NEDERLANDS
REINIGING EN ONDERHOUD
71
display “humidity control” aangaan en de vochtigheid van de
omgevingslucht weergeven (ook wanneer het apparaat uit staat).
Het weergegeven meetgebied bevindt zich tussen de 30% en
80% . Voorbij deze grenswaarden zou het display de
knipperenden tekst
LLL
kunnen weergeven(zie tabel
storingen, oorzaken, oplossingen).
Algemene opmerkingen betreffende de werking
Tijdens de werking kan het ontvochtigingsapparaat de
omgevingstemperatuur een paar graden doen stijgen.
Als de netspanning wegvalt tijdens de werking van het
ontvochtigingsapparaat (Mod. Mirage - Mirage Combi -
Mirage Plus), wordt en blijft het apparaat uitgeschakeld tot
men de startknop weer indrukt. De eerder geactiveerde
instellingen gaan verloren. Om deze opnieuw te activeren
moeten ze met de hand worden ingesteld in de werkwijze
waarvan men gebruik wenst te maken.
In het ontvochtigingsapparaat model Mirage S zullen, bij
het wegvallen van de netspanning, de door de gebruiker
ingevoerde instellingen niet verloren gaan. Het
ontvochtigingsapparaat zal weer automatisch van start
gaan met de ingestelde parameters, op het moment dat de
netspanning weer wordt ingeschakeld.
REINIGING EN ONDERHOUD
• Tijdens het schoonmaken van het
ontvochtigingsapparaat moet de stekker uit het
stopcontact zijn gehaald.
• De luchtcirculatiegebieden van het
ontvochtigingsapparaat moeten schoon en vrij
van verstoppingen worden gehouden.
Opmerking: ook stof kan na een lange
gebruiksperiode verstoppingen veroorzaken.
• Dompel het apparaat niet onder in water en/of
andere vloeistoffen.
• Maak het apparaat met de hand droog.
• Giet geen vloeistoffen in het apparaat (b.v.
uitgangsrooster “Bloemenlucht
®
”).
Externe delen van kunststof
Maak het ontvochtigingsapparaat schoon met een vochtige
doek, en maak het droog.
Opmerking: gebruik alleen water om de doek vochtig te
maken.
Reiniging en vervanging luchtfilters
Om de twee weken moet het netfilter worden gewassen en moet
de toestand van het hoge-rendementsfilter met actieve
koolstoffen worden gecontroleerd, op de volgende manier:
• zet het ontvochtigingsapparaat uit (3);
• open het rooster met filter op de luchtinlaat;
• haal de filters uit het rooster (6) (7) (Afb.A);
• verwijder het hoge-rendementsfilter met actieve koolstoffen
(indien aanwezig) uit het netfilter;
• inspecteer het hoge-rendementsfilter met actieve
koolstoffen; vervang het als het vuil is;
• was het netfilter met lauw water en maak het droog;
• breng het hoge-rendementsfilter met actieve koolstoffen
aan in het netfilter;
• breng de filters aan in het rooster met filters in de luchtinlaat
en sluit het.
Als het ontvochtigingsapparaat niet wordt
gebruikt
Als het ontvochtigingsappraat niet wordt gebruikt gedurende
een lange periode, wordt het volgende geadviseerd:
• schakel het ontvochtigingsapparaat uit;
• haal de stekker uit het stopcontact;
• rol de voedingskabel op;
• haal de condensopvangtank weg en gooi het water weg;
• maak de aanwezige luchtfilters schoon en vervang hen
eventueel;
• laat het ontvochtigingsapparaat in verticale positie staan,
afgedekt met een doek, op een veilige plaats buiten bereik
van kinderen.