Montagehandleiding
5
RKHBH/X016AB
Binnenunit voor lucht-water-warmtepompsysteem
4PW50205-1A
Toepassing 4
Toepassing voor koelen en verwarmen van ruimten zonder op de
binnenunit aangesloten kamerthermostaat, maar met een
kamerthermostaat voor alleen verwarmen voor de vloerverwarming
en een thermostaat voor koelen/verwarmen voor de ventilator-
convectoren. Verwarmen door middel van vloerverwarmingslussen
en ventilatorconvectoren. Koelen alleen door middel van de
ventilatorconvectoren.
Pompwerking
Zonder op de binnenunit (2) aangesloten thermostaat kan de pomp
(4) worden geconfigureerd om te werken zolang de binnenunit is
ingeschakeld, of tot de vereiste watertemperatuur is bereikt.
Verwarmen en koelen van ruimten
Afhankelijk van het seizoen kiest de klant via de gebruikersinterface
op de binnenunit koelen of verwarmen.
De buitenunit (1) begint te werken in de koel- of de verwarmingsstand
om de doeltemperatuur van het uitgaande water te bereiken.
Wanneer de unit in de verwarmingsstand staat, is de 2-wegsklep (13)
open. Warm water wordt zowel naar de ventilatorconvectoren als
naar de vloerverwarmingslussen gestuurd.
Wanneer de unit in de koelstand staat, is de gemotoriseerde
2-wegsklep (13) gesloten om te voorkomen dat koud water in de
vloerverwarmingslussen (FHL) wordt gestuurd.
Via de gebruikersinterface op de binnenunit wordt de AAN/UIT-
instelling van verwarmen/koelen bepaald.
1
Buitenunit
14
Gemotoriseerde
2-wegsklep voor
activering van de kamer-
thermostaat (lokale
levering)
2
Binnenunit
3
Warmtewisselaar
4
Pomp
5
Afsluiter
FCU1..3
Ventilatorconvector
met thermostaat
(lokale levering)
6
Verdeelstuk
(lokale levering)
7
Afsluiter
FHL1..3
Vloerverwarmingslus
(lokale levering)
9
Omloopklep
(lokale levering)
T
Kamerthermostaat
voor alleen verwarmen
(lokale levering)
13
Gemotoriseerde
2-wegsklep voor
uitschakelen van de
vloerverwarmings-
lussen tijdens koelen
(lokale levering)
T4..6
Individuele
kamerthermostaat voor
met ventilatorconvector
verwarmde/gekoelde
kamer (lokale levering)
M
FCU1
FCU2
FCU3
T4
T5
T6
FHL1
FHL2
FHL3
T
5
4
3
2
1
6
7
13
M
14
6
9
LET OP
Meer informatie over de configuratie van de pomp
vindt u in "Configuratie van de pompwerking" op
pagina 17.
Wanneer meerdere lussen in het systeem door op afstand
gestuurde kleppen worden afgesloten, moet mogelijk een
omloopklep (9) worden gemonteerd om te voorkomen dat
de beveiliging met debietschakelaar wordt geactiveerd. Zie
ook "Toepassing 2" op pagina 3.
De bedrading van de 2-wegsklep (13) verschilt voor een
NC-klep (normaal gesloten) en een NO-klep (normaal
open)! Sluit de juiste aansluitpunten aan zoals
aangegeven in het bedradingsschema.
1D_IM_4PW50205-1A.book Page 5 Thursday, January 29, 2009 12:00 PM