32
Vermijd opslag van batterijen bij extreem hoge of extreem
lage temperaturen.
Berg uw scootmobiel bij voorkeur op in een ruimte met
een lage temperatuur (< 30°C) en een laag luchtvochtig
heidsgehalte. Dit is beter voor uw batterijen en dit voorkomt
eveneens schimmelvorming en verslechtering van de ge
polsterde delen.
Controller
Uw scootmobiel is uitgerust met een SDrive controller.
Deze computer bewaakt het systeem van de scooter. Als de
controller een probleem detecteert, wordt dit weergegeven
door het aan/uit indicatielampje. Iedere foutmelding
heeft een eigen codering. Door het tellen van het aantal
flikke ringen kunt u de scootmobielmonteur van de juiste
informatie voorzien.
Onderhoud