www.scheppach.com
service@scheppach.com
+(49)-08223-4002-99
+(49)-08223-4002-58
49 І 68
Bediening
In-/uitschakelen
Inschakelen:
•
Druk eerst de trekkerblokkering naar voren en dan
de trekkerhendel (3) om het apparaat in te schake
-
len.
Uitschakelen:
•
Laat de trekkerhendel (3) los.
•
Koppel het apparaat los van de persluchtbron als
het werk gereed is.
Regeling trillingsvermogen
•
Met de toerentalregelaar (6) kan de luchtstroom en
daarmee het trillingsvermogen worden aangepast,
ook als het apparaat in werking is.
•
Het ideale trillingsvermogen is afhankelijk van het
te bewerken materiaal en zal in de praktijk moeten
worden bepaald.
Stel met behulp van de drukregelaar de juiste werk
-
druk in. Gebruik het apparaat met een werkdruk van
6,3 bar.
Slijpen
•
Schakel de persluchtbron in en laat deze zo lang
werken, tot de maximale druk is bereikt en de per
-
sluchtbron wordt uitgeschakeld.
•
Stel met behulp van een drukregelaar op de per
-
sluchtbron de optimale werkdruk in. Let erop dat de
maximale werkdruk niet mag worden overschreden.
Een verhoogde werkdruk levert geen betere pres
-
taties op, maar verhoogt alleen het luchtverbruik en
versnelt de slijtage van het apparaat. Houd u daa
-
rom altijd aan de technische specificaties.
•
Schakel de perslucht-excenterslijper in.
•
Laat het apparaat op het gewenste toerental komen
en regel het naar behoefte.
•
Leid de perslucht-excenterslijper parallel aan het
werkstuk.
•
Beweeg het apparaat parallel en over het vlak
cirkelend of wisselend in de lengte- en de dwars
-
richting. Gebruik de behuizing als handgreep om het
apparaat in de gewenste richting te leiden.
•
Druk niet op de perslucht-excenterslijper. Het werk
-
vermogen neemt niet toe als u krachtig op het ap
-
paraat drukt!
•
Na afloop van het werk laat u de trekkerhendel (3)
los om het apparaat uit te schakelen.
•
Na beëindiging van alle werkzaamheden koppelt u
het apparaat los van de persluchtbron.
LET OP!
•
Bij slijpen ontstaat slijpstof. Draag beslist veilig
-
heidshandschoenen en geschikte adembescher
-
ming. Reinig het schuurpapier en het werkstuk re
-
gelmatig met behulp van een stofzuiger of perslucht.
•
Al naar gelang de grootte van het werkstuk en het
type werkstuk moeten passende veiligheidsmaatre
-
gelen worden getroffen. Gebruik geschikte klem
-
voorzieningen om wegglijden van het werkstuk te
voorkomen.
•
Laat de trekkerhendel (3) meteen los als de per
-
sluchttoevoer wordt onderbroken.
Werkinstructies
Het belangrijkste bij het slijpen is dat u achtereenvol
-
gens schuurpapier met een steeds fijnere korrel ge
-
bruikt. Bij een te grove korrel wordt het oppervlak niet
glad, maar zelfs ruwer. Bij een te fijne korrel bereikt u
nauwelijks resultaat. De materiaalafname wordt be
-
paald door het toerental en de grofheid (korrel) van het
schuurpapier. Al naar gelang het te bewerken materi
-
aal en de gewenste materiaalafname moeten verschil
-
lende soorten schuurpapier worden gebruikt.
de klok mee tot aan de aanslag in de excenteras (8).
•
Maak de asblokkering (7) los, zodat de excenteras
(8) vrij om zijn eigen as kan draaien.
•
LET OP!
Gebruik de perslucht-excenterslijper nooit
met vergrendelde aandrijfas. Dit is gevaarlijk en kan
ernstig letsel tot gevolg hebben.
Schuurpapierschijf kiezen
Materiaalafname en oppervlak:
De materiaalafname en het oppervlakteresultaat wor
-
den bepaald door de grofheid (korrel) van de schuur
-
papierschijf.
•
Gebruik voor de bewerking van de verschillende
materialen altijd passende schuurpapierschijven met
een verschillende mate van grofheid.
Montage van de schuurpapierschijf
LET OP!
Koppel het apparaat beslist los van de per
-
sluchtbron voordat u de schuurpapierschijf (11) beves
-
tigt of losmaakt.
•
De slijpplaat (9) en de meegeleverde schuurpapier
-
schijven (11) hebben een corresponderende klitten
-
bandsluiting.
•
Kies de schuurpapierschijf (11) met de gewenste
grofheid en druk deze op de slijpplaat (9). Zorg voor
een concentrische plaatsing.
•
Voor vervanging tilt u de schuurpapierschijf (11) zi
-
jwaarts op en trekt u deze van de slijpplaat (9) af.
Reinig de slijpplaat (9) zo nodig met perslucht.
Smering
OPMERKING:
Ter voorkoming van wrijvings- en cor
-
rosieschade is regelmatige smering van groot belang.
Het verdient aanbeveling hiervoor een speciale per
-
sluchtolie te gebruiken (bijv. Liqui Moly compressoro
-
lie).
•
Smering met olievernevelaar:
Als voorbereidings
-
stap na de drukregelaar smeert een olievernevelaar
(niet meegeleverd) uw apparaat continu en opti
-
maal. Een olievernevelaar geeft olie in fijne druppels
af aan de doorstromende lucht en garandeert zo een
regelmatige smering.
•
Handmatige smering:
Als u geen olievernevelaar
hebt, voert u voorafgaand aan elke ingebruikname
resp. bij langere werkperiodes een smering uit door
3 - 4 druppels speciale persluchtolie in de steeknip
-
pel (5) te druppelen.
Olie bijvullen
Om langdurig met de perslucht-excenterslijper te kun
-
nen werken, moet er voldoende pneumatische olie in
het apparaat aanwezig zijn.
U hebt hiervoor de volgende mogelijkheden:
•
Sluit een onderhoudseenheid met smeerapparaat op
de compressor aan.
•
Installeer een aanbouw-smeerapparaat in de per
-
sluchtleiding of op het persluchtapparaat. Druppel
handmatig om de 15 bedrijfsminuten ca. 3 - 5 drup
-
pels pneumatische olie in de steeknippel (5).
Aansluiting op een persluchtbron
Voorafgaand aan aansluiting op de persluchtbron
•
moet de correcte werkdruk (3 - 6 bar) volledig zijn
opgebouwd
•
moet ervoor worden gezorgd dat de trekker in de
bovenste stand staat
•
Sluit het apparaat aan op een compressor door de
steeknippel (5) met de toevoerslang van de per
-
sluchtbron te verbinden.
•
De persluchtbron moet zijn uitgerust met een dru
-
kregelaar, zodat de luchtdruk kan worden geregeld.