www.scheppach.com
NL | 59
2.
Spuit met de sproeivoorzetapparaten (bijv. verf
spuiten) nooit in de richting van de compressor.
Vocht kan leiden tot elektrische gevaren!
3. Geen lakken of oplosmiddelen met een vlampunt
van minder dan 55° C verwerken. Explosiegevaar!
4. Lak en oplosmiddelen niet verwarmen. Explosie-
gevaar!
5.
Als er vloeistoffen worden verwerkt die schadelijk
zijn voor de gezondheid, zijn er filterapparaten (ge
-
laatsmaskers) nodig ter bescherming.
Neem ook
de specificaties in acht die door de fabrikanten van
dergelijke stoffen wordt verstrekt met betrekking
tot voorzorgsmaatregelen.
6.
De specificaties en aanduidingen van de verorde
-
ning inzake gevaarlijke stoffen die op de omver
-
pakking van de verwerkte materialen zijn aange
-
bracht, moeten in acht worden genomen.
Indien nodig moeten aanvullende voorzorgsmaat
-
regelen worden getroffen, met name wat betreft
het dragen van geschikte kleding en maskers.
7.
Tijdens het spuiten alsook in de werkruimte mag
niet worden gerookt. Explosiegevaar! Ook verf-
dampen zijn licht ontvlambaar.
8. Vuur, open verlichting of vonkende machines mo-
gen niet aanwezig zijn resp. bediend worden.
9. Bewaar of consumeer geen voedsel en dranken
in de werkomgeving.
Verfdampen zijn schadelijk
voor de gezondheid.
10.
De werkruimte moet groter zijn dan 30 m³ en er
moet worden gezorgd voor voldoende luchtverver-
sing tijdens het spuiten en drogen.
11. Spuit niet tegen de wind in.
Neem altijd de voor
-
schriften van de plaatselijke politie in acht bij het
spuiten van brandbare of gevaarlijke spuitmateri
-
aal.
12.
Verwerk geen media zoals testbenzine, butylal
-
cohol en methyleenchloride in combinatie met de
PVC-drukslang.
13. Deze media vernietigen de drukslang.
14.
De werkomgeving moet door de compressor zijn
losgekoppeld, zo dat deze niet direct met het werk-
bereik in aanraking kan komen.
Gebruik van drukvaten
•
Iedereen die een drukvat bedient, moet het conform
de voorschriften in goede staat houden, goed be-
dienen, controleren, noodzakelijke onderhouds- en
instandhoudingswerkzaamheden onverwijld uitvoe
-
ren en de door de omstandigheden vereiste veilig-
heidsmaatregelen treffen.
9.
Het is aan te bevelen, om toevoerslangen bij een
druk boven 7 bar van een veiligheidskabel te voor-
zien, bijv. een staalkabel.
10.
Vermijdt zware belasting van het leidingsysteem
door flexibele slangaansluitingen te gebruiken en
knikken te vermijden.
AANVULLENDE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Neem de overeenkomstige gebruikshandleidingen
van de betreffende persluchtgereedschappen /
persluchtvoorzetapparatuur in acht!
De volgende
algemene aanwijzingen moeten eveneens in acht wor
-
den genomen:
Veiligheidsvoorschriften voor werkzaamheden
met perslucht en luchtpistolen
• Neem voldoende afstand tot het product, minimaal
echter 2,50 m en houd de persluchtgereedschappen
/ persluchtvoorzetapparatuur tijdens het gebruik uit
de buurt van de compressor.
•
Compressorpomp en leidingen bereiken tijdens
bedrijf hoge temperaturen.
Contact leidt tot brand-
wonden.
• De door de compressor aangezogen lucht moet
vrijgehouden worden van toevoegingen die brand
of explosies in de compressorpomp kunnen veroor-
zaken.
•
Houd bij het losmaken van de slangkoppeling het
koppelstuk van de slang met de hand vast.
Zo voor
-
komt u letsel door de terugspringende slang.
• Draag een veiligheidsbril wanneer u met het lucht-
pistool werkt.
Door vreemde deeltjes en weggebla
-
zen onderdelen kunnen verwondingen ontstaan.
•
Draag bij de werkzaamheden met het persluchtpis
-
tool een veiligheidsbril en luchtwegmasker.
Stoffen
zijn schadelijk voor de gezondheid!
Door vreemde
deeltjes en weggeblazen onderdelen kunnen ver
-
wondingen ontstaan.
•
Met het luchtpistool niet richting personen blazen
of kleding op het lichaam wordt gedragen, reinigen.
Gevaar voor letsel!
Veiligheidsvoorschriften bij het gebruik van spuit-
en sproeivoorzetapparaten (bijv. spuiten):
1.
Houd bij het vullen het sproeivoorzetapparaat uit
de buurt van de compressor, zodat er geen vloei-
stof in aanraking kan komen met de compressor.