6
NL
•
Bijzonder voorzichtig zijn als onoverzichtelijke hoeken, struiken, bomen of andere hindernissen het zicht kunnen
beïnvloeden.
•
Niet te dicht op terreinhellingen, greppels en taluds afrijden. De machine kan plotseling over de kop gaan, als een wiel
over de rand van een klip of een greppel rijdt of een rand plotseling zakt.
•
Voorzichtig bij het maaien onder speeltoestellen (bv. schommels). Het apparaat zou in een onveilige positie kunnen
komen. Er bestaat gevaar voor letsel.
•
De machine niet tijdens ziekte, moeheid of onder invloed van alcohol, medicijnen of drugs bedienen.
•
Indien mogelijk moet het gebruik van het toestel bij nat weer worden vermeden. Er bestaat gevaar voor uitglijden.
•
Zorg ervoor dat u op hellingen altijd stevig staat. Maai op een helling in dwarsrichting, nooit naar boven of naar
beneden. Wees bijzonder voorzichtig als u op een helling van rijrichting verandert.
•
Maai niet op al te steile hellingen! Het maaien op hellingen brengt extra gevaren met zich mee. Uw grasmaaier is zo
krachtig, dat hij kan maaien op hellingen die tot 30° aflopen. Om veiligheidsredenen raden wij u echter dringend aan om
dit theoretische potentieel niet te volle te benutten. Zorg altijd voor een stabiele stand. In principe mogen met de hand
geleide grasmaaiers bij hellingen steiler dan 15° niet worden ingezet. Het gevaar dreigt dat de stabiliteit verloren gaat.
•
Wees bijzonder voorzichtig als u de machine omkeert of deze naar u toe trekt.
•
Bij achterwaartse bewegingen met de machine kunt u struikelen. Vermijd achteruitlopen. Vermijd abnormale
lichaamshoudingen. Zorg ervoor dat u stevig staat en niet uw evenwicht verliest.
•
Houd de door de lengte van de stuurboom bepaalde veilige afstand aan.
•
Om een afglijden van het toestel tijdens het dragen te verhinderen, dient u het toestel steeds vast te nemen met de
daarvoor voorziene grijpinrichtingen (draaggreep, behuizing, duwstangeinden of onderste gedeelte van de duwstang).
Niet vastnemen aan de uitwerpklep!
•
Neem voor het optillen of dragen het gewicht van de machine in acht (zie technische gegevens). Het optillen van grote
gewichten kan leiden tot problemen met de gezondheid.
•
Til de machine nooit op en draag deze nooit met draaiende motor.
•
Gebruik de machine nooit met beschadigde of ontbrekende veiligheids- en bescherminrichtingen.
Veiligheidsinrichtingen zijn:
– Veiligheidsschakelbeugel
(1)
Schakelbeugel op gevaarlijke momenten loslaten: de motor wordt uitgeschakeld en de messenbalk komt
binnen drie seconden tot stilstand.
De functie van de veiligheidsschakelbeugel mag niet buiten werking worden gesteld.
Men moet controleren of de veiligheidsschakelbeugel werkt zoals voorgeschreven. Als dat niet het geval is
moet hij door een erkend vakbedrijf gerepareerd worden.
Bescherminrichtingen zijn:
– Behuizing, grasopvangzak, uitwerpklep, deflector (3)
Deze bescherminrichtingen beschermen tegen letsels door omhoog geslingerde voorwerpen.
Het toestel mag niet met beschadigde behuizing c.q. zonder reglementair bevestigde opvangzak resp.
deflector of tegen de behuizing aanliggende uitwerpklep worden gebruikt.
– Behuizing
Deze beveiligingsvoorziening beschermt tegen letsel door contact met de roterende mesbalk.
Het apparaat mag niet met beschadigde behuizing worden gebruikt. Erop letten dat handen en voeten niet
onder de behuizing komen.
– Overtrekslang aan bovengedeelte van duwboom (11), motorkap (4) en motorconsole (6), schakelaar-
stekker-combinatie met kabel (2,12), aansluitkabel, messchroef
Deze beveiligingsvoorzieningen beschermen tegen letsel door aanraking van onder spanning staande
onderdelen.
De elektrische uitrusting mag niet worden veranderd.
Defecte aansluitkabels moeten worden vervangen. Een aansluitkabel met minimale kwaliteit H 05 RN-F
(alternatief H05 VV-F) conform DIN/VDE 0282/4 gebruiken.
Na reparatie- of onderhoudswerkzaamheden aan isolatieonderdelen moet conform bestaande norm
DIN EN 60335 een isolatiecontrole worden uitgevoerd.
De bescherminrichtingen mogen niet veranderd worden.
Summary of Contents for 36-EL
Page 5: ......
Page 6: ...A1 E1 B1 Q1 R1 S1...
Page 7: ...I C2 D2 A2 F M...
Page 12: ...U2 J K L O N...
Page 13: ...Q S...
Page 14: ......
Page 82: ...2 RU 1 1 2 3 4 5 6 7 8 GS 9 10 11 12 CE 13 14 2 SABO SABO SABO Maschinenfabrik GmbH...
Page 83: ...3 RU 3 DIN EN 60335...
Page 84: ...4 RU 4 SABO 5 16...
Page 85: ...5 RU H05 RN F H05 VV F DIN VDE 0282 4 3 x 1 DIN VDE 0620 230 16 30...
Page 86: ...6 RU 30 15 C 1...
Page 87: ...7 RU 3 3 11 4 6 2 12 H 05 RN F H05 VV F DIN VDE 0282 4 DIN EN 60335...
Page 88: ...8 RU DIN EN 60335 DIN EN 60335 30 6 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12...
Page 89: ...9 RU 7 A1 E1 B1 Z A1 E1 B1 B1 E1 B1 Q1 R1 S1 Q1 Q1 R1 R1 1 S1 I 3...
Page 91: ...11 RU 5 1 2 3 4 5 6 10 F 3 11 3 12 3 1 S1 J K J K L...
Page 92: ...12 RU 13 3 30 15 3 DIN EN 60335 10 32 32 BImSch V M 10 14...
Page 93: ...13 RU DIN EN 60335 10 1 3 1 3 1 2...
Page 94: ...14 RU U2 S1 U2 S1 14 10 50 1 15 3 O...
Page 95: ...15 RU A1 Z A1 N N Q DIN EN 60335 1 Q 30...
Page 96: ...16 RU DIN EN 60335 S 50 16 5 C2 I Q I...
Page 97: ...17 RU J K L I 1 3 10 I U2 S1 I I...
Page 98: ......