Opvouwen van de rollator
1.
Vouw de rollator op doordat u de riem naar boven trekt (afb. 4).
2.
Duw de schuifgrepen naar binnen en de rollator in elkaar (afb. 5). De volledig opgevouwen rollator is door magneten
vergrendeld (afb. 6).
3.
In de gevouwen toestand kan de rollator gemakkelijk aan de mandhouder gedragen en voortgetrokken (afb. 7). De rollator
noch aan de stoel, aan de riem voor het opvouwen, noch aan de voorremkabels dragen of daaraan trekken.
afb. 4
afb. 5
afb. 6
afb. 7
Hoogteverstelling van de schuifgrepen (afb. 8)
Stel de hoogte van de schuifgrepen zodanig in, dat de gebruiker rechtop kan
lopen zonder zich te bukken. Aanbevelenswaardig is het dat de gebruiker
rechtop met hangende armen tussen de schuifgrepen gaat staan. De
grepen dienen dan ter hoogte van zijn polsen ingesteld te worden.
1.
Draai de hoogteverstellende schroef (afb. 1, Nr. 5).
2.
Trek de schuifgreep tot op de gewenste hoogte.
3.
Trek de hoogteverstellende schroef (afb. 1, Nr. 5) vast.
Stel beide handgrepen op dezelfde hoogte. De gedrukte nummers op de
binnenkant van de push handgrepen helpen u uw persoonlijke grip niveau
opnieuw in te stellen (afb. 9).
afb. 8
afb. 9
Rem (afb. 10)
De ingebouwde rem functioneert als bedrijfsrem voor het afremmen tijdens
het gebruik. Terwijl de rotator gestald wordt, kan de parkeerrem gebruikt wor-
den.
1.
De snelheid wordt verminderd door de remhefboom naar boven aan te trek-
ken.
2.
De parkeerrem wordt door het omlaag duwen van de remhefboom geacti-
veerd totdathij vastklikt.
3.
De vergrendeling van de parkeerrem wordt teniet gedaan doordat de rem-
hefboom naar boven getrokken wordt.
4.
De rollator mag niet met aangetrokken bedrijfs- of parkeerrem verschoven worden. Wordt de rollator met een aange-
trokken bedrijfs- of parkeerrem verschoven, dan kunnen banden en remmen in zeer ruime mate verslijten en kan de
werking daarvan in negatieve zin beïnvloed worden.
5.
Controleer regelmatig de remfunctie. Wij adviseren een controle telkens voordat de rollator gebruikt wordt. De rollator
mag niet met beschadigde remmen of beschadigde wielen gebruikt worden.
afb. 10