138
Gebruiksaanwijzing MILAN / MILAN 2.0
Afdaal- en reddingsapparaat met heffunctie
volgens EN 341 Klasse A en EN 1496, ANSI/ASSE Z359.4-2013, CSA Z259.2.3
ALGEMEEN:
Het reddingsapparaat Milaan wordt gebruikt voor het redden van personen van hoogte, diepe
werkgebieden en besloten ruimtes. Het gebruik is beperkt tot personen
die
een goede gezondheid
hebben
,
de instructie hebben gekregen om het apparaat veilig te gebruiken en een passende
gebruikerstraining hebben gevolgd.
Om personen bij vallen van hoogte of andere ongelukken zo snel mogelijk te redden, moet er een
reddingsplan voor noodgevallen zijn waarin rekening wordt gehouden met en voorbereidingen wor-
den getroffen voor alle mogelijke noodsituaties en dat bij het gebruik van het apparaat kan worden
toegepast.
Het reddingsapparaat is geen opvangapparaat!
1. ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
Voorafgaand aan elke toepassing moet de gebruiker controleren of het apparaat in goede staat
verkeert en de volledige functionaliteit van het apparaat is verzekerd. Daarom moeten het appa-
raat zelf en het touw, inclusief alle andere onderdelen, zorgvuldig worden geïnspecteerd.
Verzeker u van het volgende:
• het Milan-touw vertoont geen enkele schade en loopt in beide richtingen vrij binnen het
apparaat
• de eindverbindingen zijn in goede toestand
• alle karabijnhaken zijn vrij van schade
• alle schroeven zitten vast
• het apparaat is vrij van schade zoals barsten of deformaties
• het ankerpunt is vrij van schade
• het apparaat is niet verontreinigd door chemicaliën, smeermiddelen e.d.
•
het apparaat is
vrij van vuil of grove verontreinigingen
• er zijn geen andere afwijkingen
Voor uitvoeren van
een
inspectie verankert u het apparaat op een stabiele structuur en trekt
u 1 meter touw uit het apparaat. Het touw dient soepel naar buiten te glijden zonder abnormaal
mechanisch geluid.
Deze inspectie mag alleen achterwege worden gelaten als het apparaat deel uitmaakt van een noodset die
eerder door een deskundige persoon is geïnspecteerd en veilig in een gesloten container is opgeborgen.
Als er enige twijfel bestaat over de toestand van het apparaat, moet het worden geïnspecteerd door
een deskundige persoon en mag het niet worden gebruikt voordat de inspectie door een deskundige
persoon is voltooid. Apparaten die bij inspectie ondeugdelijk blijken, moeten duidelijk worden gemar-
keerd om verder gebruik
te voorkomen
.
NL
Summary of Contents for MILAN 2.0
Page 511: ...511 ...