13
Bedieningsinstructies voor remlier
I. Beschrijving
Slangoprollers bezitten een automatische oprolfunctie. Deze wordt aangedreven door een
afgedekte veer. Werken met de gewenste slanglengte is mogelijk door meerdere
vergrendelingsmogelijkheden per omdraaiing.
Ter voorkoming van letsel en materiale schade voor inbedrijfstelling van de oproller de handleiding
doorlezen!
De slangoproller is voor levering op kwaliteit en werking gecontroleerd.
II. Belangrijke opmerkingen
1. Vöör gebruik de gebruiksaanwijzing lezen en de operator aan het toestel toegankelijk maken.
2. De operator moet met het toestel deskundig zijn onderricht.
3. Eigenmachtig uitgevoerde wijzigingen van de slangoproller leiden tot verval van aanspraak op
garantie.
4. Vöör gebruik het toestel met betrekking tot beschadigingen, losgewerkte schroeven of
verdraaiingen controleren en storingen verhelpen.
5. Reparaties aan Slangoprollers mogen slechts door de fabrikant resp. door een geschoolde
werkplaats met reservedelen van worden uitgevoerd.
6. Een veronachtzaming van de gebruiksaanwijzing, ondeskundig gebruik corrossie door
onvoldoende bescherming of eigenmachtige productverbouwingen laten de garantie vervallen.
7. Corrossiegevaar bij permanent contact met ongunstige weersomstandigheden zoals bv hoge
vochtigheid of schadelijke milieuomstantidgheden zoals bv atmosferen met zure dampen,
corrosieve gassen of hoge stofconcentratie veroorzaken een vroegtijdige slijtage. Dit geeft
geen recht tot garantie.
8. Verdere informaties of stuklijsten stellen wij of uw vakhandelaar u graag ter beschikking.
III. Belangrijke veiligheidsinstructies
1. Toevoerdruk mag de werkdruk die is aangegeven op het typeplaatje niet overschrijden.
2. Aangesloten apparaten moeten in onberispelijke toestand zijn en voor de nominale werkdruk
zijn bedoeld.
3. Onderdelen die onder druk staan kunnen door onvakkundige handhaving losraken en zo een
gevaar vormen.
4. Slang uit de buurt houden van scherpe en hete voorwerpen! Dichtheidcontroles uitvoeren met
water.
5. Bij oprollen van de slang altijd het losse einde vasthouden teneinde ongecontroleerd oprollen te
vermijden.
6. Regelmatige controle van de slangoproller helpt beschadiging en ongevallen tevoorkomen.
7. Defecte onderdelen en slangen onmiddellijk vervangen.