II/40
UNM
NL
V-snaar boven in het midden tussen de V-
riemschijven met een geschikt stomp ge-
reedschap (vorksleutel) naar beneden druk-
ken. Maximaal de breedte van de V-snaar
mag meegeven (afbeelding 8a).
V-snaarspanning instellen:
1. Buitenste riembeschermrooster afne-
men.
2. Positie van de elektromotor op de grond-
plaat markeren.
3. Bevestigingsschroeven van de motor
losdraaien (afbeelding 8b).
4. Motor verschuiven in richting compres-
soraggregaat. V-snaar verwijderen.
5. Motor ca. 2 mm parallel over de marke-
ring heen terugschuiven. Bevestigings-
schroeven aandraaien.
6. De V-snaar eerst over de kleine V-riem-
schijf leggen en dan over de grote V-
riemschijf drukken.
7. V-snaarspanning controleren, procedure
evt. herhalen.
8. Buitenste riembeschermrooster monte-
ren.
2.6.11 Terugslagventiel reinigen/
vervangen
1. Sluitschroef eraf schroeven
(afbeelding 6a).
2. Inzetstuk en passing reinigen.
3. Inzetstuk bij beschadiging, afdrukken of
uitharding vervangen.
4. Bij beschadigingen op de passing com-
pleet terugslagventiel vervangen.
2.6.12 Veiligheidsventiel vervan-
gen
1. Veiligheidsventiel (pos. 11) linksom los-
draaien.
2. Nieuw veiligheidsventiel rechtsom vast-
schroeven.
2.7 Buitenbedrijfstelling
Veiligheidsaanwijzingen in acht nemen!
2.7.1 Conservering
Een conservering bij oliegesmeerde com-
pressoren is nodig wanneer de compressor
voor langere tijd (vanaf 6 maanden) buiten
bedrijf is geweest of pas langere tijd na aan-
koop in gebruik genomen wordt.
1. Compressor uitschakelen. Stroomtoe-
voer onderbreken.
2. Olie laten weglopen. Zie hoofdst. 2.6.7.
3. Anti-corrosie olie (viscositeit SAE 30) in-
gieten. Olievulstop resp. oliemeetstok
insteken.
4. Compressor laten warmdraaien, uitscha-
kelen.
5. Compressor uitschakelen. Stroomtoe-
voer onderbreken.
6. Condensaat aftappen.
7. Compressor drukloos maken.
Compressor stofarm en droog opslaan en
niet blootstellen aan sterke temperatuur-
schommelingen.
2.7.2 Afvalverwerking
Verpakkingsmateriaal en apparaat volgens
de geldende voorschriften als afval verwer-
ken.
2.8 Verhelpen van een storing
Veiligheidsaanwijzingen in acht nemen!
Storing
Oorzaak
Verhelpen
A Motorveiligheids-
schakelaar onder-
breekt
stroomtoevoer
Bij storingen (bijv. oververhit-
ting; onderspanning; verlen-
gingskabel te lang of met
verkeerde diameter) wordt de
motorveiligheidsschakelaar
geactiveerd
X
Compressor uitschakelen. Een
ogenblik wachten. Bij compres-
sors met externe motorveilig-
heidsschakelaar: deze bedienen.
Compressor inschakelen.
Als de motorveiligheidsschake-
laar opnieuw activeert: compres-
sor uitschakelen. Stroomtoevoer
onderbreken. Contact opnemen
met servicepartner
Summary of Contents for T100102
Page 2: ...1a 1b 01 06 12 13 14 07 19 11 18 08 10 02 03 04 09...
Page 3: ...5a 4a 6a 7a max min...
Page 73: ...UNM II 53 RUS 1 2 3 1 X X X X X X X X X...
Page 79: ...UNM II 59 RUS 2 8 X B X C X X X A X D X 2 4 4...
Page 80: ...II 60 UNM RUS E X X X X 2 6 5 X X F X G X 2 6 11 X H X 2 6 5 X E I X X J X X X...