148
4.7 ZELF-AFDALEN
Als er geen andere mensen dan het slachtoffer en de redder beschikbaar zijn, is er niemand die
het slachtoffer van het afdaaltouw kan loskoppelen. Het kan nodig zijn om hulp in te schakelen of
EHBO-behandelingen toe te passen. In dit geval kan de redder samen met het slachtoffer op één
apparaat actief afdalen. Het afdaaltouw wordt verbonden met een ankerpunt. De redder zet zichzelf
rechtstreeks vast aan de karabijnhaak van het apparaat en daalt af door het apparaat mee te nemen.
PAS OP:
Het apparaat biedt een groot aantal toepassingsmogelijkheden voor
verschillende reddingsituaties. Om deze technieken onder de knie
te krijgen, is een professionele opleiding door gekwalificeerde
reddingstrainers verplicht.
5. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Toepassing van het apparaat is alleen toegestaan als door de keuze van het ankerpunt wordt gega-
randeerd dat er zich geen obstakels in de afdalings- of opstijgpaden bevinden. Tijdens redding om-
hoog-scenario's moet er een vrij pad naar boven worden gegarandeerd. Het is niet toegestaan om het
apparaat te gebruiken bij gevaar door omringende constructies, bewegende machines of elektriciteit.
GEVAAR: Wind kan het touw naar transmissielijnen blazen. Scherpe randen of schurende oppervlak-
ken kunnen het touw vernietigen.
De automatische snelheidsregeling van het apparaat maakt veilig afdalen mogelijk. Het apparaat mag
echter alleen worden gebruikt door Skytlotec geïnstrueerde personen die regelmatig opfris-trainin-
gen volgen. Bij het gebruik van apparaten met een reddingshandwiel moet aandacht worden besteed
aan eventuele gevaren van roterende onderdelen.
Omgevingsinvloeden zoals extreme temperaturen, chemische stoffen, ruwe en scherpe randen kun-
nen de belastbaarheid van het touw verminderen. Bescherm de apparatuur tijdens transport door
geschikte apparaattassen of -dozen te gebruiken.
NL
Summary of Contents for MILAN 2.0
Page 511: ...511 ...