nl
63
Bedieningselementen
Afb.
2
Inschakelen van het
apparaat
Het apparaat inschakelen met de
hoofdschakelaar Aan/Uit, afb
2
/1.
De temperatuurindicatie knippert,
afb.
2
/3, tot in het apparaat de
ingestelde temperatuur is bereikt.
Het apparaat begint te koelen, de
verlichting is ingeschakeld wanneer de
deur open is.
Na het inschakelen kan het een aantal
uren duren voordat de ingestelde
temperatuur is bereikt. Vóór die tijd geen
levensmiddelen in het apparaat leggen.
Aanwijzingen bij het gebruik
De temperatuur in de koelruimte wordt
warmer:
■
als de deur van het apparaat te vaak
geopend werd,
■
door het inladen van grote
hoeveelheden levensmiddelen,
■
door een hoge
omgevingstemperatuur.
Instellen van de
temperatuur
Afb.
2
Koelruimte
De temperatuur is instelbaar
van +2 °C tot +8 °C.
Temperatuur-insteltoets 2 net zo vaak
indrukken tot de gewenste temperatuur
in de koelruimte is ingesteld.
De laatst ingestelde waarde wordt in het
geheugen opgeslagen. De ingestelde
temperatuur wordt aangegeven op de
temperatuurindicatie 3.
Wij adviseren een temperatuurinstelling
van +4 °C voor de koelruimte.
Gevoelige levensmiddelen niet warmer
dan bij +4 °C bewaren.
1
Hoofdschakelaar Aan/Uit
Om het hele apparaat in en uit te
schakelen.
2
Temperatuurinsteltoets
Met deze toets wordt de
temperatuur ingesteld.
3
Temperatuurindicatie koelruimte
De cijfers bij de temperatuur-
indicatielampjes komen
overeen met de
temperaturen in °C in de
koelruimte.
Het brandende lampje geeft
de ingestelde temperatuur aan.
4
Toets „super”
Dient voor het inschakelen van de
functie superkoelen (zie het
hoofdstuk Superkoelen).
Summary of Contents for KF R Series
Page 70: ...1 2 6 1 4 7 8 10 9 11 5 12 0 2 4 1 2 3 4 6 8 super C 3 ...
Page 71: ...3 4 5 6 7 8 A ...
Page 72: ...8 B 9 B A 0 2 3 4 6 8 super C ...
Page 73: ... ...