(HH26)
WIJ DANKEN U VOOR DE AANSCHAF VAN DIT
RYOBI PRODUCT.
Voor uw veiligheid en een optimaal gebruiksgemak, raden wij u aan
deze GEBRUIKSAANWIJZING en de VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
goed door te lezen, voordat u de machine gebruikt.
BESCHRIJVING
1. Schakelaar
9. Klem-opening
2. Borgpen
10. Kleine opening
3. Klemring
11. Klemring- vergrendeltoets
4. Zijhandgreep
12. Booranker
5. Diepte-aanslag
13. Uitblaaspeer
6. Adapter
14. Plug
7. Boor
15. Bout
8. Booruitdrijver
GEBRUIKSVOORWAARDEN
1. Controleer of de machine is aangesloten op een voedingsbron waarvan
de spanning overeenkomt met die aangegeven op de kenplaat.
2. Gebruik de machine niet als de beschermkap of moeren ontbreken.
Als de beschermkap of de moeren verwijderd zijn, dient u deze voor
gebruik weer op hun plaats te brengen. Zorg dat de elementen altijd
in goede staat van werking verkeren.
3. Neem alle nodige voorzorgen wanneer u op verhogingen werkt.
4. Raak nooit een zaagblad, boorbit, slijpwiel of andere bewegende delen
aan tijdens het gebruik.
5. Stel een machine nooit in werking wanneer het bewegende element
in contact is met het werkstuk.
6. Leg een machine nooit neer zolang de bewegende onderdelen niet
volledig tot stilstand zijn gekomen.
7. TOEBEHOREN : het gebruik van andere toebehoren of materiaal dan die
welke in deze handleiding zijn voorgeschreven kan risico’s inhouden.
8. RESERVE-ONDERDELEN : Gebruik uitsluitend identieke reserve-
onderdelen voor reparaties.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN BOORHAMER
1. M o n t e e r d e b o o r z o r g v u l d i g z o a l s a a n g e g e v e n i n d e
bedieningsaanwijzingen. Als de boor niet juist is gemonteerd, bestaat
het gevaar dat deze los kan schieten.
2. Gebruik de boor niet op plaatsen waar elektrische bedrading loopt.
Verifieer waar de elektrische bedrading loopt voordat u in muren,
vloeren of plafonds boort.
3. Houd tijdens het werk het apparaat met beide handen stevig vast. Bij
een te losse greep kan de terugslag gevaar voor uw handen opleveren.
4. Tijdens gebruik wordt de boor zeer heet. Raak hem dus niet met de
handen aan.
5. Richt uw boor nooit op personen.
TECHNISCHE GEGEVENS
Bevestiging van het gereedschap Groot steekasprofiel
Zeskante schacht
Maximale boorcapaciteit :
Met boor
38 mm
38 mm
Met boorbeitel
120 mm
120 mm
Frequentie
50 Hz
50 Hz
Stroomspanning*
110 V, 230 V
110 V, 230 V
Opgenomen vermogen
1.100 W
1.100 W
Toerental onbelast
300 min.
-1
300 min.
-1
Hamerslagen per minuut
3.000 min.
-1
3.000 min.
-1
Totale lengte
420mm
410 mm
Gewicht
7,6 Kg.
7,6 Kg
* Controleer de spanning op het kenplaatje van de machine, want
deze kan per land verschillen.
STANDAARD TOEBEHOREN
Zijhandgreep, Diepte-aanslag, Sleutel,
Stofbeschermers (voor steekasprofiel), Stofkap (voor zeskante schacht)
TOEPASSINGEN
(Gebruik de machine uitsluitend voor de hieronder vermelde taken.)
1. Boren in beton
2. Breken, ontbramen, inkepen en afbramen van beton.
3. Boren van aanzetgaten en inzetten van pluggen.
GELUIDSHINDER
Het geluid (geluidsdrukniveau) op de werkplek mag de 85 dB (A) niet
overschrijden.
Is dit wel het geval, dan dient de gebruiker maatregelen te nemen voor
geluidsisolatie of gehoorbescherming.
SCHAKELAAR (Afb. 1)
Deze machine wordt gestart en gestopt door het indrukken en loslaten van
de schakelaar(1).
HET MONTEREN VAN DE ACCESSOIRES
ZORG DAT HET APPARAAT NIET OP EEN STROOMBRON IS
AANGESLOTEN.
ZORG DAT HET INSTEEK-UITEINDE VAN HET ACCESSOIRE GOED
SCHOON IS EN IS INGEVET.
