28
Nederlands
NL
GB
PT
DK
SE
FI
NO
RU
PL
CZ
HU
RO
LV
LT
EE
HR
SI
SK
GR
TR
FR
DE
ES
IT
WAARSCHUWING
Hou de boorhouder niet met één hand vast terwijl u het
vermogen van de boor gebruikt om de stiftklemmen
rond de boorstift aan te spannen. De boorhouder kan
in uw handen uitglijden of uw hand kan uitglijden en in
contact komen met de draaiende boorstift. Dit kan een
ongeval veroorzaken dat kan leiden tot ernstige letsels.
BOORSTIFTOPSLAG
Zie afbeelding 5.
Wanneer niet in gebruik kunnen de meegeleverde
boorstiften in het opbergvak aan de onderkant van de
boormachine, worden geplaatst.
BOORSTIFTEN INSTALLEREN
Zie afbeelding 6 - 7.
Vergrendel de snelheidsschakelaar door de links/
rechtsschakelaar in de middelste positie te zetten.
Open of sluit de stiftklemmen tot op het punt waar de
opening een klein beetje groter is dan de diameter van
de stift die u zult gebruiken. Hef de voorkant van de
boor een weinig op om te voorkomen dat de boorstift
uit de stiftklemmen valt.
Breng de boorstift in.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat de boorstift recht in de stiftklemmen
wordt geplaatst. Breng de boorstift niet in een hoek in de
boorhouder en span dan aan. Dit kan ervoor zorgen dat
de boorstift uit de boor wordt weggeslingerd, wat kan
leiden tot ernstige letsels of schade aan de boorhouder.
Span de stiftklemmen aan langs de boorstift.
OPMERKING:
Draai de boorhouder in de richting van de
pijl die VERGRENDELEN aanduidt om de stiftklemmen te
sluiten. Gebruik geen sleutel om de stiftklemmen aan te
spannen of los te maken.
BOORSTIFTEN VERWIJDEREN
Zie afbeelding 6.
Vergrendel de snelheidsschakelaar door de links/
rechtsschakelaar in de middelste positie te zetten.
Open de stiftklemmen.
OPMERKING:
Draai de boorhouder in de richting van de
pijl die ONTGRENDELEN aanduidt om de stiftklemmen te
sluiten. Gebruik geen sleutel om de stiftklemmen aan te
spannen of los te maken.
Verwijder de boorstift.
SNELHEIDSSCHAKELAAR (HOOG-LAAG)
Zie afbeelding 9.
Er bevindt zich een schuifschakelaar aan de bovenkant
van de boor om laag (1) of hoog (2) snelheid te kiezen.
Wanneer u de boor in de laag (1) snelheid gebruikt, zal
de snelheid afnemen en het toestel meer vermogen
en koppel hebben. Wanneer u de boor in de hoog (2)
snelheid gebruikt, zal de snelheid toenemen en zal het
toestel minder vermogen en koppel hebben. Gebruik de
laag (1) snelheid voor toepassingen met hoog vermogen
en koppel en hoog (2) snelheid voor snelle boor- of
klopboortoepassingen.
AFSTELBAAR DRAAIMOMENT
Zie afbeelding 8.
Wanneer u de klopboormachine voor verschillende
klopboortoepassingen gebruikt, wordt het noodzakelijk om
het draaimoment te verhogen of verlagen om te helpen
voorkomen dat de schroefkoppen, -draden, werkstuk,
enz. beschadigd raakt. Over het algemeen dient het
draaimoment overeen te komen met de schroefdiameter.
Indien het draaimoment te hoog is of de schroeven te
laag, kunnen de schroeven beschadigd raken of breken.
Het draaimoment wordt afgesteld door aan de afstelring
voor het draaimoment te draaien. Het draaimoment
is groter wanneer de afstelring in een hogere stand
is ingesteld. Het draaimoment is kleiner wanneer de
afstelring in een lagere stand is ingesteld.
De juiste instelling hangt af van het type materiaal en de
afmeting van de schroef die u gebruikt.
DRAAIMOMENT AFSTELLEN
Identificeer de 24 draaimomentinstellingen aan de
voorkant van de boor.
Draai de afstelring naar de gewenste instelling.
1 - 4
Om kleine schroeven in te boren
5 - 8
Om schroeven in zacht materiaal te
boren
9
-
12
Om schroeven in zacht en hard
materiaal te boren
13 - 16
Om schroeven in hardhout te boren
17 - 20
Om grote schroeven in te boren
21 -
Om te boren
BOREN
Controleer de links/rechtsschakelaar op de juiste
instelling (linksom/rechtsom).