NL -45-
HOOFDSTUK -6: PROBLEEMOPLOSSING
Als de deuren niet correct worden geopend en gesloten:
•
Beletten de etenswaren de sluiting van de deur?
•
Werden de deurvakken, laden en rekken correct geplaatst?
•
Zijn de deurpakkingen stuk of versleten?
•
Staat uw koelkast op een vlakke ondergrond?
Als de randen van de koelkast warm zijn waarmee het deurscharnier in contact komt;
In het bijzonder tijdens de zomer (warm weer) kunnen de oppervlakte waarmee het scharnier in aanraking komt
opwarmen tijdens de werking van de compressor. Dit is normaal.
BELANGRIJKE OPMERKINGEN:
•
De thermische zekering van de compressorbeveiliging wordt uitgeschakeld na een stroomstoring of na het
verwijderen van de stekker omdat het gas koelsysteem nog niet gestabiliseerd is. Dit is normaal en de koelkast
start opnieuw na 4 of 5 minuten.
•
De koeleenheid van uw koelkast is verborgen in de achterwand. Om die reden kunnen waterdruppels worden
gevormd of kan ijsafzetting optreden op de achterwand van uw koelkast en is te wijten aan de werking van de
compressor in specifieke intervallen. Dit is normaal. Ontdooien is enkel noodzakelijk als er te veel ijsvorming
is in de koelkast.
•
Als u uw koelkast gedurende een lange periode niet zult gebruiken (bijv. de zomervakantie), schakelt u de
thermostaat op de “ ” positie. Na het ontdooien, maakt u uw koelkast schoon en laat u de deur open om vocht
en geurtjes te voorkomen.
•
Als het probleem aanhoudt nadat u alle bovenstaande instructies hebt gevolgd, moet u de dichtstbijzijnde
geautoriseerde servicedienst raadplegen.
•
Het apparaat dat u hebt gekocht werd ontworpen voor gebruik bij u thuis en mag uitsluitend bij u thuis en voor
de bepaalde doeleinden worden gebruikt. Het is niet geschikt voor commercieel of algemeen gebruik. Als de
gebruiker het apparaat gebruikt op een wijze die niet compatibel is met deze functies benadrukken we dat de
producent en de leverancier niet verantwoordelijk kan worden gesteld voor reparatiewerken en defecten in de
garantieperiode.
Conformity informatie
•
Dit apparaat is ontworpen voor gebruik bij een omgevingstemperatuur tussen de 16°C - 38°C.
•
Het apparaat is ontworpen conform de IEC60335-1 / IEC60335-2-24, 2004/108/EC standaarden.
HOOFDSTUK -7: TIPS VOOR ENERGIEBESPARING
1. Plaats uw apparaat in een koele en goed geventileerde ruimte, waarbij u direct zonlicht of plaatsing nabij
warmteapparaten (radiator, oven, enz.) vermijd. Gebruik anders isolatieplaat.
2. Laat warme etenswaar en dranken buiten het apparaat afkoelen.
3. Plaats bevroren etenswaar in de koelkast ter ontdooiing. Als de bevroren etenswaar wordt ontdooid, helpt de lage
temperatuur de koelkast koel te houden. Dit bespaart dus energie. Het ontdooien van bevroren etenswaar buiten
de koelkast is verspilling van energie.
4. Zorg dat als u dranken en zelfgemaakte gerechten in de koelkast plaatst, deze in een gesloten kom zitten. Anders
wordt de vochtigheid in het apparaat verhoogd. Dit laat de koelkast langer werken. Het bewaren van dranken en
zelfgemaakte gerechten in afgesloten kommen voorkomt ook dat de geur en smaak achteruit gaat.
5. Laat de deur van het apparaat bij het plaatsen van dranken en etenswaren in de koelkast zo kort mogelijk
openstaan
6. Houd vakken met verschillende temperaturen in het apparaat gesloten (groentelade, koelervak, enz.).
7.
De deurafdichting moet schoon en flexibel zijn. Vervang oude afdichtingen.