33
TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN:
- Voeding
: 230V~ 50/60Hz 3W max.
- Bedrijfstemperatuur
: -10 ÷ 55 °C
- Bedrijfsfrequentie
: zie model
- Gevoel. Luchtsnelheidsmt
: 5 ÷ 40 Km/h
- Gevoel. Zonsensor
: 5 ÷ 40 Klux.
- Afm. verpakking
: 240x185x110 mm.
- Kast
: PC UL94V-0 (IP54)
AANSLUITINGEN KLEMMENBORD
CN1:
1 : Ingang lijn 230V~ ( Fase ).
2 : Ingang lijn 230V~ ( Neutraal ).
OORSPRONKELIJKE WERKCONDITIES
De inrichting kan enkel werken in combinatie met een of meerdere elektronische regeleen-
heden SEAV, toegerust voor radio-ontvangst van informatie m.b.t. de staat van de sensoren.
Voor de werking zal het noodzakelijk zijn de Wireless Sensor op de regeleenheid waarmee
de combinatie wordt uitgevoerd te programmeren ( zie par.“
CODE
Radio identificatiecode” ).
Elke geproduceerde Wireless Sensor wordt bij samenstelling in de fabriek van een verschil-
lende identificatiecode voorzien.
WERKING VAN DE WINDSENSOR
De inrichting zal naar de regeleenheid waarmee ze werd gecombineerd een sluitbevel sturen,
telken de ingestelde winddrempel wordt overschreden.
WERKING VAN DE ZONSENSOR
De inrichting zal naar de regeleenheid waarmee ze werd gecombineerd een daalbe-
vel sturen na 10 minuten lichtsterkte die de drempel overschrijdt, gekozen middels de
trimmer VR1 en gevisualiseerd middels inschakeling van de LED SUN MONITOR; ze
zal een stijgbevel uitsturen na 10 minuten lichtsterkte die onder de gekozen drempel
komt te liggen.
Selecteer sturen sensor statusinformatie Versneld / vertraagd:
Het apparaat, via de connector CN3 kunt u de radio verzenden van informatie over de sta-
tus van Zonnesensor selecteren zodat Fast (= 2 minuten) of langzaam (Slow = 10 minuten).
In de fabriek configuratie van de selectie van de radio-uitzending snelheid is een beetje
traag (CN3 pos. 3-4), het versnellen van de reactietijd van de zonnesensor (commando’s
gestuurd om de 2 minuten lang over de plaats van elke 10), plaats CN3 pos. 4-5.
De operatie moet worden uitgevoerd met de sensor wordt niet gevoed.
Afstelling van de zongevoeligheid ( 5 ¸ 40 Klux )
Met de inrichting kan middels de trimmer VR1 de lichtsterktedrempel voor ingrijpen afge-
steld worden. Wanneer op de inrichting de LED SUN MONITOR aan gaat, betekent dit dat
de zonintensiteit de gekozen ingreepdrempel overschrijdt. Op deze wijze beschikken we
over een lichtsterkterichtlijn voor het bepalen van de gewenste lichtcondities.
PROGRAMMATIETOETSEN EN LED VOOR SIGNALERING
SEL toets
: deze toets dient om het vast te leggen soort functie te kiezen, de keuze wordt aange-
duid door het knipperen van de Led. Door meerdere keren op de toets te drukken, is het mogelijk
zich op de gewenste functie te plaatsen. De keuze blijft 15 seconden actief en wordt door de
knipperende LED gemeld. Hierna keert de regeleenheid terug naar de oorspronkelijke staat.
SET toets:
voert de programmering uit van de functie gekozen met de toets SEL.
Signalerende Led:
Led aan: optie vastgelegd.
Led uit: optie niet vastgelegd.
Led knipperend: optie gekozen.
———————————— HOOFDMENU —————————————
Verwijzing Led
Led Uit
Led Aan
1) CODE
Enter RFID = OFF
Entero RFID = ON
2) SPEED
Windveiligheid 25 Km/h
Windveiligheid Pgm.
3) WIND
Windveiligheid = OFF
Windveiligheid = ON
4) SUN
Zonsensor= OFF
Zonsensor = ON
5) RAIN
Niet gebruikt
Niet gebruikt
6) TEST
Test Sensoren = OFF
Test Sensoren = ON
1) CODE :
( Radio identificatiecode )
De combinatie van de Wireless Sensor met een regeleenheid moet op de volgende wijze
uitgevoerd worden: activeer de programmeringsprocedure van de Wireless Sensor op de
regeleenheid (zie technische handleiding van de regeleenheid). Plaats u middels de SEL
toets op het knipperen van de LED CODE en druk ong. 1-2 seconden op de SET toets: tege-
lijkertijd zal de Sensor een identificatiecode sturen, gesignaleerd door het knipperen van
de LED CODE MONITOR.
Controleer of in de gecombineerde regeleenheid de programmering van de Sensor kan
bevestigd worden (zie technische handleiding van de regeleenheid). Op deze wijze is de
Wireless Sensor gecombineerd met de regeleenheid en zal deze bevelen sturen afhankelijk
van de weersomstandigheden.
Herhaal de procedure indien u dezelfde Sensor op andere regeleenheden wilt program-
meren.
2) SPEED :
( Programmering drempel Windveiligheid)
Visualisering van de geprogrammeerde Winddrempel
De visualisering van de keuze van de Windveiligheid drempel wordt op de volgende wijze
Summary of Contents for 94440001
Page 2: ...Product installation ...
Page 40: ......