10
vasthouden. Als de mesbalk bij het reinigen gedraaid moet worden, dan bestaat
het gevaar dat de vingers tussen ventilator en ventilatorhuis bekneld raken!
BELANGRIJK
Nooit met hogedrukreiniger of normale waterstraal de omgeving van de
aandrijving, motordelen (zoals ontstekingssysteem, carburateur enz.)
afdichtingen en lagerplaatsen reinigen. Beschadigingen resp. dure reparaties
kunnen het gevolg zijn.
Vuil en grasresten direct na het maaien verwijderen. Voor de reiniging een borstel of
doek gebruiken.
BELANGRIJK
Indien de onderkant van de maaier per ongeluk met water werd gereinigd,
absoluut nog een keer de motor starten en het maaiwerk inschakelen.
Achterblijvend water kan onder bepaalde omstandigheden de constructiedelen
(bijv. kogellagers) beschadigen; daarom de koppeling enkele minuten laten
lopen, opdat water wordt weggeslingerd van de constructiedelen.
Opbergen
De machine moet altijd in schone toestand in een droge, gesloten ruimte buiten bereik
van kinderen worden bewaard. Laat de motor afkoelen voordat u de machine in
gesloten ruimten opbergt.
Neerklappen van de geleidestangen (Afbeelding B4 )
BELANGRIJK
Let erop, dat de kabel bij het uit elkaar- en dichtklappen van de stuurbomen niet
ingeklemd, bekneld, verdraaid of overstrekt kan worden! De kabel altijd aan van
de buitenkant van de boomverbinding leiden. Een beschadigde kabel kan tot een
technisch defect van de machine leiden.
Voor de plaatsbesparende bewaring of voor het transport de beide gerande moeren zo
ver losdraaien, dat de bovenste duwboom zonder weerstand naar de motor toe
kan worden omgeklapt.
– De bowdenkabels daarbij niet knikken of samendrukken.
VOORZICHTIG
Bij het omleggen van de duwboom voor transport- en opslagdoeleinden kan de
boom bij het losdraaien van de gerande moeren onverwacht omslaan. Bovendien
kunnen er drukplaatsen met pletgevaar ontstaan tussen het onderste en het
bovenste gedeelte van de duwboom. Er bestaat verwondingsgevaar!
Transport en beveiliging van het apparaat (Afbeelding N + N4 )
– Als het apparaat moet worden gedragen, pakt u het voor vast aan de draaggreep
(1) en achter aan de dwarsboom van het bovenstuk van de duwboom (2) (zie
afbeelding
N
).
Houd bij het optillen of dragen rekening met het gewicht van de machine (zie
Technische gegevens). Het optillen van zware gewichten kan problemen met de
gezondheid veroorzaken.
Wij raden aan om het apparaat altijd met minstens twee personen op te tillen of te
dragen, als er geen andere hulpmiddelen ter beschikking staan.
Als het apparaat op een laadvlak getransporteerd wordt, dan moet voor het op- en
afladen een laadplatform worden gebruikt.
OPGELET
Verwondingen vermijden! Bij het op- of afladen van de machine bijzonder voorzichtig te
werk gaan.
Het wordt aangeraden om er bij het gebruik van een aanhanger op te letten dat deze is
uitgerust met stabiele zijwanden.
Om het apparaat vast te zetten mogen alleen de aangeduide punten aan het
transportvoertuig gebruikt worden.
– Het transportmiddel parkeren op vlakke ondergrond, opdat het apparaat niet kan
wegrollen voordat het wordt vastgezet.
– Het apparaat op alle 4 wielen staand transporteren, om brandstofverlies,
beschadigingen van de machine en verwondingen van personen te vermijden.
– De grasvangzak uithangen en tijdens het transport apart vastmaken.
– Het apparaat met toegelaten borgmiddelen (bijv. sjorriemen met spanelement)
veilig bevestigen op of in het voertuig. Sjorriemen zijn banden van synthetische
vezels. Elke sjorriem is gekenmerkt met een etiket. Het etiket geeft belangrijke
informatie over het gebruik. De aanwijzingen op dit etiket moeten bij gebruik van
de sjorriem in acht worden genomen.
– Bij ladingen die kunnen rollen wordt aanbevolen om ze direct vast te sjorren met
vier spanriemen. Daarvoor worden de riemen direct aan de bevestigingspunten
aan het apparaat (zie afbeelding
N4
) en in de vastsjorpunten op de laadvloer
bevestigd en licht voorgespannen.
OPGELET
De riemen niet te strak aantrekken. Als het apparaat te strak wordt vastgezet, dan
kunnen beschadigingen het gevolg zijn.
