende
optrompvoorziening of niet-passende optrompkoppen (systeem, grootte). De
verbinding kan dan onbruikbaar zijn en de machine en optrompkoppen zouden
kunnen worden beschadigd. De kegel van de optrompdoorn (18) dient licht te
worden ingevet.
Vervangen van de optrompvoorziening P en Cu
Schroef de gekozen optrompkop tot de aanslag op de optrompvoorziening (15).
De optrompvoorziening moet nu zo worden ingesteld, dat de schuifkracht van
de aandrijfmachine aan het einde van de optromping door de aandrijfmachine
en niet door de optrompkop wordt opgenomen. Hiertoe dient de optrompvoor-
ziening (15) samen met de opgeschroefde optrompkop van de aandrijfmachine
te worden geschroefd. Laat de opschuifzuiger zo ver mogelijk naar voren lopen,
zonder dat de machine op terugloop omschakelt. In deze positie moet de
optrompvoorziening samen met de opgeschroefde optrompkop op de aandrijf-
machine worden geschroefd tot de optrompbekken (17) van de optrompkop
(16) helemaal geopend zijn. In deze stand dient de optrompvoorziening met
de contramoer (24) te worden geborgd.
LET OP
LET OP
Zorg ervoor dat de drukhuls bij de optrompbewerking voldoende afstand tot de
optrompkop (16) heeft, omdat anders de optrompbekken (17) kunnen buigen
of breken.
Vervangen van de optrompvoorziening P-CEF
Verwijder de accu. Schroef de contramoer (24) en gekozen optrompvoorziening
(15) tot de aanslag op. Schroef de gekozen optrompkop (16) tot de aanslag op
de optrompvoorziening.
3. Werking
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
Voordat de aandrijfmachine na een langere opslagduur weer in gebruik wordt
genomen, moet eerst het overdrukventiel in werking worden gesteld door op
de terugloopknop (13) te drukken. Indien dit vastzit of stroef is, mag niet worden
geperst. De aandrijfmachine dient voor controle te worden ingediend bij een
geautoriseerde ROLLER klantenservice.
3.1. Radiaalpersen (fi g. 1 t/m 9 en
99
15 t/m
15
15
19)
19
19
Vóór elk gebruik dient de perstang, perstang Mini, persring, tussentang en
tussentang Mini, met name de perscontour (11, 22) van de persbekken (10)
resp. van alle 3 de perssegmenten (21), op schade en slijtage te worden
gecontroleerd. Beschadigde of versleten perstangen, perstangen Mini, pers-
ringen, tussentangen en de tussentang Mini mogen niet meer worden gebruikt.
Anders bestaat het risico van niet-correcte persingen of ongevallen.
Vóór elk gebruik dient met de aandrijfmachine en de te gebruiken perstang,
perstang Mini, persring met tussentang of tussentang Mini een proefpersing met
ingelegde persfi tting te worden uitgevoerd. De perstang, perstang Mini (1),
persring (20) met tussentang of tussentang Mini moeten hierbij mechanisch in
de aandrijfmachine passen en volgens de voorschriften vergrendeld kunnen
worden. Bij de perstang, perstang Mini (fi g. 1), persring (PR-3B) (fi g. 18),
persring 45° (PR-2B) (fi g. 19) moet na het voltooien van de persing worden
gecontroleerd of de persbekken (10) bij ‘A’ volledig gesloten zijn. Bij de perstang
(4G) (fi g. 15), de perstang (S) (fi g. 16) moet na het voltooien van de persing
worden gecontroleerd of de persbekken (10) bij ‘A’ en op de tegenoverliggende
zijde ‘B’ volledig gesloten zijn. Bij de persring (PR-3S) (fi g. 17), de persring XL
(PR-3S) moet na het voltooien van de persing worden gecontroleerd of de
perssegmenten (21) bij ‘A’ en op de tegenoverliggende zijde ‘B’ volledig gesloten
zijn. De dichtheid van de verbinding moet eveneens worden gecontroleerd
(nationale voorschriften, normen, richtlijnen enz. in acht nemen).
