ontstoppingsspiraal uit de buis te halen. Ca. 200 mm voordat de kegelkop (6)
de spankop (12) bereikt, moet het elektrische ontstoppingsapparaat worden
uitgeschakeld. Na het ontstoppingswerk moet voor het transport de instelschijf
(11) worden losgedraaid en de ontstoppingsspiraal met de hand tot kort voor
de aanslag van de kegelkop (6) aan de spankop (12) in de spiraaltrommel (10)
worden teruggeschoven.
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
Bij een te grote afstand tussen buiseinde/afvoer en spankop (12) kan de
ontstoppingsspiraal beginnen slingeren! (verwondingsgevaar)!
LET OP
LET OP
Voer de ontstoppingsspiraal bij het ontstoppen slechts zo ver in de buis, dat
ten minste 2 wikkelingen in de spiraaltrommel (10) blijven. Als de ontstoppings-
spiraal verder wordt ingevoerd, is de terugloop niet meer door motorkracht
mogelijk. De ontstoppingsspiraal moet dan ca. 2 wikkelingen met de hand in
de spiraaltrommel (10) worden teruggeschoven. Aansluitend functioneert de
terugloop weer automatisch.
De aan de ontstoppingsspiraal gevormde kegelkop (6) mag in geen geval in
de spankop (12) terechtkomen, omdat anders de ontstoppingsspiraal wordt
beschadigd.
3.2. Bedrijf ROLLER’S Mini-Ortem
Trek de ontstoppingsspiraal ca. 300 mm uit de spiraaltrommel (10), draai de
klembus (5) met de hand vast en voer de spiraal in de te ontstoppen buis. Houd
de handgreep (7) vast en draai met de andere hand aan de draaikruk (8), om
de spiraaltrommel (10) met de klok mee te draaien. Voer de ontstoppingsspiraal
slechts zo ver in de te ontstoppen buis, dat de klembus (5) nog met de hand
kan worden bediend. Open de klembus (5) en trek de ontstoppingsspiraal weer
ca. 300 mm uit de spiraaltrommel (10). Herhaal dit proces tot er weerstand
voelbaar is of de verstopping verholpen is. Trek de ontstoppingsspiraal met de
hand terug en schuif hem weer in de spiraaltrommel.
3.3. Bedrijf ROLLER’S Mini-Ortem met geschikte boormachine/schroefboor-
machine
Als voor het aandrijven van de ROLLER’S Mini-Ortem een boormachine of
schroefboormachine wordt gebruikt, dient erop te worden gelet dat deze met
een traploos instelbare, elektronische toerentalregeling (0 – 550 rpm
-1
) is
-1
-1
uitgerust. De draaikruk (8) verwijderen. Sluit de klembus van de boormachine
of schroefboormachine op de zeskantmeenemer (9) aan.
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
Gebruik geen boormachine of schroefboormachine met snelstop! Bij een
direct stilzetten van de aandrijfmachine kan deze door het slingermoment van
de nog draaiende spiraaltrommel (10) worden omgeslagen.
Trek de ontstoppingsspiraal ca. 300 mm uit de spiraaltrommel (10) en draai de
klembus (5) met de hand vast. Zet de (schroef)boormachine altijd eerst langzaam
rechtsdraaiend in beweging en verhoog het toerental vervolgens naargelang
nodig Voer de ontstoppingsspiraal slechts zo ver in de te ontstoppen buis, dat
de klembus (5) nog met de hand kan worden bediend. Schakel de boormachine
of schroefboormachine uit. Open de klembus (5) en trek de ontstoppingsspiraal
weer ca. 300 mm uit de spiraaltrommel (10). Herhaal dit proces tot er weerstand
voelbaar is of de verstopping verholpen is. Houd een afstand van maximaal
200 mm tussen buiseinde/afvoer en klembus (5) aan, omdat a
200 mm tussen buiseinde/afvoer en klembus (
200 mm tussen buiseinde/afvoer en klembus (
nders de ontstop-
de ont
de ont
pingsspiraal kan beginnen slingeren. Trek de ontstoppingsspiraal altijd met de
hand terug en schuif hem weer in de spiraaltrommel (10). Laat de boormachine
of schroefboormachine alleen naar links draaien, als de ontstoppingsspiraal in
de buis vastzit. Schakel hiervoor de boormachine of schroefboormachine
de buis vastzit. Schakel hiervoor de boormachine of schroefboor
de buis vastzit. Schakel hiervoor de boormachine of schroefboor
voorzichtig afwisselend op rechts- en linksdraaiend.
