www.scheppach.com /
service@scheppach.com /
+(49)-08223-4002-99 /
+(49)-08223-4002-58
60 | NL
• De verstelplaat (7a) is met de schroef F aan de ge-
leidingsrail (7) bevestigd.
• De afdekking van het tandwiel (6) boven aanbren-
gen en voorzichtig met de borgmoer (5) vastmaken.
Nu moet de zaagketting nog juist worden gespannen.
Zaagketting spannen
Waarschuwing!
Bij alle werkzaamheden aan de kettingzaag het appa-
raat altijd van tevoren loskoppelen van het stroomnet!
Bij alle werkzaamheden aan de ketting altijd be-
schermhandschoenen dragen!
• De zaagketting (4) moet per se in de geleidingsrail
(7) liggen!
• De buitenste knop rechtsom draaien (5a/afb. 3)
tot de zaagketting goed is gespannen, dan de bin-
nenste knop (van 5) draaien om de geleidingsrail in
deze positie vast te maken.
• Terwijl de binnenste knop vastgedraaid wordt, moet
de geleidingsrail omhoog worden geduwd.
• Controleer dan de spanning van de zaagketting op-
nieuw. De ketting mag niet te strak zijn gespannen.
Bij koud weer moet het mogelijk zijn, de ketting in
het midden van de geleidingsrail ongeveer 5 mm
op te tillen.
• De borgmoer (5) stevig vastdraaien.
• Bij warm weer breidt de ketting zich uit en zit dan
soepeler. Hier bestaat dan het gevaar dat de ket-
ting van de geleidingsrail afloopt.
• Daarom moet zij indien nodig op tijd worden vastgezet.
Wanneer een verwarmde zaagketting werd vastge-
zet, moet zij aan het einde van het werk weer los
worden gemaakt. Anders zou de kettingspanning
bij het afkoelen en het daarmee verbonden inkrim-
pen van de zaagketting te groot worden.
• Een nieuwe zaagketting moet ongeveer 5 minuten
inlopen. Hier is de smering van de ketting bijzon-
ders belangrijk.
• Na het inlopen moet de kettingspanning worden
gecontroleerd en indien nodig worden bijgesteld.
9.
Aanwijzingen voor het werk
Vervoer van de kettingzaag
Voordat de kettingzaag mag worden vervoerd, al-
tijd de stekker uit het stopcontact trekken en de ket-
tingbescherming over de rail en ketting aanbrengen.
Wanneer met de kettingzaag meerdere sneden die-
nen te worden uitgevoerd, moet de zaag tussen de
sneden worden uitgeschakeld.
Verlengkabel
Er mogen alleen verlengkabels worden gebruikt die
voor buitenshuis gebruik zijn ontworpen. De kabel-
doorsnede (max. lengte van de verlengkabel: 75 m)
moet minstens 2,5 mm² bedragen.
• De kettingzaag aanzetten en boven de grond hou-
den. De kettingzaag mag de grond niet raken. Om
veiligheidsredenen moet hier een minimale afstand
van 20 cm in acht worden genomen. Wanneer u
toenemende oliesporen ontdekt, betekent dit dat
het smeersysteem voor de ketting goed werkt.
Wanneer u geen tekenen van olie kunt vaststellen,
reinig eerst de olie-uitlaat (afb. 2, C) en de olielei-
ding. Raadpleeg indien nodig een gespecialiseerd
bedrijf. (Lees a.u.b. echter van tevoren de overeen-
komstige instructies in paragraaf „Kettingsmeerolie
bijvullen“).
• Controleer ook indien nodig de kettingspanning en
de speling (zie paragraaf „Zaagketting spannen“).
• Controleer de goede werking van de kettingrem
(zie ook paragraaf „Kettingrem vrijgeven“).
Montage
Geleidingsrail en ketting aanbrengen (afb. 1, 2, 3).
Waarschuwing:
wanneer de zaag reeds is aan-
gesloten aan de stroomverzorging: altijd eerst het
apparaat loskoppelen van het stroomnet. Bij alle
werkzaamheden met/aan de zaag beschermhand-
schoenen dragen.
Belangrijke opmerking: De voorste handbescherming
(3) moet altijd in de bovenste (verticale) positie zijn
(afb. 5).
De geleidingsrail en de zaagketting worden afzon-
derlijk, dus niet gemonteerd geleverd. Bij de montage
eerst de borgmoer (SDS-systeem/5) losmaken en
dan de afdekking van het tandwiel (6) verwijderen.
De boutgeleider (17) moet zich in het midden van de
geleiding bevinden.
Indien nodig de kettingspanning met het instelwiel
(5a/afb. 3) bijstellen.
Waarschuwing!
Om letsel door de scherpe randen
te voorkomen, moeten bij de montage, het spannen
en controleren van de ketting altijd beschermhand-
schoenen gedragen worden!
Voor de montage van de geleidingsrail met de zaag-
ketting de snijrichting van de tanden controleren! De
looprichting wordt aangegeven met een pijl op de af-
dekking van het tandwiel (6). Om de richting van het
snijden vast te leggen kan het nodig zijn de zaagket-
ting (4) om te draaien.
Houd de geleidingsrail (7) verticaal met de punt naar
boven en breng de zaagketting (4) aan; begin aan het
uiteinde van de geleidingsrail. Aansluitend wordt de
geleidingsrail met de zaagketting als volgt gemon-
teerd:
• De geleidingsrail met de zaagketting aan het tand-
wiel (16) en boutgeleider (17) aanbrengen. Let op
dat de justeerplaat (7a/afb. 3) naar u wijst!
• De zaagketting om het tandwiel (16) geleiden en
controleren of zij correct ligt (zie afb. 3).
Summary of Contents for 5910203901
Page 4: ...www scheppach com service scheppach com 49 08223 4002 99 49 08223 4002 58 4 3 5 H I 3 3...
Page 22: ...www scheppach com service scheppach com 49 08223 4002 99 49 08223 4002 58 22 DE...
Page 196: ...www scheppach com service scheppach com 49 08223 4002 99 49 08223 4002 58 196...
Page 198: ...www scheppach com service scheppach com 49 08223 4002 99 49 08223 4002 58 198...