Montagehandleiding
21
RKHBH/X016AB
Binnenunit voor lucht-water-warmtepompsysteem
4PW50205-1A
[5]
Evenwichtstemperatuur en voorrangstemperatuur voor
verwarmen van ruimten
Evenwichtstemperatuur — De lokale instellingen van de
'evenwichtstemperatuur' dienen voor de werking van de
backupverwarming.
Wanneer de evenwichtstemperatuurfunctie is geactiveerd, is de
werking van de backupverwarming beperkt tot lage buiten-
temperaturen, d.w.z. wanneer de buitentemperatuur gelijk is aan of
onder de opgegeven evenwichtstemperatuur daalt. Wanneer de
functie gedeactiveerd is, kan de backupverwarming bij alle
buitentemperaturen werken. Deze functie vermindert de bedrijfstijd
van de backupverwarming.
■
[5-00] Status evenwichtstemperatuur: bepaalt of de
evenwichtstemperatuurfunctie geactiveerd (1) of
gedeactiveerd (0) is.
■
[5-01] Evenwichtstemperatuur: buitentemperatuur waaronder
de backupverwarming mag werken.
Voorrangstemperatuur verwarmen van ruimten — Geldt alleen
voor installaties met een tank voor warm water voor huishoudelijk
gebruik. — De lokale instellingen van de 'voorrangstemperatuur voor
verwarmen van ruimten' dienen voor de werking van de 3-wegsklep
en de boosterverwarming in de tank voor warm water voor
huishoudelijk gebruik.
Wanneer de voorrangsfunctie voor de verwarming van ruimten
geactiveerd is, wordt de volledige capaciteit van de warmtepomp
alleen gebruikt voor het verwarmen van ruimten wanneer de buiten-
temperatuur gelijk is aan of onder de opgegeven voorrangs-
temperatuur voor het verwarmen van ruimten zakt, m.a.w. een lage
buitentemperatuur. In dat geval wordt het water voor huishoudelijk
gebruik alleen door de boosterverwarming verwarmd.
■
[5-02] Voorrangsstatus van het verwarmen van ruimten:
bepaalt of de voorrang van het verwarmen van ruimten
geactiveerd (1) of gedeactiveerd (0) is.
■
[5-03] Voorrangstemperatuur van het verwarmen van
ruimten: buitentemperatuur waaronder het water voor
huishoudelijk gebruik alleen door de boosterverwarming
wordt verwarmd, m.a.w. lage buitentemperatuur.
■
[5-04] Instelpuntcorrectie voor temperatuur warm water voor
huishoudelijk gebruik: instelpuntcorrectie voor de gewenste
temperatuur van het warm water voor huishoudelijk gebruik,
te gebruiken bij lage buitentemperatuur wanneer de voorrang
van het verwarmen van ruimten geactiveerd is. Het
gecorrigeerde (hogere) instelpunt zorgt ervoor dat de totale
verwarmingscapaciteit van het water in de tank zo goed als
ongewijzigd blijft door het koudere water op de bodem in de
tank (omdat de warmtewisselaarspiraal niet werkt) te
compenseren door warmer water bovenaan.
[6]
Verschiltemperatuur voor verwarmen van water voor
huishoudelijk gebruik
Alleen van toepassing op installaties met een tank voor warm water
voor huishoudelijk gebruik.
De lokale instellingen van de 'verschiltemperatuur voor verwarmen
van water voor huishoudelijk gebruik' bepalen de temperatuur
waarop de warmtepomp het water voor huishoudelijk gebruik begint
te verwarmen (m.a.w. de inschakeltemperatuur van de warmtepomp)
en stopt met verwarmen (m.a.w. de uitschakeltemperatuur van de
warmtepomp).
Wanneer de temperatuur van het warm water voor huishoudelijk
gebruik tot onder de inschakeltemperatuur van de warmtepomp
(
THP ON
) zakt, begint de warmtepomp het water voor huishoudelijk
gebruik te verwarmen. Zodra de temperatuur van het warm water
voor huishoudelijk gebruik de uitschakeltemperatuur van de
warmtepomp (
THP OFF
) of het gebruikersinstelpunt (
TU
) bereikt, stopt
de warmtepomp met het verwarmen van het water voor huishoudelijk
gebruik (door middel van de 3-wegsklep).
De uitschakeltemperatuur van de warmtepomp, de inschakel-
temperatuur van de warmtepomp en het verband met de lokale
instellingen [6-00] en [6-01] worden verklaard in de onderstaande
afbeelding.
■
[6-00] Start: temperatuurverschil dat de inschakeltempera-
tuur van de warmtepomp bepaalt (
THP ON
). Zie afbeelding.
■
[6-01] Stop: temperatuurverschil dat de uitschakeltempera-
tuur van de warmtepomp bepaalt (
THP OFF
). Zie afbeelding.
LET OP
Als de werking van de boosterverwarming beperkt
is ([4-03]=0) en de buitentemperatuur
TA
lager is
dan de lokale instelling waar parameter [5-03] is
op ingesteld, wordt het water voor huishoudelijk
gebruik niet verwarmd.
T
set
Instelpunttemperatuur warm water voor huishoudelijk gebruik
T
U
Gebruikersinstelpunt (ingesteld op de gebruikersinterface)
T
A
Buitentemperatuur
Voorrang van verwarmen van ruimten
T
A
T
set
T
U
[5-03]
[5-04]
T
U
Door gebruiker ingestelde temperatuur (ingesteld op de
gebruikersinterface)
T
HP MAX
Maximale warmtepomptemperatuur aan sensor in tank voor
warm water voor huishoudelijk gebruik (55°C)
T
HP OFF
Uitschakeltemperatuur warmtepomp
T
HP ON
Inschakeltemperatuur warmtepomp
LET OP
T
HP MAX
is een theoretische waarde. In werkelijkheid
bedraagt de maximumtemperatuur voor water in de
tank die kan worden bereikt met de warmtepomp
53°C. Stel T
HP OFF
bij voorkeur niet hoger in dan 48°C
voor betere prestaties van de warmtepomp in de stand
verwarmen van water voor huishoudelijk gebruik.
T
U
> T
HP MAX
T(
°
C)
70
T
U
55
T
HP MAX
48
T
HP OFF
41
T
HP ON
[6-01]
[6-00]
T
U
< T
HP MAX
T(
°
C)
45
T
U
= T
HP OFF
55
T
HP MAX
38
T
HP ON
[6-00]
T
U
= 45
°
C
[6-01] = 7
°
C
[6-00] = 7
°
C
T
U
= 70
°
C
[6-01] = 7
°
C
[6-00] = 7
°
C
1D_IM_4PW50205-1A.book Page 21 Thursday, January 29, 2009 12:00 PM