Ontstaat bij het sluiten van de perstang, perstang Mini een duidelijke braam
aan de pershuls, dan kan de persing fout cq. ondicht zijn (zie 5. storingen).
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
Om schade aan het persapparaat te voorkomen, dient erop te worden
gelet dat bij werksituaties zoals bijvoorbeeld in fi g. 12 t/m
12
12
14 getoond,
14
14
geen spanning tussen perstang, perstang Mini, persring, tussentang,
tussentang Mini, fi tting en aandrijfmachine optreedt. Bij niet-nakoming
bestaat breukgevaar en kunnen wegvliegende delen ernstig letsel veroor-
zaken.
3.1.1. Werkvolgorde
Perstang, perstang Mini (1) met de hand zover samendrukken, dat de perstang
over de persfi tting geschoven worden kan. Aandrijfmachine met perstang daarbij
haaks t.o.v. de buis op de persfi tting plaatsen. Perstang loslaten zodat deze
zich om de persfi tting sluit. Aandrijfmachine bij de machinegreep (6) en de
schakelaargreep (9) vasthouden.
Leg de persring (20) om de persfi tting. Leg de tussentang/tussentang Mini (19)
in de aandrijfmachine en vergrendel de tanghouderbout; breng indien nodig
de draaihuls (27) in de juiste positie, zie 2.2. Duw de tussentang/tussentang
Mini (18) met de hand zo ver samen, dat de tussentang/tussentang Mini aan
de persring kan worden aangelegd. Laat de tussentang/tussentang Mini los,
zodat de radiussen/halve bollen van de tussentang/tussentang Mini stevig op
de cilinderrollen/kogelschalen van de persring zitten en de persring goed op
de persfi tting vastzit. Houd er bij de tussentang Z1 en tussentang Mini Z1
rekening mee dat de persring uitsluitend onder 45° mag worden aangebracht.
LET OP
LET OP
Gebruik alleen de tussentang die voor de persring is toegestaan, zie 2.2. Niet-
naleving kan tot gebrekkige of ondichte persingen leiden en tot beschadiging
van de persring en/of tussentang.
Bij
Bi
Bi ROLLER’S Uni-Press SE de draairichtingshendel (7) naar rechts (aanloop)
ROLLER’S Uni-Press SE
ROLLER’S Uni-Press SE
schakelen en de veiligheidstipschakelaar (8) indrukken. Houd de veiligheid-
stipschakelaar (8) ingedrukt tot de persing voltooid is en de perstang resp.
persring gesloten is. Laat de veiligheidstipschakelaar direct los. Schakel de
draairichtingshendel (7) naar links (terugloop) en druk op de schakelaar (8) tot
de persrollen teruggelopen zijn en de veiligheidsslipkoppeling in werking treedt.
Laat de veiligheidstipschakelaar direct los.
LET OP
LET OP
De veiligheidsslipkoppeling mag niet onnodig worden belast. Laat de veilig-
heidstipschakelaar na het sluiten van de perstang, persring resp. na het
teruglopen van de persrollen direct los. De veiligheidsslipkoppeling is zoals
direct
direct
elke slipkoppeling onderhevig aan normale slijtage. Als deze echter onnodig
wordt belast, verslijt ze sneller en kan ze worden vernield.
Bij
ROLLER’S Uni-Press en ROLLER’S Multi-Press houd de veiligheidstip-
schakelaar (8) ingedrukt tot de persing voltooid is en de perstang resp. persring
volledig gesloten is. Dit wordt door een akoestisch signaal (knakken) aange-
geven. Terugloopknop (13) zolang indrukken, totdat de persrollen (5) helemaal
zijn teruggelopen.
Bij
ROLLER’S Multi-Press Mini ACC, ROLLER’S Multi-Press ACC,
ROLLER’S Multi-Press Mini ACC, ROLLER’S Multi-Press ACC, ROLLER’S
Multi-Press Mini S 22 V ACC,
Multi-Press Mini S 22 V ACC, ROLLER’S Multi-Press Mini 22 V ACC, ROLLER’S
Multi-Press XL 45 kN 22 V ACC, ROLLER’S Uni-Press ACC en Uni-Press XL
ACC houd de veiligheidstipschakelaar (8) ingedrukt tot de persing voltooid is
ACC
ACC
en de perstang resp. persring volledig gesloten is. Na volle dige persing scha-
kelt de aandrijfmachine automatisch op terugloop om (gedwongen afl oop). Dit
wordt door een akoestisch signaal (knakken) aangegeven.
