2 NL
BESCHRIJVING EN TECHNISCHE KENMERKEN
NL
1.0
BESCHRIJVING EN TECHNISCHE KENMER-
KEN
1.1
BESCHRIJVING
Draadnaadlasapparaten met de mogelijkheid tot lassen van kern-
draad zonder gas of met gas (dual) voor het lassen van staal,
roestvrijstaal en aluminium. Mig/mag draadnaadlasapparaten.
Voor het lassen van staal, roestvrijstaal en aluminium.
1.2
TECHNISCHE KENMERKEN
1.3
BEDRIJFSCYCLUS
De bedrijfscyclus betreft een percentage van 10 minuten dat het las-
apparaat kan lassen zonder oververhit te raken. Raakt het apparaat
oververhit dan wordt de lasstroom onderbroken en gaat het betreffen-
de controlelampje branden. Laat het apparaat in dit geval ongeveer
15 minuten afkoelen en stel de lasstroom en de betreffende spanning
ofwel de bedrijfstijd op een lagere waarde af.
Voorbeeld: 250 A - 30% betekent dat er 3 minuten gewerkt wordt
onder 250 A met 7 minuten pauze.
1.4
KROMME VOLT - AMPERE
De Volt-Ampère krommen geven de verschillende uitgangs-
stroom en -spanningswaarden weer die het lasapparaat kan leve-
ren. Zie pag. IV.
2.0
INSTALLATIE
BELANGRIJK: ALVORENS DE UITRUSTING AAN TE SLUITEN,
KLAAR TE MAKEN OF TE GEBRUIKEN EERST AANDACHTIG
HET VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN DOORLEZEN.
2.1
KLAARMAKEN VAN DE MACHINE
DEZE WERKZAAMHEID MAG UITSLUITEND DOOR VAK-
MENSEN WORDEN UITGEVOERD.
CONTROLEER ALVORENS DE GENERATOR AAN TE SLUI-
TEN
of het beschikbare stopcontact aan de eisen voldoet (ampè-
re en spanning) (Zie tabel met technische gegevens).
Het is altijd verplicht een aardaansluiting uit te voeren met behulp
van de GEEL- GROENE connector. De doorsnee van eventuele
verlengsnoeren moet minstens gelijk zijn aan die van de voe-
dingskabel van het apparaat.
CONTROLEER of het betreffende stopcontact beveiligd is met
geschikte zekeringen en automatische schakelaars.
Breng aan de uiteinden van de voedingskabel een stekker aan die
goedgekeurd is volgens de geldende voorschriften, met dezelfde
kenmerken als die van de installatie.
2.2
VOEDINGSSPANNING.
De voorbestemde voedingsspanning van de installatie staat ver-
meld op het etiket nabij de voedingskabel en in de technische ta-
bel op de generator.
2.3
INBEDRIJFSTELLING
Het kan zijn dat de voeding van het lasapparaat tijdens kritieke
momenten van het stroomnet storingen veroorzaakt in de voeding
van andere gebruikers in de nabijheid.
Beoordeel alvorens met werken te beginnen de ernst en dus de
gevolgen van dergelijke storingen (b.v.: storingen van computers
en overige elektronica in het algemeen).
3.0
BESCHRIJVING BEDIENINGSORGANEN OP
PANEEL VOORKANT
3.1
PANEEL VOORKANT
Picture 1.
1.
Instellen van draadsnelheid.
2.
Instellen van puntlastijd.
3.
ON en keuzeschakelaar vermogen.
4.
Controlelampje thermische beveiliging.
5.
Potentiometer för reglering av accellerationstiden för tråd-
matarmotorn.
6.
Potentiometer för reglering av tiden under vilken svetseffek-
ten bibehålls efter stoppsignalen. I praktiken om ,vid slutet av
svetsningen , denna tid är för kort förblir tråden fastlimmad i
badet och eller sticker ut för mycket ur brännarens kontak-
trör; om den reglerade tiden istället är för lång limmas tråden
fast på brännarens kontaktrör som ofta förstörs.
NB: HET IS NIET DE HOOFDSCHAKELAAR DIE HET CON-
TROLELAMPJE VAN DE THERMISCHE BEVEILIGING IN-
SCHAKELT; HET LAMPJE GAAT BRANDEN WANNEER DE
THERMISCHE BEVEILIGING INGRIJPT. TIJDENS DEZE FASE
WORDT DE MACHINE VAN STROOM VOORZIEN MAAR LAST
NIET. HERVAT HET LASWERK PAS NADAT HET CONTROLE-
LAMPJE UIT IS GEGAAN.
4.0
BASISBEGRIPPEN VOOR MIG-LASSEN
GRONDBEGINSEL MIG-LASSEN
MIG-lassen is een autogeen lasproces, d.w.z. voor het assemble-
ren van delen door ze te smelten aan hetzelfde soort materiaal
(zachtstaal, rvs, aluminium), waarbij de mechanische en natuur-
kundige continuïteit van het materiaal behouden blijft. De voor het
smelten van de te lassen delen benodigde warmte wordt geleverd
door een elektrische boog die overspringt tussen de lasdraad
(elektrode) en het deel dat gelast moet worden. Het veiligheids-
gas beschermt de boog en het smeltend deel tegen de lucht.
5.0
AANSLUITEN EN KLAARMAKEN VAN DE
LASUITRUSTING
SLUIT DE LASACCESSOIRES ZORGVULDIG AAN TER
VOORKOMING VAN KRACHTVERLIES OF GEVAARLIJKE
GASLEKKAGE. VOLG ZORGVULDIG DE VEILIGHEIDS-
VOORSCHRIFTEN OP.
PRIMAR
Eenfasespanning
230 V
Frequentie
50 Hz / 60 Hz
Werkelijk verbruik
7,5 A
Max. verbruik
24 A
SECONDAR
Spanning bij leegloop
18 ÷ 32 V
Snijstroom
30 ÷ 170 A
Bedrijfscyclus 18%
140 A - 21V
Bedrijfscyclus 60%
75 A - 18 V
Bedrijfscyclus100%
60 A - 17 V
Beschermingsgraad
IP 21
Isolatieklasse
H
Gewicht
Kg 38,5
Afmetingen
440 x 670 x 750
Normering
EN 60974.1 / EN 60974.10
1
6
5
4
3
2