● Houd water uit de buurt van de elektrische onderdelen van het elektrische
ontstoppingsapparaat en van personen in de werkruimte. Er bestaat gevaar
door een elektrische schok.
● Bij het ontstoppen van buizen kunt u op verborgen stroomleidingen stoten,
bijv. wanneer de buis beschadigd is. Er bestaat gevaar door een elektrische
schok.
●
Laat het elektrische ontstoppingsapparaat nooit zonder toezicht, terwijl het
loopt. Schakel het elektrische ontstoppingsapparaat bij langere werkon-
derbrekingen uit en trek de stekker uit. Van elektrische apparaten kunnen
gevaren uitgaan, die tot zaak- en/of personenschade kunnen leiden, als ze zonder
toezicht worden achtergelaten.
● Kinderen en personen die op basis van hun fysieke, zintuiglijke of geeste-
lijke vermogens of door een gebrek aan ervaring of kennis niet in staat zijn
het elektrische ontstoppingsapparaat veilig te bedienen, mogen dit elek-
trische ontstoppingsapparaat niet zonder toezicht of instructie van een
verantwoordelijke persoon gebruiken. Anders bestaat risico op een verkeerde
bediening en letsels.
● Houd andere personen uit de buurt van uw werkplek. Laat andere personen
en met name kinderen niet het elektrische gereedschap of het snoer aanraken.
Houd hen uit de buurt van uw werkplek.
● Berg ongebruikt elektrisch gereedschap veilig op. Ongebruikt elektrisch
gereedschap dient op een droge, hooggelegen of afgesloten plek, buiten bereik
van kinderen te worden bewaard.
● Gebruik voor zwaar werk geen elektrisch gereedschap met zwak vermogen.
Er bestaat verwondingsgevaar.
● Gebruik uitsluitend goedgekeurde en overeenkomstig gemarkeerde verleng-
kabels met een voldoende grote kabeldiameter. Gebruik verlengkabels tot
een lengte van 10 m met een kabeldiameter van 1,5 mm², kabels van 10 – 30 m
een lengte van 10 m met
een lengte van 10 m met
met een kabeldiameter van 2,5 mm².
ROLLER’S Mini-Ortem
● Verwijder voor het gebruik van het ontstoppingsapparaat met een (schroef)
boormachine de draaikruk (8). Er bestaat verwondingsgevaar.
● Gebruik uitsluitend geschikte (schroef)boormachines met een elektronische
toerentalregeling en neem de handleiding van de (schroef)boormachine in
acht. Er bestaat verwondingsgevaar.
● Gebruik/vergrendel nooit de vastzetknop van de aan-uitschakelaar van de
(schroef)boormachine. Er bestaat verwondingsgevaar.
● Neem het reactiemoment van de aandrijfmachine op de spiraaltrommel (10)
in acht en bedien het ontstoppingsapparaat uitsluitend met twee handen
aan de handgreep (7) en schakelaargreep (2). Er bestaat verwondingsgevaar.
● Let op de afstand van het buiseinde tot de klembus. Bij een te grote afstand
(> 200 mm) kan de ontstoppingsspiraal beginnen slingeren. Er bestaat verwon-
dingsgevaar!
● Gebruik geen aandrijfmachines met snelstop. Bij een direct stilzetten van de
aandrijfmachine kan deze door het slingermoment van de nog draaiende spiraal-
trommel (10) worden omgeslagen.
Symboolverklaring
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Gevaar met een gemiddelde risicograad, dat bij niet-naleving
de dood of ernstig (onherstelbaar) letsel tot gevolg kan hebben.
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
Gevaar met een lage risicograad, dat bij niet-naleving matig
(herstelbaar) letsel tot gevolg kan hebben.
LET OP
LET OP
Materiële schade, geen veiligheidsinstructie! Geen kans op
letsel.
Lees de handleiding vóór de ingebruikname
Elektrisch gereedschap voldoet aan beschermingsgraad II
Milieuvriendelijke verwijdering
CE-conformiteitsmarkering
1. Technische gegevens
Beoogd gebruik
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
ROLLER’S Mini-Ortem en ROLLER’S Mini-Ortem S zijn bedoeld voor het verhelpen
ROLLER’S
ROLLER’S
van verstopte buizen, bijv. in de keuken, badkamer en het toilet.
Elk ander gebruik is oneigenlijk en daarom niet toegestaan.
1.1. Leveringsomvang
ROLLER’S Mini-Ortem: Ontstoppingsapparaat;
Ontstoppingsspiraal Ø 8 mm; Handleiding.
ROLLER’S Mini-Ortem S: Elektrisch ontstoppingsapparaat;
Ontstoppingsspiraal met kern Ø 8 mm;
Handleiding.
