92
RT-09 Digitale Internetradio – FM/DAB-tuner
Verklarend Woordenlijst
Bit rate
– Transmissiesnelheid, de hoeveelheid bits per seconde die
overgestuurd kan worden.
Buffering
– de binnengehaalde en verzamelde data voordat deze
wordt weergegeven.
Codec
– [coder/decoder] software die instaat is om een digitale
datastroom, zowel te coderen als te decoderen.
Data Encryption
– het versleutelen van data om veilgheidsredenen.
Voor het draadloze internet is dat normaal gesproken WEP en WPA.
DHCP
[dynamic host control protocol] – Een protocol voor het toekennen
van een IP adres aan apparaten binnen een netwerk.
DNS Server
– (domain name system) – Een server op afstand, die zorgt
voor de vertaling van webadressen naar IP-adressen.
ESSID
– [Extended Service Set Identifier]. De ESSID is een unieke naam
voor uw draadloze netwerk
Ethernet
– Een netwerktechnologie voor netwerken op beperkte
schaal. De Cat5 kabel wordt voor deze verbinding, met snelheden van
10/100/1000 megabits p/s, tussen computers gebruikt.
File format
– bv een muziekbestand in de mp3 indeling.
File Server
– Een computer of andersoortig apparaat dat dient
als werkstation op een netwerk, met gecontroleerde toegang tot
gemeenschappelijke bestanden.
Firmware
– de vaste software van een apparaat, die zorgt voor de
operationele instructies voor weer andere apparaten.
Gateway
– De koppeling tussen LAN en WAN
Internet
– Een computernetwerk dat bestaat uit een wereldwijd netwerk
van computernetwerken.
IP Address
– Een numeriek naamplaatje dat aan apparaten in een
computernetwerk wordt toegewezen.
ISP
– Internet Service Provider.
Kbps
– Afkorting voor kilobits per seconde, een maat voor de snelheid
van dataoverdracht.
LAN
– [Local Area Network] Een plaatselijk computernetwerk voor
communicatie tussen twee computers.
MAC
– [Media Access Control] Een unieke naam voor netwerkadapters
of netwerk aansluitkaarten die voor identificatiedoeleinden door de
fabrikant wordt toegewezen.
Modem
– [modulator/demodulator] een apparaat dat wordt gebruikt
om een computer te verbinden met een telefoonlijn.
Network
– Een systeem van onderling verbonden apparaten of
computers.
Netwerk adaptor
– Een onderdeel in een computer dat computergelieerde
apparaten aan elkaar verbindt om een netwerk te vormen.
Podcast
– Een audiobestand voor een abonnee dat over het internet
aangeleverd wordt via een “RSS feed” (zie bij RSS feed).
Router
– Een aansluitkastje dat het verzamelpunt vormt van meervoudige
netwerken en computers.
RSS feed
– [Really Simply Syndication feed] Wordt gebruikt om iets
op het internet te publiceren, waar geïnteresseerden zich op kunnen
abonneren en updates kunnen ontvangen.
Server
– Een computer die aan andere computers toegang verleent aan
bestanden en printers als gezamenlijke bron op een computernetwerk.
Subnet mask
– Een methode om IP netwerken te splitsen in
subgroepen.
UPnP
– [Universal Plug and Play] Een methode van automatische
configuratie, die bij o.a. pc’s, randapparatuur, draadloze apparatuur
en intelligente hulpmiddelen wordt toegepast.
URL
– [Uniform Resource Locator] De indeling van het adres voor een
bepaalde pagina van een website.
USB
– [Universal Serial Bus] Aansluiting die gewoonlijk gebruikt wordt
voor computer randapparatuur.
WAN
– [Wide Area Network] Een computer netwerk dat een grotere
reikwijdte heeft dan een lokaal netwerk zoals bv het internet.
WEP
– [Wired Equivalent Privacy] Een draadloos veiligheidsprotocol
om toegang, door “indringers” die dezelfde draadloze LAN apparatuur
gebruiken en door afluisteren LAN verkeer kunnen opvangen, te
voorkomen.
WPA
– [WiFi Protected Access] een draadloos veiligheidsprotocol dat
het zwakkere WEP vervangt.
WiFi
– [Wireless Fidelity] Een radiofrequentiestandaard die gebruikt
wordt om apparatuur, zoals pc’s en iPods, draadloos te verbinden: het
draadloos netwerken.
RT09_ENG_SPA_FRE_GER_DUT_ITA_RUS_SWE.indb 92
27/8/10 13:27:09