Not for
Reproduction
21
nl
Het brandstoffilter onderhouden
WAARSCHUWING
Laat de machine minstens 5 minuten lang geheel afkoelen voor u
onderhoud gaat plegen aan het brandstoffilter.
1. Laat de brandstoftank leeg lopen.
2. Start de motor en laat hem lopen tot de brandstof op is.
Schakel de contactschakelaar UIT en haal de sleutel uit het
contactslot.
3. Schuif met een tang de slangklemmen (A, afbeelding 28) onge-
veer 2,5 cm (1") weg bij het brandstoffilter (B).
OPM.: De locatie van het brandstoffilter kan per model verschillen
4. Verwijder de brandstofslangen van het filter. Gooi de filter weg.
5. Plaats een nieuw brandstoffilter. Zorg ervoor dat de brandstof-
leidingen geheel zijn aangesloten op het filter.
6. Schuif de slangklemmen weer op hun plaats, ongeveer 3 mm
(1/8") van de uiteinden van de brandstofslangen.
7. Vul de brandstoftank. Controleer het brandstofsysteem op lek-
kage.
Smeren
Smeernippels
De volgende onderdelen van de zitmaaier zijn voorzien van smeer-
nippels en moeten regelmatig gesmeerd worden. Gebruik hiervoor
standaardvet (NLGI No. 2 of iets dergelijks) en een vetspuit
• Voorwiellager
Spuit de smeernippels van het voorwiel (A, Afb. 29) met een
vetspuit vijf maal in met standaardvet.
• Koppelingshendel (handgeschakelde modellen)
Spuit de smeernippel van de schakelhendel (A, Afb. 30) met
een vetspuit twee maal in met standaardvet.
• Achteraslager (Handgeschakelde modellen)
1. De smeernippel (A, Afb. 31) op het linker lager van de achteras
moet drie keer door de vetspuit met standaardvet worden inge-
spoten.
2. Het rechter lager van de achteras wordt gesmeerd door het dif-
ferentieelsmeermiddel en hoeft niet te worden gesmeerd.
Differentieel/kettingbehuizing (handgeschakelde machines)
Smeren van het differentieel en de kettingbehuizing moet worden
uitgevoerd door een erkende dealer.
Maaibladspindel
De maaibladassen die bij deze machines worden gebruikt, zijn
voorzien van verzegelde aslagers die niet gesmeerd hoeven te wor-
den.
Maaidekstangen
Neem contact op met uw erkende dealer voor het smeren van de
scharnierpunten van de maaidekstangen.
Overigen
Afgezien van regelmatig onderhoud, moeten de volgende onderde-
len geregeld nauwkeurig worden geïnspecteerd door een erkende
dealer op slijtage en beschadiging.
• Alle bussen en scharnierpunten.
• Controleer de fuseepennen van de voorwielen.
• Versnellingshendel en nok. (Handgeschakelde modellen)
• Koppelingsplaat (handgeschakelde modellen)
• Gaffel. (Handgeschakelde modellen)
• Maaidekstangen en scharnierpunten.
Vervang versleten of beschadigde onderdelen. Gebruik voor repa-
raties alleen door de fabriek goedgekeurde reserveonderdelen of
soortgelijke reserveonderdelen.
Accuonderhoud - type met ventielregeling
De accu die wordt meegeleverd met de maaier is verzegeld en
onderhoudsvrij. Deze vereist geen bijzonder onderhoud maar moet
wel correct opgeladen blijven.
De accu verwijderen
1. Til de bestuurdersstoel omhoog om bij de accuruimte te kun-
nen.
2. Neem de ZWARTE (negatieve) kabel (A, afbeelding 32) los van
de negatieve accupool. Bewaar de bevestigingsmiddelen.
WAARSCHUWING
Neem altijd eerst de ZWARTE negatieve (-) kabel los.
3. Neem de RODE (positieve) kabel (B) los van de positieve
accupool. Bewaar de bevestigingsmiddelen.
4. Maak één uiteinde van de accuband (C) los van de draadbeu-
gel (D).
5. Verwijder de accu voorzichtig (E).
De accu laden
1. Verwijder de accu. Raadpleeg “De accu verwijderen”.
2. Plaats de accu in een goed geventileerde ruimte.
3. Sluit een 12 volt acculader met constante spanning aan op de
acccupolen; ROOD op de plus (+) en ZWART op de min (-).
4. Laad de accu 2 tot 4 uur.
WAARSCHUWING
De accu van deze machine moet worden geladen met eden lader
met constante spanning (CV) voor verzegelde, niet lekkende
accu's met ventielregeling. De accu proberen te laden met een
standaardlader kan leiden tot beschadiging van de accu. Gebruik
NOOIT "BOOST”-laders voor de accu. Probeer NOOIT om de
accu te laden terwijl deze zich op de maaier bevindt.
Summary of Contents for Rider REX-300
Page 3: ...N o t f o r R e p r o d u c t i o n 3 en A 7 A 8 A 9 A B 10 A 11 A 12 A B C D E 13 A B 14 ...
Page 4: ...N o t f o r R e p r o d u c t i o n 4 A 15 A 16 A B 17 A 18 A B C 19 A B 20 ...
Page 5: ...N o t f o r R e p r o d u c t i o n 5 en A B C 21 A 24 A B 22 F B E C D G A 25 A B 23 ...
Page 6: ...N o t f o r R e p r o d u c t i o n 6 D A B C E A 26 A 29 A 27 A 30 B A 28 A 31 ...
Page 7: ...N o t f o r R e p r o d u c t i o n 7 en A C D E F B 32 A B C 33 ...
Page 25: ...N o t f o r R e p r o d u c t i o n 25 en ...
Page 43: ...N o t f o r R e p r o d u c t i o n 25 da ...
Page 61: ...N o t f o r R e p r o d u c t i o n 25 de ...
Page 79: ...N o t f o r R e p r o d u c t i o n 25 el ...
Page 97: ...N o t f o r R e p r o d u c t i o n 25 es ...
Page 115: ...N o t f o r R e p r o d u c t i o n 25 fi ...
Page 133: ...N o t f o r R e p r o d u c t i o n 25 fr ...
Page 151: ...N o t f o r R e p r o d u c t i o n 25 it ...
Page 169: ...N o t f o r R e p r o d u c t i o n 25 nl ...
Page 187: ...N o t f o r R e p r o d u c t i o n 25 no ...
Page 205: ...N o t f o r R e p r o d u c t i o n 25 pt ...