NL - 40 -
HOOFDSTUK 3: UW KOELKAST MET FREEZER IN GEBRUIK NEMEN
Thermostaatinstelling
De thermostaat van de koelkast en het vriesgedeelte regelt automatisch de binnentemperatuur van de compartimenten.
Draai de knop van positie 1 tot 5 om de temperatuur te veranderen. Stel de thermostaat een beetje hoger in als het
kouder is om het energieverbruik te verminderen.
Thermostaatniveau
1 - 2:
Stel de knop tussen de laagste en middelste positie in voor de
korte-termijn opslag van levensmiddelen in het vriesgedeelte.
3 - 4:
Voor de lange-termijn opslag van levensmiddelen in het
vriesgedeelte kunt u de knop naar de middelste positie draaien.
5 - MAX:
Voor het invriezen van verse levensmiddelen. Het apparaat heeft
hier meer tijd voor nodig. Na het bereiken van het gewenste
koelingsniveau, dient de thermostaat teruggezet te worden naar
de middelste positie
Waarschuwingen over temperatuuraanpassingen
•
Temperatuuraanpassingen dienen te worden uitgevoerd op basis van de frequentie dat de deur wordt geopend
en de hoeveelheid levensmiddelen, die in de koelkast wordt bewaard.
•
Deze koelkast is ontworpen voor alle omgevingstemperaturen. Als de omgevingstemperatuur kouder is dan
-5 ° C, wordt opslag van levensmiddelen in de koelkast afgeraden, omdat deze levensmiddelen, die u dan in de
koelkast plaatst, een temperatuur zullen krijgen, die te dichtbij de omgevingstemperatuur ligt. Zij kunnen dan
bevriezen. U kunt uw levensmiddelen in uw koelkast bewaren tot -5 ° C. Dankzij zijn speciale algoritme, zal het
apparaat uw levensmiddelen zonder probleem op een lage temperatuur houden (kouder dan -5°C).
•
Pas de instelling niet aan, voordat de vorige instelling is bereikt.
•
Om de ingestelde temperatuur te bereiken, dient uw koelkast 24 uur continu aan te zijn, afhankelijk van de
omgevingstemperatuur nadat hij is aangesloten. Houd de deuren van de koelkast gedurende deze tijd zoveel
mogelijk gesloten en sla er zo min mogelijk levensmiddelen in op.
•
Als het apparaat wordt uitgeschakeld of de stekker wordt
uit het stopcontact gehaald, dient u minstens 5 minuten te
wachten voordat u hem opnieuw opstart of de stekker in het
stopcontact steekt om de compressor niet te beschadigen.
•
Uw koelkast is ontworpen om in de omgevingstemperatuur-
intervallen te functioneren conform de normen, volgens
de vermelde klimaatklasse op het informatielabel. Er
wordt niet geadviseerd om de koelkast in het kader
van de koelingsefficiëntie buiten de gespecificeerde
temperatuurintervallen te laten functioneren.
Opmerking:
Deze koelkast is ontworpen om te functioneren bij een omgevingstemperatuur van maximaal 43 °C. Maak geen
gebruik van het koelkastcompartiment onder een omgevingstemperatuur van -5 ° C. Indien u levensmiddelen in uw
koelkastcompartiment plaatst, zullen deze bevriezen. U kunt wel het vriescompartiment blijven gebruiken.
•
Dit apparaat is ontworpen voor gebruik bij een omgevingstemperatuur tussen 10 °C - 43 °C.
Klimaatklasse
Omgevingstemperatuur
o
C
T
Tussen 16 en 43 (° C)
ST
Tussen 16 en 38 (° C)
N
Tussen 16 en 32 (° C)
SN
Tussen 10 en 32 (° C)
Temperatuurindicator
Om u te helpen de koelkast beter in te kunnen stellen, hebben we deze uitgerust met een temperatuurindicator
in het koudste gedeelte van de koelkast.
Om uw levensmiddelen beter te kunnen bewaren, in het bijzonder in het koudste gedeelte van de koelkast,
dient u ervoor te zorgen dat er 'OK' verschijnt op de temperatuurindicator. Als er geen 'OK' verschijnt,
betekent dit dat de temperatuur niet goed is afgesteld.
Omdat de 'OK'-vermelding in het zwart is, zal het moeilijk zijn om deze te zien als de temperatuurindicator
slecht is verlicht. Om dit goed te kunnen zien, dient er dus voldoende licht te zijn.
Wacht na iedere keer dat de temperatuurinstelling is veranderd, totdat de temperatuur in het apparaat zich heeft
gestabiliseerd, voordat u eventueel verder gaat met het instellen van een nieuwe temperatuur. Wij adviseren u om de
temperatuur van het apparaat geleidelijk te veranderen en wacht minstens 12 uur voordat u deze opnieuw controleert
en eventueel verandert.
OPMERKING:
Na herhaalde openingen (of langdurige opening) van de deur of na het zetten van verse levensmiddelen
in het apparaat, is het normaal dat de indicatie 'OK' niet verschijnt op de temperatuurindicator. Als er een abnormale
ijskristallenopbouw is ontstaan (achterwand van het apparaat) op de verdamper van het koelgedeelte (door een
overladen apparaat, hoge kamertemperatuur of frequente opening van de deur), kunt u de temperatuur van het
apparaat lager instellen totdat de compressor weer af en toe uitgaat.
Het plaatsen van levensmiddelen in de koudste zone van de koelkast
Uw levensmiddelen zullen beter worden bewaard indien u deze in de meest
geschikte koelomgeving plaatst. De koudste zone is net boven de groentenlade.
Het volgende symbool geeft de koudste zone van uw koelkast aan.
Om in dit gedeelte te zorgen voor een lage temperatuur, dient de plank op
hetzelfde niveau als dit symbool te liggen, zoals in de afbeelding wordt weergegeven.
De bovengrens van de koudste zone wordt weergegeven met de onderkant van de sticker
(punt van de pijl). De bovenste plank van de koudste zone dient zich op dezelfde hoogte te
vinden als de punt van de pijl. Het koudste gedeelte van de koelkast is dus onder dit niveau.
Aangezien deze planken uitneembaar zijn, dient u er altijd voor te zorgen dat deze zich op
de juiste hoogte bevinden met in achtneming van de zonebegrenzingen, zoals die op de
stickers worden aangegeven, om de temperatuur in dit gedeelte te kunnen waarborgen.
OK