11
Gebruiksaanwijzing
NL
OM ERNSTIGE VERWONDINGEN TE VOORKOMEN
1. Er dient altijd toezicht te zijn van volwassenen en de montage dient
te gebeuren door volwassenen.
2. Dit voertuig is niet geschikt voor kinderen ouder dan 60 maanden
vanwege onvoldoende sterkte en grootte.
3. Plastic zakken dienen uit de buurt van kinderen gehouden te worden
om verstikking te voorkomen.
4. Nooit gebruiken in de buurt van motorvoertuigen, straten, wegen,
stegen, zwembaden, heuvels, trappen, opritten, schuine opritten,
hellingen en autowegen.
5. Er mag maar één kind tegelijk rijden.
6. De gebruiker dient te allen tijde te blijven zitten en vooruit te kijken
bij het gebruiken van dit voertuig.
7. Zorg ervoor dat de voeten van het kind op de voetsteunen staan
voordat u het voertuig duwt.
8. Kinderen dienen te allen tijde schoenen te dragen bij het rijden.
9. Sta kinderen nooit toe om te staan in het voertuig.
10. Rijd nooit buiten in het donker.
11. Nooit gebruiken bij nat weer.
12. Maximum gewicht van de gebruiker is 25 kg.
13. Het is extra gevaarlijk als het speelgoed gebruikt wordt buiten het
privéterrein
14. Niet gebruiken in het verkeer.
15. Het voertuig dient met voorzichtigheid gebruikt te worden omdat
er vaardigheid vereist is om vallen te voorkomen of aanrijdingen met
letsel aan de gebruiker en derden.
16. Controleer periodiek de hardware en draai aan waar nodig. Vervang
versleten of defecte onderdelen onmiddellijk.
17. Uit de buurt van vuur houden.
18. Beschermende uitrusting moet worden gedragen.
1. Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
2. Gebruik geen alkaline, standaard (koolstof-zink), of oplaadbare
(nikkel-cadmium) batterijen door elkaar.
3. Laad niet-oplaadbare batterijen niet op.
4. Oplaadbare batterijen mogen alleen opgeladen worden onder
toezicht van volwassenen.
5. Oplaadbare batterijen dienen uit het voertuig verwijderd te worden
voor dat ze opgeladen worden.
6. Zorg ervoor dat de batterijen correct worden ingebracht en volg
altijd de instructies van de fabrikant van het voertuig en van de
batterijen.
7. Zwakke of lege batterijen dienen uit het voertuig verwijderd te
worden.
8. Maak geen kortsluiting in de voedingsaansluitklem.
Verzorging
1.Controleer voor het monteren of u alle onderdelen heeft; neem, als
er ontbrekende onderdelen zijn, contact op met de plaatselijke
winkelier.
2.Inspecteer na het in elkaar zetten alle onderdelen en zorg ervoor dat
het voertuig correct werkt.
3.Maak het product af en toe voorzichtig schoon en verniel geen
onderdelen.
4.Inspecteer en onderhoud het voertuig periodiek zodat uw kind altijd
veilig is.
Montagehandleiding
Montagehandleiding
ONDERHOUD
Handleiding voor montage en gebruik:
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING:
OM LEKKAGE VAN DE BATTERIJ TE VOORKOMEN
Bedankt voor het kopen van dit voertuig, we hopen dat de rijder er nog jaren
plezier v an zal hebben.
Lees de instructies aandachtig vóór gebruik van het voertuig.
1. Schroef de bout op het batterijdeksel af met een
kruiskopschroevendraaier en verwijder vervolgens het batterijdeksel
(zie afbeelding 1).
2. Verbind beide connectoren tussen het stuurwiel en de carrosserie
(zie afbeelding 2).
3.
a. Steek de stuurstang in de carrosserie.
b. Houd de onderkant van de stuurstang met de hand vast. Steek
vervolgens de connector in het gat van de carrosserie.
c. Lijn de gaten tussen het stuurwiel en de stuurstang uit en bevestig
vervolgens de bout (M5X32) en de vierkante moeren (M5) ten slotte
(zie afbeelding 3).
Opmerking:
(1) Verwijder de bout en de vierkante moer voordat u het stuurwiel
monteert.
(2) Raak de draad niet aan bij het monteren van het stuurwiel.
4. Dit is de status na volledige montage van het stuurwiel (zie
afbeelding 4).
5. Plaats drie 1,5 V AA-batterijen in het batterijcompartiment en
schroef het batterijdeksel vast met een kruiskopschroevendraaier (zie
afbeelding 5).
Opmerking:
De drie 1,5 V AA-batterijen zijn niet inbegrepen. De consument moet
deze batterijen voorbereiden.
A. Functie van het stuurwiel
Functie:
Schakel de aan/uit-knop op het stuurwiel in, de koplampen
beginnen 0,5 seconden te knipperen (de stroom wordt automatisch
gedurende 15 minuten zonder enige bewerking uitgeschakeld).
a. Druk op de koplampknop om de koplampen in te schakelen en
druk nogmaals om uit te schakelen. Het wordt automatisch
gedurende 10 minuten uitgeschakeld zonder enige bewerking.
b. Druk op de knop Telefoon om een fictief telefoontje te voeren en
de telefoon te horen rinkelen. Het wordt na 4 seconden gestopt.
c. Druk op de knop Ongevalsignaal om een noodstop te laten
klinken. De koplampen knipperen gedurende 5 seconden en
stoppen dan.
d. Druk op de knop Links Draailicht en het linkerlampje begint
samen te knipperen met de knipperlichtgeluiden. Het wordt na 4
seconden gestopt.
e. Druk op de knop Links Draailicht en het rechterlampje begint
samen te knipperen met de knipperlichtgeluiden. Het wordt na 4
seconden gestopt.
f. Druk op Hoorn om een hoorn te laten klinken gedurende 1
seconde en stop vervolgens.
Uitschakelen:
druk nogmaals op de AAN/UIT-knop en vervolgens
wordt het „geluid en licht” -stuurwiel uitgeschakeld om het geluid
„uitschakelen” te laten klinken terwijl de andere knoppen geen
functie hebben.
B. Trekfunctie
De haak aan de voorkant van de ride-on is ontworpen om een
trekkoord toe te voegen. Zorg ervoor dat u het stevig en veilig
vastmaakt. Verwijder na gebruik het touw.