MAT-MA-0035_NL SKYTAC
Stand:13/02/2018
Pagina 30 van 37
12.1.6 Aanwijzingen
voor
het
zagen
van
segmenten
die
speciaal
voor
voorgemonteerde
windkrachtcentrales zijn ontwikkeld
•
Geen vet gebruiken!
•
Deze montagehandleiding geldt voor de montage van flenstussenstukken, die er in verschillende
uitvoeringen met of zonder ladderuitstap zijn, op aluminium ladders met een trede-afstand van 280
en 300 mm, een sporthoogte en een opstapvlak tussen 28 en 30 mm.
•
De montage wordt uitgevoerd m.b.v. de meegeleverde systeemcomponenten ladderklem 1x (art. nr.
TAC-0260-200) en koppelingsstuk 2x (art. nr. TAC-0090-140). Let op het aandraaimoment , zie
hiertoe de
Veiligheidsrichtlijnen
aan het begin van hoofdstuk 11.
•
Hier worden ladders en flenstussenstukken afhankelijk van de uitvoering zodanig aangeleverd dat
deze vervolgens aan het bovenste einde tot 30 mm en het onderste einde tot 60 mm kunnen worden
ingekort en ze hierna precies in het flensgedeelte van een windkrachtcentrale passen.
•
Ladder en rail moeten op dezelfde lengte worden ingekort.
•
Als er bij het afzagen van de rail onder de vangneus minder dan 3 mm overblijven,
•
dan moet de neus uit de rail worden gebroken.
•
Hiertoe dient een kapzaag te worden gebruikt om een rechte snede te maken, spleetmaat 1-3 mm.
•
Na het afzagen de snijdkanten altijd in een zinkbad of met zinkspray behandelen.
max.
max.
TAC-0040-140
TAC-0040-140
TAC-0260-200
Max. 5 Nm
Abbildung 26: Anweisen zum Schneiden
Abbildung 27: Flenstussenstuk TAC-0022-1150