6) Vervoer geen andere personen dan uzelf.
7) De bestuurder van de machine dient de aanwijzingen voor het besturen van de machine stipt op te
volgen en wel:
– de bestuurder mag niet afgeleid worden en dient alle aandacht bij zijn werk te houden;
– de bestuurder dient eraan te denken dat het verlies van de macht over het stuur van de machine,
terwijl hij van een helling afglijdt, niet hersteld kan worden door de rem te gebruiken. De voornaam-
ste oorzaken waardoor u de macht over het stuur kwijt kunt raken zijn de volgende:
– de wielen hebben niet voldoende grip;
– te hoge snelheid;
– niet goed remmen;
– de machine is niet geschikt voor het doel waarvoor hij wordt gebruikt;
– gebrek aan kennis ten aanzien van de gevolgen die de toestand waarin het terrein zich verkeerd
kunnen hebben, in het bijzonder op hellingen.
8) De machine is van een aantal microschakelaars en veiligheidsinrichtingen voorzien. U mag deze
voorzieningen in geen geval beschadigen of verwijderen, op straffe van verval van de garantie en de
fabrikant kan hier dan niet voor aansprakelijk gesteld worden.
B) VOOR HET GEBRUIK
1) Tijdens het maaien dient u altijd stevige schoenen en een lange broek te dragen. Gebruik de
machine niet met blote voeten of met open sandalen.
2) Controleer het gehele terrein dat u wilt maaien grondig en verwijder alles wat de machine zou kun-
nen beschadigen (zoals stenen, takken, ijzerdraad, botten e.d.).
3) LET OP: GEVAAR! De benzine is bijzonder brandbaar.
– bewaar de brandstof in speciale tanks;
– giet de brandstof, met behulp van een trechter, alleen in de open lucht in de tank en als u dit doet
mag u hierbij, en ook niet tijdens het hanteren van de brandstof, niet roken;
– giet de brandstof in de tank vóórdat u de motor aanzet: als de motor aanstaat of warm is mag u
geen benzine toevoegen of niet de dop van de benzinetank erafdraaien;
– als u benzine gelekt heeft mag u de motor niet starten maar dient u de machine uit de buurt van de
plek waar u de benzine gelekt heeft te brengen en te voorkomen dat er brand ontstaat. U dient te
wachten totdat de brandstof verdampt is en de benzinedampen opgelost zijn;
– draai de doppen van de benzinetank van de machine en van het benzineblik altijd goed dicht.
4) Vervang de geluiddempers als deze defect zijn.
5) Vóór het gebruik dient u een algemene controle te verrichten, met name de toestand van het mes,
en dient u te controleren of de bouten en het mes niet versleten of beschadigd zijn. Vervang het
beschadigde of versleten mes en/of de bouten en bloc om ervoor te zorgen dat het maaidek in balans
blijft.
6) Vóórdat u met het maaien begint, dient u de beschermingen op het windkanaal te monteren
(opvangbak en steenbeschermkap).
C) TIJDENS HET GEBRUIK
1) Start de motor niet in gesloten ruimten, waar zich gevaarlijke koolstofmonoxyde kan ophopen.
2) Werk alleen bij daglicht of bij goed kunstlicht.
3) Indien mogelijk, maai niet als het gazon nat is.
4) Voordat u de motor start dient u het mes los te koppelen, de versnelling (
bij modellen met
mechanische aandrijving) of de snelheidsregelaar (
bij modellen met hydrostatische aandrijving)
in de “vrije” stand te zetten en de machine op de handrem te zetten.
5) Maai geen gazons die een helling van meer dan 10° hebben (17%).
6) Denk eraan dat er geen “veilige” hellingen bestaan. U dient bijzonder goed op te letten als u zich
op een helling begeeft. Om te voorkomen dat u over de kop slaat, adviseren wij u:
– een tegengewicht op de voorzijde van de machine te monteren (verkrijgbaar op aanvaag);
– niet plotseling te stoppen of weg te rijden als u een helling op– of afrijdt;
– de koppeling altijd voorzichtig laat opkomen en altijd een versnelling ingeschakeld te houden (
bij modellen met mechanische aandrijving) of de snelheidsregelaar (
bij modellen met hydrostati-
sche aandrijving) geleidelijk naar een hogere stand te schuiven;
– de snelheid op de hellingen en in scherpe bochten laag te houden;
– let op bobbels, taluds en op verborgen gevaren;
– maai het gazon in geen geval in de dwarsrichting ten opzichte van de helling.
➤
➤
➤
➤
NEE 4
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN