44
•
Controleren of de bougie goed bevestigd is! Gevaar: elektrische schok.
•
Indien de tank geledigd dient te worden, dan moet dit in open lucht en bij
koude motor gebeuren. Er op letten, dat er geen brandstof wordt gemorst.
•
De verticuteerder alleen met geheven messenas opslaan. Een neergelaten
messenas kan op den duur verbuigen en de gebruiksveiligheid van de
verticuteerder in gevaar brengen.
Om garantie- en veiligheidsredenen mogen er alleen originele onderdelen
worden gebruikt.
Ongelijkwaardige onderdelen kunnen de machine beschadigen en uw
veiligheid in gevaar brengen.
7 BESCHRIJVING VAN DE COMPONENTEN
1 Veiligheidsschakelbeugel motorstop
2 Tankdop
3 Afdekkingen van de riemaandrijving
4 Olievulopening
5 Motorbevestiging
6 Stelschroef voor verticuteerdiepte
7 Spatbescherming
8 Motorafdekking
9 Brandstofkraan
10 Luchtfilter
11 Veiligheidsrooster voor de uitlaat
12 Bougie
13 Verticuteerhendel
14 Startkabelgreep
8 VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN
Voor de montage van de verticuteerder bevinden zich de volgende afzonderlijke
delen in de verpakking:
•
Verticuteerder met gemonteerde duwstang
•
Gereedschapszak met volgende inhoud:
– Gebruiksaanwijzing met conformiteitsverklaring
– Garantiebepalingen (afhankelijk van het model)
– Diverse montageonderdelen
Mocht er toch een onderdeel ontbreken, neem dan contact op met uw
gespecialiseerde vakhandelaar.
LET OP
Vóór montage van de stang en de startkabelhouder en bij het omhoog klappen
van de stang altijd de bougiestekker uittrekken! Na montage, uiterlijk vóór het
starten van de motor de bougiestekker weer aanbrengen!
Duwstang bevestigen (Afbeelding E1 + X3 + C1 )
BELANGRIJK
Let erop, dat de kabels bij het uit- en in elkaar klappen van de duwstangen niet
ingeklemd, bekneld, verdraaid of overstrekt worden! De kabel altijd aan de
buitenkant van de stangverbinding leiden. Een beschadigde kabel kan tot een
technisch defect van het apparaat leiden.
– De ingeklapte duwstang naar boven toe uit elkaar trekken.
– Als het bovenste en het onderste deel van de duwstang op één niveau liggen,
de gerande moer (1) aan beide kanten met de hand vast aandraaien
E1
.
– De moeren (2), sluitringen (3) en zeskantschroeven (4) uit de gereedschapszak
nemen
X3
.
– Onderste deel van de duwstang (5) optillen en tegen de bovenste, middelste of
onderste boringen van het voorgemonteerde steunijzer (6) aan leggen voor
verschillende schuinstanden van de stang
X3
:
middelste boring = steile stand van de duwstang (voor grotere personen)
onderste boring = vlakke stand van de duwstang (voor kleinere personen)
– Van buiten aan beide kanten de zeskantschroef (4) met erop gezette ring (3) door
het onderstuk van de stang (5) en het steunijzer (6) steken, de tweede ring (3)
erop zetten en vastschroeven met de moer (2).
– Alle schroefverbindingen vast aandraaien
C1
.
Montage van de startstang (Afbeelding L1 )
– Startkabelhouder (1) uit de gereedschapszak nemen.
– Moer zo ver eruit draaien, dat de beide helften over de stang kunnen
worden geschoven.
– Op de bovenstang zit een sticker (2) voor de positionering van de
startkabelhouder.
LET OP
Om veiligheidsredenen mag de startkabelhouder alleen in de opgegeven
positie worden gemonteerd.
– Startkabel (3) uittrekken en in de startkabelhouder leiden.
– De beide helften samenvoegen (4) en licht naar buiten draaien, moer weer
vastdraaien. Zo wordt verhinderd dat de startkabel eruit springt.
De startkabelhouder moet zo gemonteerd/uitgelijnd worden, dat de startkabel
vrij loopt en niet tegen andere delen aanwrijft.
9 VÓÓR DE EERSTE INBEDRIJFSTELLING
Veiligheidsinstructie!
Verklaring van de symbolen zie tabel pagina 3
Alle schroefverbindingen en de bougiestekker controleren op goede bevestiging.
De schroeven eventueel aandraaien! Met name de correcte montage en toestand
van de messenas moet gecontroleerd worden (zie hiervoor hoofdstuk „Onderhoud
van de messenas“).
Werkzaamheden aan de messenas altijd door een geautoriseerde vakwerkplaats laten
uitvoeren. Door een verkeerd gemonteerde messenas kunnen delen loskomen,
hetgeen tot ernstige verwondingen kan leiden.
De verticuteerder is uitgerust met een motorstopinrichting.
Vóór de eerste inbedrijfstelling controleren of de veiligheidsschakelbeugel voor de
motorstop foutloos functioneert. Als de schakelbeugel wordt losgelaten, dan moet
de motor zich uitschakelen en het snijgereedschap tot stilstand komen (Opgelet!
Het snijgereedschap loopt na!). Anders de dichtstbijzijnde geautoriseerde
vakwerkplaats opzoeken.
De beugel moet na het loslaten in elk geval weer in de positie terugspringen, die
in de afbeelding “Beschrijving van de componenten” wordt getoond.
Als dit niet het geval is, dan moet dit onmiddellijk door een geautoriseerde
vakwerkplaats gecontroleerd worden.
De veiligheids- en bescherminrichtingen van de machine mogen niet worden
gemanipuleerd of gedeactiveerd!
Erop letten dat alle bescherminrichtingen zoals voorgeschreven aangebracht en niet
beschadigd zijn!
Oliepeil controleren en olie bijvullen (Afbeelding Y1 )
Veiligheidsinstructie!
Verklaring van de symbolen zie tabel pagina 3
BELANGRIJK
Schade vermijden! De motor wordt zonder olie geleverd. De motor moet voor
het starten met olie worden gevuld.
– De verticuteerder moet horizontaal op een gelijke bodem staan.
– Vuil van olievulbereik verwijderen.
– De oliepeilstok (1) uitnemen en met een schone doek afvegen.
– De oliepeilstok (1) erin zetten. Niet draaien of vastdraaien.
– De oliepeilstok (1) uittrekken en het oliepeil controleren. Als het oliepeil correct is,
bevindt de olie zich aan de bovenkant van de vol-markering (2) van de oliepeilstok.
– Bij een te laag oliepeil langzaam motorolie in de vulopening (3) gieten
(hoeveelheid en kwaliteit zie Technische gegevens). Het oliepeil moet tot aan de
onderkant van de vulopening komen.
– De oliepeilstok (1) weer inzetten en vastdraaien.
Brandstof invullen
Summary of Contents for 45-220
Page 2: ...E1 X3 C1 L1 Y1 S2 D E Q2 F Y2 V2...
Page 3: ...T2 Z2 M N A1 N4 W Y W1 W2...
Page 4: ......
Page 74: ......
Page 75: ......