NL - 14
4. GEBRUIK VAN HET PRODUCT
Ovenfuncties
* De ovenfuncties kunnen afhankelijk van
het model van uw product verschillen.
Ovenverlichting:
Alleen de
ovenverlichting gaat
aan. Deze blijft aan
zolang de
bereidingsfunctie
duurt.
Ontdooifunctie:
De
waarschuwingsverlichting van de oven gaat
branden en de ventilator treedt in werking.
Om de ontdooifunctie te gebruiken, plaatst
u het bevroren voedsel in de oven op een
bakplaat die zich op de derde richel van
onder bevindt. Het is raadzaam om een
ovenschaal onder het ontdooiende voedsel
te plaatsen om het water dat ontstaat door
het smelten van ijs op te vangen. Deze
functie kookt of bakt uw voedsel niet. Het
helpt alleen bij het ontdooien ervan.
Turbofunctie:
Het
thermostaatlampje en
waarschuwingslampje
van de oven gaan aan
en het
ringverwarmingselement en de ventilator
treden in werking. De turbofunctie
verspreidt de hitte gelijkmatig door de oven
zodat alle schotels op alle rekken
gelijkmatig worden bereid. Het is raadzaam
om de oven ongeveer 10 minuten voor te
verwarmen.
Functie statisch
koken:
Het
thermostaatlampje en
waarschuwingslampje
van de oven gaan aan
en de onderste en
bovenste
verwarmingselementen
treden in werking. De functie statisch koken
geeft hitte af, wat een gelijkmatige bereiding
van het voedsel garandeert. Dit is ideaal
voor het bereiden van gebak, cake,
pastaschotels, lasagne en pizza. Het is
raadzaam om de oven gedurende 10
minuten voor te verwarmen en het is het
beste in deze functie één bakplaat tegelijk
te gebruiken.
Ventilatiefunctie:
Het
thermostaatlampje en
waarschuwingslampje
van de oven gaan aan
en het bovenste en
onderste
verwarmingselement
en de ventilator treden in werking. Deze
functie is geschikt voor het bakken van
gebak. De bereiding wordt uitgevoerd door
de onderste en bovenste
verwarmingselementen in de oven en de
ventilator zorgt voor luchtcirculatie, wat een
licht gegrild effect aan het voedsel geeft.
Het is raadzaam om de oven ongeveer 10
minuten voor te verwarmen.
Pizzafunctie:
Het
thermostaatlampje en
waarschuwingslampje
van de oven gaan aan
en het
ringverwarmingselement, onderste
verwarmingselement en de ventilator treden
in werking. De functie is ideaal voor het
gelijkmatig bakken van voedsel, zoals
pizza, in een korte tijd. Terwijl de ventilator
de hitte van de oven gelijkmatig verdeelt,
zorgt het onderste verwarmingselement
ervoor dat het gerecht wordt gebakken.
Grillfunctie:
Het
thermostaatlampje en
waarschuwingslampje
van de oven gaan aan
en het grillelement
treedt in werking. Deze
functie wordt gebruikt
voor het grillen en roosteren van voedsel op
de bovenste rekstanden in de oven. Bestrijk
het rooster licht met olie om het voedsel
niet vast te laten plakken en plaats het
voedsel in het midden van het rooster.
Plaats altijd een ovenschaal onder het
voedsel om druppels olie of vet op te
vangen. Het is raadzaam om de oven
ongeveer 10 minuten voor te verwarmen.
Waarschuwing:
De ovendeur moet
tijdens het grillen zijn gesloten, en de
temperatuur moet zijn ingesteld op
190 °C.