4. Onderhoud
Ongeacht het hieronder beschreven onderhoud wordt aanbevolen om het
elektrische ontstoppingsapparaat ten minste één keer per jaar naar een geau-
toriseerde ROLLER klantenservice te brengen voor een inspectie en herhaalde
controle van het elektrische apparaat. In Duitsland is zo’n herhaalde controle
van elektrische apparaten volgens DIN VDE 0701-0702 verplicht en volgens
het ongevalpreventievoorschrift DGUV-voorschrift 3 ‘Elektrische installaties en
bedrijfsmiddelen’ ook voor mobiele elektrische bedrijfsmiddelen voorgeschreven.
Daarnaast dienen de voor de plaats van inzet geldende nationale veiligheids-
bepalingen, regels en voorschriften in acht genomen en gevolgd te worden.
4.1. Inspectie
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Vóór onderhoudswerkzaamheden altijd de netstekker uittrekken!
Reinig het elektrische ontstoppingsapparaat en de ontstoppingsspiraal regel-
matig, vooral ook als het langere tijd niet wordt gebruikt. Reinig kunststof
onderdelen (bijv. de kast) uitsluitend met de machinereiniger (art.nr. 140119)
of met milde zeep en een vochtige doek. Gebruik geen huishoudelijke reini-
gingsmiddelen. Deze bevatten allerlei chemicaliën die kunststof onderdelen
kunnen beschadigen. Gebruik voor de reiniging in geen geval benzine, terpen-
tijnolie, thinner of dergelijke producten.
Zorg ervoor dat vloeistoffen nooit op of binnen in het elektrische ontstoppings-
apparaat kunnen terechtkomen. Dompel het elektrische ontstoppingsapparaat
nooit in een vloeistof onder.
4.2. Onderhoud / reparatie
ROLLER’S Mini-Ortem S
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Voor onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet de netstekker worden
uitgetrokken! Deze werkzaamheden mogen uitsluitend door gekwalifi ceerd
vakpersoneel worden uitgevoerd.
Het aandrijfwerk loopt in een continue vetvulling en hoeft daarom niet te worden
gesmeerd. De motor van de aandrijfmachine heeft koolborstels. Deze verslijten
en moeten daarom regelmatig worden gecontroleerd of vervangen door gekwa-
lifi ceerd vakpersoneel of een geautoriseerde ROLLER klantenservice.
nld nld
5. Storning
ROLLER’S Mini-Ortem S
5.1. Storing: Het elektrische gereedschap loopt niet aan
Oorzaak:
Oplossing:
● Versleten koolborstels.
● De koolborstels door gekwalifi ceerd vakpersoneel of een geautoriseerde
ROLLER klantenservice laten vervangen.
● Aansluitkabel defect.
● De aansluitkabel door gekwalifi ceerd vakpersoneel of een geautoriseerde
ROLLER klantenservice laten vervangen.
● Elektrische ontstoppingsapparaat defect.
● Het elektrische ontstoppingsapparaat door een geautoriseerde ROLLER
klantenservice laten controleren/repareren.
5.2. Storning: Geen voortgang van de ontstoppingsspiraal.
Oorzaak:
Oplossing:
● Instelschijf (11) niet juist ingesteld.
● Stel de instelschijf (11) juist in, zie 3.1. Bedrijf ROLLER’S Mini-Ortem S.
● Ontstoppingsspiraal zit vast in buis of buisverstopping.
● Zet de draairichtingsschakelaar (3) op de pijl in de richting van de schakelaar-
greep (2). Draai de tegenhouder met invoerbesturing (fi g.1 (1)) naar links.
Druk de veiligheidstipschakelaar (4) licht in, zodat de spiraaltrommel (10)
draait. Verhoog aansluitend langzaam het toerental naar gelang nodig.
● De ontstoppingsspiraal is niet met de klok mee in de spiraaltrommel (10)
gemonteerd.
● Demonteer de ontstoppingsspiraal en monteer deze vervolgens opnieuw,
zie 2.2.
● Elektrische ontstoppingsapparaat defect.
● Het elektrische ontstoppingsapparaat door een geautoriseerde ROLLER
klantenservice laten controleren/repareren.
19