Houd bij ROLLER’S Multi-Press 22 V ACC de veiligheidstipschakelaar (8)
ingedrukt tot de perstang resp. persring volledig gesloten is. Na de voltooide
persing schakelt de aandrijfmachine automatisch om naar terugloop (gedwongen
afl oop). De gekleurde led van de persdrukindicatie (28) geeft aan of de persdruk
van de aandrijfmachine binnen het voorgeschreven bereik lag, zie 3.6.
Druk de perstang, perstang Mini met de hand samen, zodat ze samen met de
aandrijfmachine van de persfi tting kan worden afgetrokken. Druk de tussentang,
tussentang Mini met de hand samen, zodat ze samen met de aandrijfmachine
van de persring kan worden afgetrokken. Open de persring met de hand, zodat
hij van de persfi tting kan worden afgetrokken.
3.1.2. Functieveiligheid
Bij ROLLER’S Uni-Press SE
ROLLER’S Uni-Press
ROLLER’S Uni-Press
wordt de persbewerking beëindigd door de veilig-
SE
SE
heidstipschakelaar (8) los te laten. Voor de mechanische veiligheid van de
aandrijfmachine werkt in beide eindposities van de persrollen een draaimo-
mentafhankelijke veiligheidsslipkoppeling. De veiligheidsslipkoppeling mag niet
onnodig worden belast! ROLLER’S Uni-Press SE is bovendien uitgerust met
veiligheidselektronica, die de aandrijfmachine bij hoge belasting uitschakelt.
Zolang de perstangen (1), persringen (20) volledig sluiten, zie 3.1., is dit geen
probleem. Indien de aandrijmachine echter wordt uitgeschakeld voordat de
persing voltooid is (perstangen, persringen waren niet gesloten, zie 3.1.), mag
niet verder worden gewerkt en moet de aandrijfmachine direct worden gecon-
troleerd/gerepareerd door een geautoriseerde ROLLER klantenservice.
ROLLER’S Uni-Press en ROLLER’S Multi-Press beëindigt de persbeweging
ROLLER’S Uni-Press en ROLLER’S Multi-Press
ROLLER’S Uni-Press en ROLLER’S Multi-Press
automatisch onder afgifte van een akoestisch signaal (knakken).
ROLLER’S Multi-Press Mini ACC, ROLLER’S Multi-Press Mini 22 V ACC,
ROLLER’S Multi-Press Mini ACC, ROLLER’S Multi-Press Mini 22 V ACC,
ROLLER’S Multi-Press Mini S 22 V ACC, ROLLER’S Multi-Press ACC, ROLLER’S
ROLLER’S Multi-Press Mini S 22 V ACC, ROLLER’S Multi-Press ACC, ROLLER’S
Multi-Press 22 V ACC, ROLLER’S Multi-Press XL 45 kN 22 V ACC, ROLLER’S
Uni-Press ACC und ROLLER’S Uni-Press XL ACC beëindigen de persbeweging
automatisch onder afgifte van een akoestisch signaal (knakken) en loopen
automatisch terug (gedwongen afl oop).
LET OP
LET OP
Alleen met het volledige sluiten van de perstang, perstang Mini, persring
of perssegmenten is de vlekkeloze persing tot stand gebracht. Bij de
perstang, perstang Mini (fi g. 1), persring (PR-3B) (fi g. 18), persring 45°
50
Summary of Contents for Akku-Exparo 22 V ACC
Page 5: ...Fig 18 PR 3B B A 19 20 22 12 12 Fig 19 45 PR 2B PR 2B B 22 A 12 12 20 20 12 19 10 10 5 5 5...
Page 90: ...90...
Page 91: ......