www.scheppach.com /
service@scheppach.com /
+(49)-08223-4002-99 /
+(49)-08223-4002-58
NL | 149
Snijrand
Dieptebegrenzer
Vijl
Dieptebegrenzer
Snijrand
10.
Onderhoud
m
Waarschuwing!
Trek altijd de stekker uit het stop
-
contact voordat u instellings-, instandhoudings- of re
-
paratiewerkzaamheden uitvoert!
Algemene onderhoudswerkzaamheden
•
Zorg dat de veiligheidsinrichtingen, de ventilaties
-
leuven en de motorbehuizing zo stof- en vuilvrij mo
-
gelijk zijn.
Wrijf het apparaat met een schone doek
schoon of blaas het met perslucht bij een lage druk
uit.
•
Wij adviseren om het apparaat direct na elk gebruik
te reinigen.
•
Reinig het apparaat regelmatig met een vochtige
doek en wat zachte zeep.
Gebruik geen reinigings-
of oplosmiddelen. Hierdoor kunnen de kunststofon
-
derdelen van het apparaat worden aangetast.
Let
op dat er geen water in het apparaat terecht komt.
Slijpschijf vervangen
•
Gebruik geen beschadigde slijpschijven of slijp
-
schijven die vervormd zijn.
•
Gebruik geen slijpschijven die niet voldoen aan de
aangegeven kengegevens van deze gebruikshand
-
leiding.
1. Draai de schroefafdekkingen (14) los en verwijder
de veiligheidsafdekking (17).
(afb. A)
J)
2. Verwijder de afdekking (10).
(afb. A)
K)
3. Om de slijpschijf te vergrendelen, steekt u een
schroevendraaier of een doorn (Ø 4 mm) in het
daarvoor bestemde gat.
(afb. A)
L)
4. Draai de moer (15) los.
(afb. A)
L)
5. Verwijder de moer, de voorste flens (16) en de
slijpschijf (9) en de achterste flens (16).
(afb. A)
L)
6. Reinig de flens.
7. Het inbouwen geschiedt in omgekeerde volgorde
Service-informatie
Let op dat bij dit product de volgende delen onder
-
hevig zijn aan gebruiksmatige of natuurlijke slijta
-
ge, resp. de volgende delen als verbruiksmateriaal
wordt gebruikt.
Slijtageonderdelen*: slijpmiddel, koolborstel, V-snaar
* niet persé in de leveringsomvang opgenomen!
Slijpen van alle zaagschakels
Om een snede van de zaagschakel te slijpen, gaat
u als volgt te werk:
1. Zo stelt u de slijphoek in: Draai de borgmoer (7)
los om de draaikop op ca. 30° te draaien en haal
de borgschroef weer aan.
m
Het slijpen van de zaagschakels worden normali
-
ter in een hoek tussen 30 en 35 graden geslepen.
2. Draai de bevestigingsschroef (3b) los en plaats
de zaagketting in de geleiderail (6) tussen de ge
-
leideplaten (5).
(afb. A)
E)
3. Klap de kettingaanslag (4) omlaag en trek de
zaagketting zo ver naar achter tot de te slijpen
zaagschakel tegen de aanslag ligt.
(afb. A)
F)
4. Voor een exacte uitlijning trekt u de slijpkop (13)
tegen de zaagschakel aan.
Stel de afstand in met
de bevestigingsschroef (3a) zodat de slijpschijf
de zaagschakel raakt.
Regel met behulp van de
stelschroef (8) de slijpdiepte.
(afb. A)
G)
5. Haal de bevestigingsschroef (3b) aan →zaagket
-
ting is gefixeerd.
(afb. A)
H)
6. Slijp voorzichtig de snede van de zaagschakel.
m
Om schade aan de zaagketting te voorkomen,
dient u zo kort mogelijk te slijpen en slechts zo
-
veel materiaal als nodig is.
(afb. A)
I)
7. Slijp elke tweede schakel door stappen 5. en 6.
uit te voeren.
m
Markeer de eerste zaagschakel, bijv. met krijt
-
streep.
Zo voorkomt u dat u zaagschakels dubbel
slijpt.
8. Draai de draaikop naar de 30° van de andere zij
-
de en slijp de overige schakels zoals hierboven
beschreven.
De dieptebegrenzerafstand instellen
Als alle schakels van de zaagschakels zijn geslepen,
is uw zaagketting scherp, maar het kan zijn dat ze
niet zaagt.
Daarom moet er altijd een dieptebegrenzerafstand
beschikbaar zijn (= afstand tussen de dieptebegren
-
zer en de snijrand).
Doorgaans is dit 0,5 – 0,8 mm.
5-8 mm
m
Een te grote dieptebegrenzerafstand verhoogt het
gevaar voor terugslag tijdens het zagen.
Hiervoor
moet u de afstand controleren volgens de speci
-
ficaties van uw zaagketting en deze indien nodig
vijlen met een vijl.
m
Let op dat de voorkant van de dieptebegrenzer
met een vijl wordt afgerond.
De oorspronkelijke
vorm van de zaagschakel moet behouden blijven.