NL -41-
HOOFDSTUK -3: GEBRUIK VAN UW VRIEZER
Waarschuwing voor instellingen temperatuur
•
Schakel niet over naar een andere afstelling voordat u een instelling hebt afgerond.
•
De temperatuurinstelling dient met inachtneming van hoe vaak de deur van de vriezer wordt geopend te worden
uitgevoerd, als ook de hoeveelheid levensmiddelen die wordt bewaard en de omgevingstemperatuur van de
ruimte waarin de diepvriezer zich bevindt.
•
Afhankelijk van de omgevingstemperatuur, moet uw diepvriezer tot 24 uur nonstop werken om te zorgen dat
deze volledig is gekoeld nadat de stekker voor de eerste keer is ingestoken.
•
Tijdens deze periode dient u de deuren van uw diepvriezer niet frequent te openen en deze niet overmatig te
vullen.
•
Om beschadiging aan de compressor van uw diepvriezer te voorkomen wanneer u de diepvriezer opnieuw
opstart nadat de stekker was uitgetrokken of na een stroomstoring, is de diepvriezer uitgerust met een functie
die ervoor zorgt dat de diepvriezer gaat werken met een vertraging van vijf minuten. Uw diepvriezer zal na vijf
minuten normaal gaan werken.
•
Uw diepvriezer is ontworpen om te werken in een
omgevingstemperatuur zoals gespecificeerd in de normen
volgens de klimaatklasse die op het typeplaatje staat
vermeld. Het wordt niet aanbevolen om de diepvriezer te
gebruiken in omgevingen met een temperatuurwaarden
die buiten de gespecificeerde klimaatklasse valt.
•
Uw diepvriezer is ontworpen voor werking bij een
omgevingstemperatuur tussen de 16 en 43 graden.
Klimaatklasse Omgevingstemperatuur
o
C
T
Tussen 16 en 43 (°C)
ST
Tussen 16 en 38 (°C)
N
Tussen 16 en 32 (°C)
SN
Tussen 10 en 32 (°C)
Temperatuurinstellingen diepvriezer
•
De begintemperatuur op de indicator van het vriesgedeelte is -18 °C.
•
Druk eenmaal op de instellingsknop voor de diepvriestemperatuur.
•
Als u deze knop voor de eerste keer indrukt, knippert de meest recente waarde op de
indicator van de diepvriestemperatuur.
•
Bij iedere druk op deze knop wordt een lagere temperatuur ingesteld (-16°C, -18°C,
-20°C, -22°C, -24°C).
•
Als u doordrukt, begint hij opnieuw vanaf -16°C.
•
De gekozen temperatuurwaarde die werd geselecteerd voordat de snelvries- of ecostand
werd geactiveerd blijft hetzelfde als deze stand wordt voltooid of geannuleerd. Het
apparaat zal op deze ingestelde temperatuurwaarden gaan werken.
Aanbevolen temperatuurwaarden voor de diepvriezer
Wanneer aan te passen
Binnentemperatuur (
o
C)
Voor minimale vriescapaciteit
-16, -17
Bij normaal gebruik
-18, -19, -20, 21
Voor maximale vriescapaciteit
-22, 23, -24
Afstandhouder
•
Wanneer de vriezer gesloten is, zal er een vacuüm optreden. Wacht ongeveer
1 minuut alvorens deze weer te openen.
•
Deze toepassing is optioneel voor het gemakkelijk openen van de deur Met
deze toepassing, kan er een klein beetje condensatie optreden in dit gebied
en u kunt deze verwijderen.
Afstandhouder
Reiniging
• Alvorens uw vriezer schoon te maken, schakel de stroomvoorziening uit en verwijder de stekker uit
het stopcontact.
•
Maak uw vriezer niet schoon door er water overheen te gieten.
•
Gebruik een warme vochtige doek of spons met zeep om de binnenkant van uw vriezer af te nemen.
•
Verwijder voorzichtig alle manden door deze naar boven of naar buiten te schuiven en reinig met zeepwater.
Niet reinigen in een wasmachine of vaatwasser.
•
Gebruik geen oplosmiddelen, schurende reinigingsmiddelen, glasreiniger of allesreiniger om uw vriezer
schoon te maken. Dit kan leiden tot beschadiging van de plastic oppervlakken en andere onderdelen door de
chemicaliën die deze bevatten.
•
Maak het koeler aan de achterkant van uw vriezer tenminste een keer per jaar schoon met een zachte borstel of stofzuiger.
Zorg ervoor dat uw vriezer niet op het stopcontact is aangesloten tijdens het schoonmaken.