26
NL
Veilig Omgaan met uw
Compressor
• Ontkoppel luchtgereedschap altijd van de luchttoevoer voordat u
onderhoud verricht of bladen, schijven of andere opzetstukken
verwisselt
• Zorg ervoor dat eventuele bladen, schijven of andere opzetstukken
correct gemonteerd zijn voordat u het gereedschap weer verbindt met
de luchttoevoer
• Zorg er altijd voor dat uw luchtgereedschap UIT is geschakeld voordat
u het met de luchttoevoer verbindt
• Let op, luchtgereedschap kan nog een restant aan druk hebben na
gebruik. Laat de luchtdruk altijd uit het gereedschap lopen nadat u de
luchttoevoer hebt afgesloten
• Draag altijd een veiligheidsbril wanneer u dit product gebruikt
• Draag altijd gehoorbescherming wanneer het geluid kan uitkomen
boven 80 dB
• Zorg ervoor dat de druk van de luchttoevoer niet uitkomt boven de
vastgestelde maximale druk voor die delen van de apparatuur die met
de machine verbonden moeten worden
• Probeer luchtgereedschap niet te wijzigen. Elke poging om wijzigingen
aan te brengen aan uw gereedschap maakt de garantie ongeldig en
kan leiden tot ernstig letsel voor uzelf en voor mensen bij u in de buurt
Uw compressor uitpakken en monteren
• Controleer of alle onderdelen van uw compressor aanwezig zijn en in
goede staat zijn. Als er onderdelen ontbreken of beschadigd zijn, zorg
er dan voor dat deze vervangen worden voordat u het gereedschap
gaat gebruiken
Vastbinden van de pneumatische snelkoppeling
• Wikkel het PTFE band om het schroefdraad van de snelkoppeling
Aantekening : Voor een nauwsluitenden dichting kontroller dat het band
strak getrokken is om het schroefdraad
• Schroef de snelkoppeling vast in de hogedruk uitlaat
Aantekening : Kontroller dat het PTFE band niet uitrafeld tijdens inschroeven
• Maak de snelkoppeling goed vast met de juiste format moersleutel
Wielen
• Dit product is voorzien van wielen, die door de gebruiker bevestigd
moeten worden
• De wielen moeten met bouten worden bevestigd aan de
montagebeugels met behulp van de meegeleverde moeren en bouten
Steunvoet
• Dit product is voorzien van een rubberen antivibratievoet, die door de
gebruiker bevestigd moet worden
• Deze voet moet met bouten worden bevestigd aan de montagebeugel
met behulp van de meegeleverde moeren en bouten
Voor gebruik
• Pak uw toestel / gereedschap uit. Inspecteer het en zorg dat u met alle
kenmerken en functies vertrouwd raakt
• Controleer of alle onderdelen aanwezig zijn en in goede staat verkeren.
Als er onderdelen ontbreken of beschadigd zijn, zorg dan dat deze
vervangen worden voor u dit toestel / gereedschap gebruikt
Uw Compressor Gebruiken
Inschakelen
• Controleer of de compressor ontkoppeld is van al het luchtgereedschap
en alle luchtlijnen en of de aan/uitschakelaar naar beneden is gedrukt
• Voordat de compressor aan gezet worde, controleer dat de debiet
hendel (8) in de uit positie is (90° tegenover de uitlaat)
• Verbind de machine met de stroom
• Trek de aan/uitschakelaar (6) naar boven. De compressor zal nu
starten
• Laat de compressor druk opbouwen, de tankdruk wordt getoond op de
linker manometer (3). Wanneer de tankdruk de 8 bar (116 psi) bereikt,
stopt de motor automatisch
• Om de compressor uit te schakelen, drukt u de aan/uitschakelaar naar
beneden
Luchtgereedschap verbinden
• Luchtgereedschap kan verbonden worden met de hogedrukuitlaat
(1) via een geschikte luchtlijn, uitgerust met een 1/4" mannelijke
connector, type bajonet
• In de verpakking vindt u een bajonetaansluiting (9) en slangklem (10)
voor uw luchtslang
• Zorg er altijd voor dat luchtgereedschap uitgeschakeld is voordat u het
verbindt met de compressor. Het gereedschap komt onder druk te
staan zodra de verbinding gemaakt is
• Om een stuk luchtgereedschap te verbinden, monteert u de
luchtlijn aan het gereedschap, daarna duwt u de bajonetfitting in de
hogedrukuitlaat van de compressor
• Eenmaals de machine aan gekoppeld is, draai de debiet hendel
langzaam om tot dat de hendel over de lucht inlaat is. Dit zorgd ervoor
dat de lucht druk zich langzaam opbouwd
• Om de luchtlijn los te maken, trekt u de buitenste huls van de
hogedrukuitlaat terug en trekt u de bajonetfitting eruit. Let op, in
de luchtlijn en het luchtgereedschap bevindt zich nog een restant
luchtdruk
De lijndruk instellen
• De druk van de lucht die naar het apparaat wordt gevoerd (lijndruk) kan
worden ingesteld met de drukregelaar (2). De lijndruk wordt getoond op
de rechter manometer
• Om de lijndruk te verhogen, draait u de drukregelaar rechtsom. Om de
lijndruk te verlagen, draait u de drukregelaar linksom
Onderhoud
WAARSCHUWING:
Haal de stekker uit het stopcontact voor u de machine
schoonmaakt of onderhoud uitvoert.
• Probeer geen onderhoud uit te voeren terwijl de luchttank onder druk
staat
Luchtdruk laten ontsnappen
• Als het nodig is om een restant aan luchtdruk te laten ontsnappen,
ontkoppel de compressor dan van de stroom en trek de ring in het
midden van het veiligheidsventiel (5) naar buiten
• De restlucht ontsnapt via het ventiel tot de ring wordt losgelaten of tot
alle luchtdruk is ontsnapt
Aftappen
• Tijdens gebruik zal vocht uit de atmosfeer in de luchtopslagtank
condenseren. Om schade door corrosie te voorkomen, dient de tank
regelmatig ontvochtigd te worden
• Om het vocht af te tappen, opent u de condensatieaftapplug die zich
aan de onderkant van de tank bevindt met ongeveer 3 draaien naar
links
• Laat alle vocht weglopen en zet de plug weer vast
Schoonmaken
• Houd uw machine schoon. Zorg ervoor dat afval zich niet ophoopt op de
onderdelen het gereedschap. Verwijder altijd stof en vuil en zorg ervoor
dat de luchtgaten nooit verstopt raken. Gebruik een zachte borstel of
een droge doek om de machine te reinigen. Gebruik zo mogelijk zuivere,
droge perslucht om door de luchtgaten te blazen
Verwijdering
• Elektrische en elektronische apparaten mogen niet met uw huishoudelijk
afval worden weggegooid
• Neem contact op met uw gemeente voor informatie betreffende de
verwijdering van elektrisch gereedschap
268436_Z1MANPRO1.indd 26
11/07/2011 16:19