Nederlands
75
EN
FR
DE
ES
IT
NL
PT
DA
SV
FI
NO
RU
PL
CS
HU
RO
LV
LT
ET
HR
SL
SK
BG
UK
TR
OPMERKING:
Nooit het houtblok tussen het mes en de
plastic behuizing klemmen.
4. Met behulp van een 16 mm contactdoos (niet
meegeleverd), maakt u het maaiblad los door de bout
tegen de wijzers van de richting van de klok te draaien,
gezien vanaf de bovenzijde van de grasmaaimachine.
5. Verwijder de mesbout, veerring, en mes.
6. Plaats een nieuw snijblad op de as. Zorg ervoor dat het
met de gebogen uiteinden naar de bovenkant van de
maaierbehuizing wordt bevestigd en niet naar de grond
toe.
7. Verwijder de veerring en de mesbout op de as. Draai
de bout met de vinger vast door deze tegen de richting
van de wijzers van de klok te draaien, gezien vanaf de
onderkant van de grasmaaimachine.
OPMERKING:
Zorg ervoor dat alle onderdelen in
precies dezelfde volgorde worden teruggeplaatst als
waarin ze werden verwijderd.
8. Koppel de maaibladbout naar beneden met behup
van een momentsleutel (niet meegeleverd) om te
verzekeren dat de bout stevig vastzit.
9. Het aangewezen koppel voor de maaibladbout is 40-
45 Nm.
OPMERKING:
Slijp de maaibladen niet; vervang
door een nieuw exemplaar. Maaibladen moeten goed
gebalanceerd zijn om schade en verwondingen te
voorkomen.
HET LUCHTFILTER REINIGEN
Zie afbeelding 13.
Houd de lucht
fi
lter schoon voor een goed vermogen en
lange levensduur
1. Verwijder het luchtfilterdeksel door de knipsluiting in te
drukken terwijl u het deksel voorzichtig uittrekt.
2. Verwijder de luchtfilter en reinig met warm zeepwater.
Spoel en laat volledig drogen.
3. Breng een lichte laag motorolie op de luchtfilter aan, en
wring dan uit met behulp van een absorberende doek
of keukenpapier.
4. Plaats de luchtfilter terug in de luchtfilterbasis.
5. Vervang en maak het luchtfilterdeksel vast.
OPMERKING:
De filter moet jaarlijks worden vervangen
voor beste prestaties.
BRANDSTOFDOP
WAARSCHUWING
Een lekkende brandstofdop betekent een brandgevaar
en moet onmiddellijk worden vervangen.
De brandstofdop bevat een onderhoudsvrije
fi
lter en
controleklep. Een verstopte brandstopdop veroorzaakt
slechte motorprestaties. Als de presaties verbeteren
wanneer de brandstofdop los wordt gemaakt, controleert
u of de klep misschien defect of verstopt is. Plaats indien
nodig de brandstofdop terug.
MOTOROLIE VERVANGEN
Zie afbeelding 14.
Zorg ervoor dat de brandstoftank volledig leeg is voor u de
eenheid kantelt. Anders lekt de brandstof.
De motorolie moet elke 25 bedrijfsuren worden vervangen.
Vervang de olie wanneer de motorolie nog warm, maar
niet heet is. Dit laat toe dat de olie snel en volledig wordt
gedraineerd.
1. Verwijder de olievuldop/peilstok.
2. Kantel de maaier opzij en laat de olie van de
olievulopening in een goedgekeurde container
draineren.
3. Zet de maaier recht en vul opnieuw met olie en volg
daarbij de voorschriften in het deel Olie toevoegen/
controleren.
OPMERKING:
Gebruikte olie moet op een
goedgekeurde afvoerplaats worden weggegooid.
Raadpleeg uw plaatselijk olieverkoooppunt voor meer
informatie.
BOUGIE ONDERHOUDEN
Zie afbeelding 15.
De bougie moet correct zijn gevormd en vrij van afzetting
om te verzekeren dat de motor goed werkt. Controleer:
1. Verwijder het bougiedeksel.
2. Reiig alle vuil rond de voet van de bougie.
3. Verwijder de bougie met behulp van een 20,5 mm
bougiesleutel (niet meegeleverd)
4. Controleer de bougie op schade en reinig met een
stalen borstel voor u hem terugplaatst. Als de isoleerder
stuk of gebarsten is, moet de bougie worden vervangen.
OPMERKING:
Gebruik de aanbevolen F7RTC-bougie
ter vervanging.
5. Bougieopening meten. De correcte opening ligt tussen
de 0.71 mm - 0.79 mm. Om de opening te verbreden,
buigt u indien nodig voorzichtig de (bovenste)
aardelektrode. Om de opening te verkleinen, tikt u de
aardelektrode op een hard oppervlak.
6. Plaats de bougie op zijn plaats; draad ze met de hand
om slingerdraden te voorkomen.
7. Span met behulp van een sleutel aan om de sluitring
aan te drukken. Als de bougie nieuw is, drukt u de
sluitring met 1/2 draai overeenkomstig aan. Als u een
oude bougie opnieuw gebruikt, drukt u deze met 1/8 of
1/4 draai aan voor correcte sluitringcompressie.
OPMERKING:
Een niet correct aangespannen bougie
wordt heel warm en kan de motor beschadigen.
8. Bougiesteker terugplaatsen
WIELAANDRIJVING AANHOUDEN
Zie afbeelding 16.
Om ervoor te zorgen dat de wielen vlot draaien, moet het
wielstel voor het opbergen worden gereinigd.
1. Verwijder de velg.
2. Verwijder de moer en het wiel en leg aan de kant.
3. Verwijder het stofdeksel, e-ring, sluitring, pinnen en