NEDERLANDS
37
Materiaal en lasstaaf voorverwarmen. Zodra het metaal aan weerszijden van de naad begint te
smelten, lasstaaf bijvoegen. Let erop dat de lasplek gelijkmatig wordt verhit.
Brander in halfcirkelvormige bewegingen om de lasstaaf leiden.
Hardsolderen:
De verbindingsvlakken moeten ontbraamd en metaalblank (vuil- en oxidevrij) gemaakt worden,
bijv. met de metaalvrije ROVLIES reinigingspads (art. nr. 45268). Soldeerplek verwarmen. De
punt van de soldeerstaaf op de soldeerplek plaatsen, een druppel van het soldeersel laten smel-
ten en met een continue beweging van de vlam verspreiden.
3.1
Overzicht
(A)
1
Draagframe
10
Zuurstof-veiligheidsvoorziening
2
Zuurstof-wegwerpcartouche
11
MAPP- gas-drukregelaar
3
MAPP- gas wegwerpcartouche
12
MAPP- gas-veiligheidsvoorziening
4
High-performance lasmondstuk(ken)
13
Lasbril
5
Brandermengpijp
14
Veiligheidsaansteker
6
Handgreep
15
Reserve-vuurstenen
7
Zuurstofslang (blauw)
16
Brandersleutel
8
(Brand)gasslang (oranje)
17
Buigzaam lasinzetstuk
9
Zuurstof-drukregelaar
18
Lasmondstuk-houder
3.2
Transport en opslag
Voor het transport moeten de drukregelaars altijd van de cartouches gedemonteerd
worden. Uitsluitend op een goed geventileerde plaats demonteren, bij voorkeur
buiten.
Na voltooiing van de soldeerwerkzaamheden: Sluit de ventielen op de brander en op de beide
drukregelaars. Om de resterende hoeveelheid gas uit de slang te laten ontsnappen, opent u de
ventielen op de brander opnieuw. Daarmee heft u de druk in de slangen op. Vervolgens sluit u
de ventielen op de brander weer.
Demonteer de drukregelaars van de cartouches. De veiligheidsvoorzieningen, slangen en de
brander kunnen met elkaar verbonden blijven.
Beveilig het apparaat tegen omvallen en wegglijden. Opslag en transport alleen met staande
cartouches.
3.3
Montage
Montage uitsluitend op een goed geventileerde plaats uitvoeren, bij voorkeur buiten.
Alle aansluitingen moeten worden vast- of losgedraaid met de bijgeleve de sleutels.
Controleer middels lekdetectiespray (bijv. ROTEST, art. nr. 65000) of zeepsop, of
alle componenten gasdicht aangesloten zijn.
Vergewis u ervan dat alle ventielen gesloten zijn voordat u met de werkzaamheden begint.
Kies een geschikt high-performance lasmondstuk (zie tabel lasinzetstuk) en schroef deze
vast op de brandermengpijp. De lasmondstuk-houder dient voor het vastdraaien van de ver-
binding.
Schroef de brandermengpijp middels de wartelmoer op de handgreep vast. Als alternatief
schro eft u het buigzame lasmondstuk op dezelfde manier op de handgreep vast.
Schroef de slangen vast op de handgreep. De zuurstofleiding (blauw) heeft een standaard
rechtse schroefdraad, de MAPP-gasleiding (oranje) een linkse schroefdraad.
Schroef de twee veiligheidsvoorzieningen vast op de slangen.
Schroef de twee veiligheidsvoorzieningen vast op de drukregelaars.