1.2. Artikelnummers
ROLLER’S Mini-Ortem ontstoppingsapparaat
voor hand- en elektrische bediening 170010
voor hand- en elektrische bediening
voor hand- en elektrische bediening
ROLLER’S Mini-Ortem S elektrisch ontstoppingsapparaat
170022
Ontstoppingsspiraal Ø 8 mm × 7,5 m (ROLLER’S Mini-Ortem)
170200
Ontstoppingsspiraal met kern Ø 8 mm × 7,5 m
170201
Ontstoppingsspi
Ontstoppingsspi
Ontstoppingsspiraal Ø 10 mm × 10 m
170205
Stalen koffer met inlage 185058
Machinereiniger
140119
1.3. Werkbereik
ROLLER’S Mini-Ortem, ROLLER’S Mini-Ortem S
Verwijdering van buisverstoppingen,
bijv. in keuken, badkamer, toilet, voor buizen
Ø 20 – 50 (75) mm
1.4. Elektrische gegevens
ROLLER’S Mini-Ortem S
230 V, 50 – 60 Hz, 630 W, 2,7 A; randgeaard, ontstoord,
Toerental elektronisch regelbaar
0 – 950 rpm
-1
1.5. Afmetingen
ROLLER’S Mini-Ortem S
445 × 310 × 200 mm, 17,5" × 12,2" × 7,9"
ROLLER’S Mini-Ortem
395 × Ø 200 mm, 15,6
ROLLER’S Mini-Or
ROLLER’S Mini-Or
" × Ø 7,9"
1.6. Gewicht
ROLLER’S Mini-Ortem S
5,2 kg, 11,5 lb
ROLLER’S Mini-Or
ROLLER’S Mini-Or
ROLLER’S Mini-Ortem
2,9 kg, 6,4 lb
1.7. Geluidsinformatie
ROLLER’S Mini-Ortem S
Emissiewaarde op de werkplek
L
PA
84 dB(A), L
WA
95 dB(A),
Onzekerheid K = 3 dB
1.8. Vibraties
ROLLER’S Mini-Ortem S
Gemeten effectieve waarde van de versnelling
2,5 m/s²
Onzekerheid K = 1,5 m/s²
De aangegeven trillingsemissiewaarde werd met een genormde testmethode
gemeten en kan voor vergelijk met een ander apparaat gebruikt worden. De
aangegeven trillingsemissiewaarde kan ook voor een inleidende inschatting
van de uitzetting gebruikt worden.
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
De trillingsemissiewaarde kan zich tijdens gebruik van het apparaat van de
aangegeven waarde onderscheiden, afhankelijk van de manier en wijze waarop
het apparaat gebuikt wordt. Afhankelijk van de feitelijke gebruiksomstandigheden
(intermitterend) kan het noodzakelijk zijn veiligheidsmaatregelen te nemen voor
bescherming van de gebruiker.
2. Inbedrijfstelling
2.1. Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Neem de netspanning in acht! Alvorens het elektrische gereedschap aan te
sluiten, dient te worden gecontroleerd of de spanning die op het typeplaatje is
aangegeven, overeenkomt met de netspanning. Op bouwplaatsen, in vochtige
omgevingen, in binnen- en buitenruimten of bij soortgelijke opstellingen mag
het elektrische gereedschap uitsluitend op het net worden aangesloten via een
aardlekschakelaar die de stroomtoevoer onderbreekt zodra de lekstroom naar
de aarde gedurende 200 ms de 30 mA overschrijdt.
2.2. Ontstoppingsspiraal in de spiraaltrommel (10) monteren
Wanneer een nieuwe ontstoppingsspiraal wordt gemonteerd, moet deze ca.
50 mm voor het achterste spiraaleinde ca. 45° worden gebogen en vervolgens
zodanig door de geopende klembus (5)/spankop (12) in de spiraaltrommel (10)
worden geschoven, dat de ontstoppingsspiraal, gezien door de opening van
de spiraaltrommel (10) aan de voorkant, met de wijzers van de klok mee wordt
opgewikkeld. Schuif de ontstoppingsspiraal in, totdat de kegelkop (6) ca. 200 mm
uit de klembus (5)/spankop (12) steekt.
3. Bedrijf
3.1. Bedrijf ROLLER’S Mini-Ortem S
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
Bedien het elektrische ontstoppingsapparaat altijd met twee handen; houd
hierbij de tegenhouder met invoerbesturing (1) en de schakelaargreep (2) altijd
goed vast. Houd bij het in- en uitschakelen rekening met het reactiemoment
van de aandrijfmachine op de spiraaltrommel (10)! Start het elektrische ontstop-
pingsapparaat bij voorkeur met een gering toerental en verhoog dit vervolgens
langzaam naargelang nodig.
De ontstoppingsspiraal Ø 8 mm resp. Ø 10 mm, ca. 150 mm uittrekken. Bij de
ontstoppingsspiraal Ø 8 mm de instelschijf (11) tot aan de aanslag draaien, bij
de ontstoppingsspiraal Ø 10 mm tot een weerstand optreedt en vervolgens
nog ca. één omwenteling doordraaien. Zet de draairichtingsschakelaar (3) op
de pijl in de richting van de spiraaltrommel (10). Met de instelschijf aan de
veiligheidstipschakelaar (4) kan het toerental van het laagste niveau A tot het
hoogste niveau F worden begrensd. Druk de veiligheidstipschakelaar (4) licht
in, zodat de spiraaltrommel (10) draait. Verhoog aansluitend langzaam het
toerental naar gelang nodig. Draai de tegenhouder met invoerbesturing (fi g.1
(1)) naar links, om de ontstoppingsspiraal in de buis voort te bewegen. Wanneer
de ontstoppingsspiraal op een weerstand stoot, moet evt. het toerental verlaagd
of de invoerrichting omgekeerd worden. Na het verwijderen van de verstopping,
de tegenhouder met invoerbesturing (fi g.1 (1)) naar rechts draaien, om de
nld nld
18