TUNGSTEN CARBIDE BOREN ENZ. (Afb. 2, 3, 4, 5, 6)
(Boor met steekasprofiel)
1. Plaats de borgpen (2) van de boorklem. (Afb. 2)
2. Steek de boor in de klem-opening (9) en draai de boor met de hand
zo dat deze kan worden ingestoken. (Afb. 2)
3. Druk de boor dan zo ver mogelijk naar binnen en vergrendel deze
door de borgpen naar de andere kant te drukken. (Afb. 3)
4. Voor het verwijderen van de boor volgt u de bovenstaande
aanwijzingen in omgekeerde volgorde.
(Boor met zeskante schacht)
1. Breng de opening (10) in de klemring (3) in de onderste stand door de
klemring te draaien. (Afb. 4)
2. Steek de boor zo ver mogelijk in de klem-opening (9). (Afb. 4)
3. Draai de klemring linksom tot de opening (10) aan de rechterkant
staat. (Afb. 5)
4. Voor het verwijderen van de boor draait u de klemring rechtsom terwijl
u de klemring-vergrendeltoets (11) indrukt, tot de kleine opening (10)
onderaan staat. (Afb. 6)
5. Trek de boor vervolgens met de hand er uit.
ADAPTER (Afb. 7, 8)
1. Monteer de tapse schacht-adapter (6). (Afb. 7)
2. Steek de boor in de tapse schacht-adapter en geef het uiteinde van
de boor een klap met een houten hamer. (Afb. 7)
3. Voor het verwijderen van de boor plaatst u de boor op een relatief
zacht materiaal zoals hout of plastic. (Afb. 8)
4. Vervolgens plaatst u de booruitdrijver (8) in de opening van de adapter
en geeft u er een klap met een hamer op. (Afb. 8)
HET INZETTEN VAN PLUGGEN(Afb. 9)
1. Boor het gat tot de diepte die is aanbevolen voor het gebruikte
booranker (12).
2. Verwijder het stof uit het boorgat met de uitblaaspeer (13).
3. Steek de plug (14) in het uiteinde van het booranker en drijf het anker
in het boorgat.
4. Maak het te bevestigen materiaal aan het booranker vast met een
bout (15).
ZIJHANDGREEP (Afb. 10)
De zijhandgreep (4) is 360
°
draaibaar, handig in het gebruik.
Het is sterk aanbevolen bij het boren met het apparaat altijd de zijhandgreep
te gebruiken.
DIEPTE-AANSLAG (Afb. 11)
De diepte-aanslag (5) is nuttig voor het bepalen van de juiste diepte van elk
boorgat.
Om de juiste diepte van het boorgat te bepalen stelt u de diepte-aanslag zo
in dat de afstand van het uiteinde ervan tot het uiteinde van de boor gelijk is
aan de gewenste boordiepte.
ONDERHOUD
Inspecteer de machine zorgvuldig voor en na gebruik op eventuele
beschadigingen om de deugdelijke werking en uw veiligheid te verzekeren.
Beschadigde onderdelen moeten onmiddellijk in een erkend RYOBI
servicecentrum worden gerepareerd of vervangen met gebruikmaking van
uitsluitend RYOBI onderdelen.
OPMERKING!
De hamers en boor-/beitelhamers vereisen regelmatig onderhoud.
Om te zorgen dat u, bij regelmatig gebruik, weet wanneer een
servicebeurt nodig is, is de machine voorzien van koolborstels met
een “Automatische stop”, die bij gebruik onder normale
omstandigheden de machine na ongeveer 150 gebruiksuren
automatisch uitschakelen. Dit betekent dat u de machine dan een
servicebeurt moet laten geven. De servicebeurt omvat het vervangen
van de koolborstels en de O-ringen en smering. Elk erkend Ryobi
servicecentrum zal deze service snel en effici‘nt uitvoeren, met
uitsluitend gebruik van originele Ryobi reserveonderdelen.
BELANGRIJK
D e l e v e n s d u u r v a n d e k o o l b o r s t e l s h a n g t a f v a n d e
gebruiksomstandigheden en de werkomgeving. Door de machine niet
regelmatig een servicebeurt te laten geven of geen originele Ryobi
reserveonderdelen te gebruiken kan ondeugdelijke werking van de
machine worden veroorzaakt en kan de garantie komen te vervallen.
DEZE AANWIJZINGEN GOED BEWAREN OM EVENTUEEL LATER TE
RAADPLEGEN.