nederlandse 31
• Waarschuwing: Maak nimmer instellingen zolang de
machine is aangesloten op het elektriciteitsnet. Het
niet opvolgen van deze waarschuwing kan tot ernstig
letsel leiden.
• Waarschuwing. Zet de machine altijd vast op een werk-
bank of op een onderstel om de kans op kantelen of
wandelen over de tafel te voorkomen. Het niet opvolgen
van deze waarschuwing kan tot ernstig letsel leiden.
Wijken van de slijpcilinder, Fig. 4
Vergewis u ervan- alvorens u de slijpcilinder gaat uitlijnen
volgens onderstaande beschrijving - dat tijdens het slijpen
de slijpcilinder enigszins naar boven wijkt. De drie belang-
rijkste oorzaken voor een te grote wijking zijn:
1 Te grote slijpdiepte. Verminder de slijpdiepte om de
druk op de slijpcilindermodule te verminderen. Zie de
aanwijzingen met betrekking tot de verspaandiepte in
de paragraaf “Inleiding tot het cilinder slijpen”.
2 Losse hoogtespanschroeven - zie de aanwijzingen met
betrekking tot de verspaandiepte in de paragraaf “Ci-
linderuitlijning”.
3 Losse bevestigingschroeven in de motoreenheid of de
cilindereenheid (zie afb. 4). Controleer of de vier schroe-
ven goed vastzitten, twee boven en twee onder, en trek
ze zo nodig na.
Uitlijnen van de cilinder, Fig. 5, 6, 7, 8
• Waarschuwing: Scheid - om mogelijk ernstig letsel te
voorkomen - de slijpmachine altijd van de elektrische
voeding alvorens onderhoud of instellingen te gaan uit-
voeren.
1 Controleer of de stelschroeven voor de hefspanning (afb.
5) goed vastzitten. Stel deze schroeven na om kleine
hoogteverstellingen te kunnen maken, maar ook om het
wijken van de cilinder te beperken. (Als de schroeven
te los zitten wijkt de cilinder tijdens het slijpen uit,
wat tot een ongelijk oppervlak leidt. Als de schroeven
te vast zitten is het moeilijk een hoogteverstelling uit
te voeren.)
2 Los - om de hoogtestelschroeven te kunnen instellen -
de borgmoeren die de schroeven op hun plaats houden.
Los iedere schroef niet meer dan nodig is in kwartslagen
en trek ze weer aan om de gewenste stand en de on-
berispelijke werking te behouden. Trek de borgmoeren
weer aan om de schroeven in positie te houden.
3 Controleer de uitlijning tussen slijpcilinder en trans-
porttafel. Verwijder daartoe eerst de slijpband van de
cilinder. Het doel van deze instelling is om gelijkma-
tige afstanden tussen de punten A en B te verkrijgen,
wat waarborgt dat de cilinder zich evenwijdig aan de
invoertafel bevindt en daardoor gelijkmatig zal slijpen
(zie afb. 6).
Ga - als afmeting A ca 0,5 mm (of minder) groter is dan
hetzelfde punt bij B - als volgt te werk:
1 Los de beide buitenste bevestigingschroeven (C) op de
transporttafel, zoals op afb. 7 te zien is.
2 Schuif naar behoefte een of beide afstandstukken onder
de rand van de transporttafel.
3 Trek de bevestigingschroeven van de transporttafel aan.
Controleer nog eens de maten bij A en bij B.
4 Test met een proefstuk en controleer de gelijkmatige
dikte. Herhaal deze stappen zo vaak als nodig is.
Ga - als afmeting B ca 0,5 mm (of minder) groter is dan
hetzelfde punt bij A - als volgt te werk:
1 Los de beide binnenste bevestigingschroeven op de
transporttafel, zoals op afb. 8 te zien is.
2 Schuif naar behoefte een of beide afstandstukken onder
de rand van de transporttafel.
3 Trek de bevestigingschroeven van de transporttafel aan.
Controleer nog eens de maten bij A en bij B.
4 Maak een test door als proef een afvalstuk te slijpen en
controleer de gelijkmatige dikte. Herhaal deze stappen
zo vaak als nodig is..
Spoorinstelling van de transportband, Fig. 9
Door de rek van de band kan het af en toe nodig zijn de
transportband na te stellen.
1 De schroeven voor de spoorinstelling van de transport-
band bevinden zich aan voor- en achterzijde van de
slijpmachine (zie afb. 9).
2 Om de spoorspanning te vergroten moet de spoorschroef
in klokrichting worden verdraaid, terwijl u de moer met
een 11 mm moersleutel (niet meegeleverd) vasthoudt.
Om de spoorspanning te verminderen moet u de spoor-
schroef tegen de klokrichting in verdraaien, terwijl u de
moer met een moersleutel vasthoudt.
3 Als het transportbandspoor naar binnen (motorzijde)
van de machine trekt, verhoogt u de spanning op de
stelschroef aan deze zijde van de machine.
Aanwijzing:
Vanwege de breedte van de transportband kan het zijn dat
het verlopen van de sporing niet direct wordt opgemerkt.
Verhoog de snelheid van de transportband om de effecten
van de instellingen zichtbaar te maken. Maak kleine cor-
recties van ongeveer een kwart slag en beoordeel het re-
sultaat. Stel zo nodig opnieuw bij tot de riem goed loopt.
Een tip:
Span de tegenoverliggende zijde van de gewenste spoor-
richting. Bijvoorbeeld: span de rechter zijde van de spoor-
verstelling, opdat de riem naar links loopt.
Inleiding tot het slijpen
Functie
Cilinderslijpen is een repeterend slijpproces aan beide zij-
den van een houten werkstuk, tot de gewenste dikte en/of
vlakheid is verkregen. Als dit goed wordt uitgevoerd, lopen
beide zijden evenwijdig aan elkaar.
Verwar cilinderslijpen niet met het op dikte schaven! Bij
cilinderslijpen wordt per keer, afhankelijk van korrel, werk-
stukhardheid en -breedte etc. materiaal met een dikte van
0,8 mm of minder verwijderd. Bij draagbare schaafmachi-
nes echter wordt per keer maximaal 3,2 mm weggenomen.
Als u het werken met een dikteschaaf beheerst om uw
werkstukken te vlakken en op maat te schaven, dan zult u
snel leren met uw slijpmachine te werken, zonder dat die
zich tegen u keert. Als u geduld hebt, laat u de slijpcilin-
der zijn werk doen om de beste resultaten te behalen door
telkens een dikte van 0,8 mm of minder weg te nemen.
De meest voorkomende fout bij het cilinderslijpen is de
poging om met geweld teveel materiaal te snel te verwijde-
ren. Vele variabelen (korrel van het slijppapier, houtbreed-
te, houtsoort, toevoersnelheid en vochtgehalte) hebben
invloed op de mate waarin per keer materiaal kan worden
weggenomen.
