nl
82
82
Uitschakelen van het apparaat
Enkele minuten na afloop van het
programma:
Na afloop van het programma de deur
openen.
Hoofdschakelaar
1
uitschakelen.
Kraan dichtdraaien
(niet van toepassing op apparaten met
Aqua-Stop).
Na afkoeling het serviesgoed uit het
apparaat halen.
Onderbreking van het
programma
Deur openen. Wees voorzichtig!
Er bestaat kans dat er water uit het
apparaat spuit. De deur pas helemaal
openen als de sproeiarm niet meer
ronddraait.
Hoofdschakelaar
1
uitschakelen.
De lichtindicatie gaat uit. Het
programma blijft opgeslagen in het
geheugen.
Bij aansluiting op warm water of als de
machine al is opgewarmd en de deur
van het apparaat geopend werd, de
deur eerst een paar minuten op een
kier laten staan en daarna dichtdoen.
Anders kan door expansie de deur van
het apparaat openspringen.
Om het programma door te laten gaan:
hoofdschakelaar weer inschakelen en
de deur sluiten.
Starttijd kiezen
U kunt het programma tot 19 uur later (in
stappen van een uur) laten starten.
Apparaat inschakelen.
Onmiddellijk de toets starttijd kiezen
3
indrukken. De cijferindicatie
4
springt op
.
De toets starttijd kiezen net zolang
indrukken tot de aangegeven tijd aan
uw wens voldoet.
Om de gekozen starttijd te wissen: toets
starttijd kiezen net zolang indrukken tot
op de cijfer-indicatie
verschijnt.
Tot de starttijd kunt u het programma
willekeurig veranderen.
Resttijdindicatie
De resttijdindicatie corrigeert zichzelf. Aan
het begin van het programma geeft deze
de vermoedelijke duur van het programma
aan. Deze tijd is gebaseerd op het ervoor
gebruikte programma resp. op de duur van
het programma bij het testen in de fabriek.
Tijdens het programmaverloop wordt de
tijd tot het einde van het programma
aangegeven. Hierbij wordt de resttijd,
afhankelijk van de temperatuur van het
toegevoerde water en van de hoeveelheid
serviesgoed, gecorrigeerd.
Intensief drogen
Door de functie „intensief drogen” te
activeren bereikt u door een hogere
temperatuur tijdens het naspoelen een
nog beter droogresultaat.
Programmatoets
A
ingedrukt houden
en de hoofdschakelaar
1
inschakelen.
Beide toetsen loslaten.
Op de cijferindicatie
4
knippert een
(aan) of een
(uit).
Om de instelling te veranderen de
programmatoets
A
indrukken.
Hoofdschakelaar
1
uitschakelen.
De instelling blijft in het geheugen
opgeslagen.