N L
Nome file:
File name:
7528001 - ISTRUZIONI WP - IT-EN-ES-FR-DE-NL-ES
Rev. 0 05/10/2015
86-102
1
Presentatie van de organisatie van de inhoud en raadpleging.
1.1 Symbolen.
Geeft gevaarlijke situaties en waarschuwingen aan. Lees de delen van de gebruikers handboek, die
met dit symbool aangeduid worden, aandachtig door.
Geeft aan dat het niet toegestaan is werkzaamheden te verrichten aan onderdelen onder spanning.
Deze ingrepen kunnen uitsluitend worden uitgevoerd nadat adequate veiligheidsmaatregelen, die door de
van kracht zijnde internationale en/of nationale wetgeving voorgeschreven worden, getroffen zijn.
1.2 Opmerkingen over de grafische weergave.
De volgende grafische weergaven worden:
•
begrippen van de begrippenlijst: cursief;
•
de woorden “product”, “gebruikershandleiding” en “installatiehandleiding” onderstreept.
1.3 Begrippenlijst.
1. Gebruikers
handboek:
document
bedoeld
voor
de
eindgebruiker die aangeeft hoe de product moet worden
gebruikt.
2. Kabel: flexibel snoer, voor voedingsspanning aangesloten
op het apparaat.
3. Pomp: elektromechanisch apparaat voor het verplaatsen
van vloeistoffen.
4. Anzuiging: inlaat van het product (IN).
5. Toevoer: uitgang van het product (OUT).
6. Debiet: de hoeveelheid vloeistof (water) die binnen een bepaalde tijd door een bepaald deel stroomt.
7. Opvoerhoogte: het maximum hoogteverschil dat een pomp het water kan laten overschrijden.
8. Overstroomd: als de pomp onder het peil van het aan te zuigen water geplaatst is.
9. Lagers: functionering van het product zonder water.
10. Rotor: de draaiende onderdelen van de pomp.
11. Waaier: voorkant van de rotor bestaande uit een plastic schijf met schoepen. Geeft de noodzakelijke
mechanische energie voor de verplaatsing van de aanzuiging naar de terugvoer aan het water door.
12. Sleepringafdichting: een mechanisch onderdeel dat twee ruimtes waar tussen een draaiende as
geplaatst is isoleert.
13. Drooglopen: functionering van het product zonder water.
14. Thermische beveiliging: een systeem dat de stroomvoorziening naar het product afsnijdt als het
product oververhit raakt.
15. Veiligheidsinrichting: inrichting waarvan de werking gevaarlijke situaties tijdens abnormale
gebruiksomstandigheden voorkomt.
16. Schakelcontactonderbreking:
onderbreking
van
beide
voedingsgeleiders
met
één
enkele
contactbeweging.
17. Differentieelschakelaar: (RCD) ook aardlekschakelaar genoemd. Dit is een elektrotechnisch systeem
dat het circuit in het geval van een storing kan onderbreken.
18. Hydraulische componenten: de onderdelen die gebruikt worden voor de installatie waarin het product
gebruikt wordt (slangen, kleppen, verbindingen, aansluitstukken, enz..).
19. Zwembad: een kunstbad gevuld met water waarin gezwommen kan worden of wateractiviteiten
uitgevoerd kunnen worden.
20. Filter: hulpmiddel waar het water doorheen stroomt om vaste deeltjes in het water tegen te houden
en/of te elimineren.
21. Stekker: een mechanische connector die in een aparte contactdoos (stopcontact) gestoken kan
worden.
22. Maximum werkdruk: maximum druk die het product tijdens de functionering kan verdragen.
23. Gereedschap: schroevendraaier, munt of elk ander voorwerp dat kan worden gebruikt voor het
bewegen van een schroef of vergelijkbare inrichting.
24. Noodzakelijke vrije ruimte: minimale installatieruimte voor de product.
Fig. 181
IN
OUT