VOORZICHTIG
Bij het omleggen van de duwboom voor transport- en opslagdoeleinden kan bij
het losdraaien van de zeskantmoeren (5) C1 (maar zo ver losdraaien, dat de
duwboom vrij kan worden bewogen) en de bevestigingsschroeven (1) C1 tussen
onderste deel van de duwboom en de bevestiging ervan de duwboom
onverwacht omslaan. Bovendien kunnen er drukplaatsen met pletgevaar
ontstaan tussen het onderste deel van de duwboom en de bevestiging/behuizing.
Er bestaat verwondingsgevaar!
Onderhoud van de messenbalk
Een scherp mes garandeert optimaal snijresultaat. Controleer elke keer voordat u gaat
maaien de toestand en de goede bevestiging van het mes. De bevestigingsschroef van
het mes moet altijd door een geautoriseerde vakwerkplaats worden aangedraaid. Als
de messchroef te los of te vast wordt aangedraaid, dan kunnen meskoppeling en
mesbalk beschadigd worden of loskomen, hetgeen zware verwondingen kan
veroorzaken. Een versleten of beschadigd mes moet absoluut worden vervangen
Bijslijpen en uitbalanceren van de messenbalk (Afbeelding Q )
WAARSCHUWING
Het bijslijpen en uitbalanceren van de messenbalk steeds door een
geautoriseerde vakwerkplaats laten uitvoeren. Een ondeskundig geslepen en niet
uitgebalanceerd mes kan sterke vibraties veroorzaken en de gazonmaaier
beschadigen.
De snijvlakken van de messenbalk mogen alleen worden bijgeslepen totdat de
markering (1) op de messenbalk (ring) (zie afbeelding
Q
) is bereikt. OPGELET!
Slijphoek van 30° in acht nemen.
Uw vakbedrijf kan deze waarde (slijtagelimiet) voor u controleren!
WAARSCHUWING
Een mes waarbij de slijtagegrens (markering) werd overschreden kan breken en
weggeslingerd worden, hetgeen zware verwondingen kan veroorzaken.
Vervangen van de messenbalk
WAARSCHUWING
Het vervangen van de mesbalk moet absoluut worden uitgevoerd door een
geautoriseerde vakwerkplaats. Door een verkeerd geassembleerde meskoppeling
of door een te vast of te los aangedraaide messchroef kan de mesbalk loskomen,
hetgeen zware verwondingen tot gevolg kan hebben.
– Bij de vervanging alleen originele mesbalken gebruiken. Niet gelijkwaardige
onderdelen kunnen de machine beschadigen en uw veiligheid in gevaar brengen.
– Snijgereedschappen ter vervanging moeten permanent met de naam en/of het
logo van de firma of leverancier en met het deel-nr. zijn gekenmerkt.
Onderhoud van de voorwielen
De wielen zijn uitgerust met onderhoudsvrije lagers. Onderhoud is niet nodig.
Onderhoud van de achterwielaandrijving (Afbeelding R )
Om de 50 bedrijfsuren de lagers van de wielen invetten.
– De aandrijfwielen na de moer losgedraaid en de stofkap verwijderd te hebben van
de wielas aftrekken.
– De wielafdekking eraf nemen, daarbij op de aanloopschijf letten.
– Het vuil van de wielafdekking, het vrijlooprondsel op de tandwielas en de
tandkrans aan de binnenkant van het wiel verwijderen.
AANWIJZING
Vrijlooprondsel niet van de as aftrekken!
– De wielas invetten met het wentellagervet „KAJO-langetermijnvet LZR 2“.
Vrijlooprondsel en tandkrans in het wiel niet invetten!
– De wielafdekking erop zetten en de aanloopschijf op de wielas schuiven. Bij het
erop steken van het aandrijfwiel erop letten dat rondsel en tandkrans in elkaar
grijpen, evt. het wiel op de as licht verdraaien.
– Stofkap erop zetten, met de zeskantmoer bevestigen en zo ver vastdraaien, dat de
wielen nog licht maar zonder speling gedraaid kunnen worden.
Onderhoud van de aandrijving
– Voor een onberispelijke functie van de riemaandrijving is in ieder geval vereist, dat
de bowdenkabel voor het in- en uitschakelen van de rijaandrijving makkelijk
beweeglijk is.
Vervangen van aandrijf-V-riem
Laat devervanging van de aandrijf-V-riem alleen door erkend vakpersoneel uitvoeren.
Summary of Contents for 54-pro k vario plus
Page 2: ...A1 C1 E1 L1 R1 S1 I Y1 A E C H3 ...
Page 3: ...I3 G3 G H J K L M U2 O B4 N ...
Page 4: ...N4 Q R W Y ...
Page 6: ......
Page 20: ......
Page 34: ......
Page 60: ......
Page 74: ......
Page 90: ......
Page 91: ......