37
Reiniging en onderhoud
Reiniging
Wanneer het apparaat koud is, reinig het met een spons, water
en zeep.
Reinig na elk gebruik het oppervlak van de verschillende
elementen van de brander, nadat deze is afgekoeld.
Achtergebleven resten (aangekoekt voedsel, vetdruppels, enz.),
hoe weinig ook, zetten zich vast op het oppervlak en zijn later
moeilijker te verwijderen. Voor een correcte vlam moeten de
openingen en gleuven schoon zijn.
De beweging van sommige pannen kan metaalresten
achterlaten op de roosters.
Reinig de branders en de roosters met zeepsop en wrijf erover
met een niet-metalen borstel.
Indien de roosters rubber voetjes hebben, wees voorzichtig bij
het reinigen hiervan. De voetjes kunnen losraken en het rooster
kan de kookplaat krassen.
Droog de branders en de roosters altijd volledig. De
aanwezigheid van waterdruppels of vochtige zones bij de
aanvang van het koken kan het email beschadigen.
Na het reinigen en drogen van de branders, zorg dat de
branderdeksels juist geplaatst zijn op de diffusor.
Attentie!
■
Gebruik geen stoomreinigers. Dit zou de kookplaat kunnen
beschadigen.
■
Indien de kookplaat een glazen of aluminium paneel heeft,
gebruik geen mes, schraper of dergelijke om de verbinding
met het metaal te reinigen.
Onderhoud
Reinig meteen gemorste vloeistof. Zo wordt vermeden dat de
etensresten zouden kleven en bespaart u onnodige
inspanningen.
Vanwege de hoge temperatuur kunnen de wokbrander en de
roestvrij stalen zones (vetpot, omtrek van de branders, etc.) van
kleur veranderen. Dit is normaal. Reinig, na elk gebruik, deze
zones met een geschikt product voor roestvrij staal.
Er wordt aanbevolen regelmatig het reinigingsmiddel te
gebruiken dat beschikbaar is bij onze technische dienst met
code 464524.
Attentie!
Het schoonmaakmiddel voor roestvrij staal mag niet gebruikt
worden in de zone rond de bedieningsknoppen. Dit om te
voorkomen dat de aanwijzingen (serigrafie) worden uitgeveegd.
Laat geen zure vloeistoffen (citroensap, azijn, enz..) op de
kookplaat.
Afwijkingen verhelpen
In sommige gevallen kunnen de waargenomen afwijkingen
gemakkelijk verholpen worden. Neem de volgende
raadgevingen in acht alvorens de Technische dienst te bellen:
Afwijking
Mogelijke oorzaak
Oplossing
De algemene elektrische
werking is defect.
Defecte zekering.
Controleer in de zekeringkast of de zekering stuk
is en vervang deze.
De automaat of een differentieel is gesprongen.
Controleer op het schakelbord of de automaat of
een differentieel is gesprongen.
De automatische vonkont-
steking werkt niet.
Er kunnen voedingsresten of resten van reini-
gingsmiddelen tussen de bougies en de branders
zitten.
De ruimte tussen de bougie en de brander moet
schoon zijn.
De branders zijn nat.
Maak de branderdeksels zorgvuldig droog.
De branderdeksels zijn niet juist geplaatst.
Controleer of de deksels juist geplaatst zijn.
Het apparaat is niet geaard, niet goed aangeslo-
ten of de aardleiding is defect.
Neem contact op met de elektrische installateur.
De vlam van de brander is
niet gelijkmatig.
De delen van de brander zijn niet juist geplaatst.
Plaats de onderdelen op de juiste wijze op de bij-
behorende brander.
De gleuven van de brander zijn vuil.
Reinig de gleuven van de brander.
De gasstroom lijkt niet nor-
maal of er komt geen gas
uit.
De gasuitlaat is gesloten met afsluitkranen.
Open de mogelijke afsluitkranen.
Indien het gas uit een gasfles komt, kijk dan of
deze leeg is.
Vervang de gasfles.
Het ruikt naar gas in de
keuken.
Een kraan is open.
Sluit de kranen.
De gasfles is niet goed aangesloten.
Controleer of de aansluiting perfect is.
Mogelijk gaslek.
Draai de gaskraan dicht, ventileer de ruimte en
waarschuw onmiddellijk een installatietechnicus,
voor controle en certificatie van de installatie.
Gebruik het apparaat niet totdat zeker is gesteld
dat er geen gaslek is in de installatie of het appa-
raat.